GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uw Koning.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uw Koning.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Pilatus zeide tot de Joden: iet, uw-Koning i Maar zfl riepen: eem weg, neem weg, kruis hem! . Joh. 19:14, 15.

Neen, laat ons niet onbillijk zijn tegenO'Ver de Joden.

Zij kunnen niet anders. Zooals Pila.tus de keuze hier stelt, is het hun onmogelijk! Jezus' vrijlating te vragen. Want Hij zal dan vrijgela.ten worden als hun Koning. Zóó heeft de stadhouder Hem daar ten aanschouwe van de volt'smenigte gesteld. Niet maar als een deerniswaiaxdig mensch; .allicht zouden Jeruzalem's vrouwen dan nog hun stem ten Zijnen gunste verheven hebben. Doch als de Koning der Joden staat Hij daar.j, Ziet, uw Koning!" „Zal ik uwen Koning kruisigen? " En in die hoedanigheid moet het volk Hem nu aannemen of verwerpen.

Daarom, Israël kan niet anders roepen dan: Neem weg, neem weg, k'ruis hem! Zij kunnen Jezus m vele dingen aannemen, in bijna alles Hem waardeeren; maar als Koning, — dat gaat niet. In dat ééne moeten zij Hem afwijzen. Kunnen ze dan een Koning nemen zonder gedaante of heerlijk

206 heid ? een • Koning zonder zwaard ? Zullen ze met dezen Koning, die door het vleesch ten spot aangekleed is, tegen héél de wereld het kunnen opnemen ?

Maar dan zou immers alle vleeschelijk'e kracht moeten verloochend worden, alle heerlijkheid deS vleesclies weggeworpen? Dian zou Israël eerst moeten willen ondergaan. Dan zou het vleesch eerst den dood van het vleesch moeten kiezen. V.n dat kan niet. Laat ons daarom billijk zijn. Nu Filatus het zóó zet: Ziet, uw Koning! — nu kunnen de Joden Jezus niet anders dan verwerpen. „Neem weg! Kruis hem!"

En zoudt gij, O' mensch, meenen, dat gij Jezus wèl als Koning kondet aannemen? Gij, die óók vleesch zijt?

Zoudt gij. Christen, meenen, dat — wanneer gij daar op het plein voor Pjlatus' rechthuis gestaan liadt — gij anders zoudt geroepen hebben dan do Jood?

Vergis u niet.

'Gelijk de stadhouder de zaak, onder de leiding van Gods voorzienige hand, stelt, zoo staat die zaak nog immer. Jezus wordt nog altijd voor het oog der wereldmenigte gezet, zonder begeerlijkheid voor het vleesch, met niets dat den natuurlijken menscli aantrekt, — en dan wordt van Godswege geroepen: „Ziet, uw Koning!"

p]n daarover struikelt het vleesch.

Want dat Koningschap vraagt teveel; het vraagt meer dan de mensch geven k'an.

Het vraagt, dat men zijn leven verlieze. 'Het vraagt, dat het vleesch gedood worde, met zijne plannen en lusten en steunsels. En dat k'an het vleesch nooit zélf willen. Het kan zich aan deze wet Gods niet onderwerpen.

De mensch kan Christus in vele opzichten aannemen. O, Jezus is zoo bruikbaar. Het vleesch weet zooveel van Hem te maken. Maar Hij moet geen Koning willen z ij n. De Heere kan veel van mij vragen, en ik' wil dan veel voor Hem doen, — maai-dit ééno moet Hij mij laten: Ik wil zèlf Koning zijn: ik' wil in mijn hart zèlf op den troon zitten. Ik' wil veel, bijna alles in Jezus zien; maar als God zegt: „Ziet, uw Koning!" — dan llik'kert mijn oog, dan komt de vijandscha.p op, en hernieuwt zich de kreet: „Neem weg, wij' hebben geen Koning 'dan onszelven!"

Wat wordt hier noodig: almachtige herschepping.

Wat wordt hier noodig: de dood van den ouden mensch.

Wat wordt liier noodig: wedergeboorte.

Beproeve ieder zich hier. Want wij misleiden onszelven zoo gemakkelijk. Wij meenen zoo licht, dat wij den Heere Jezus wel aannemen, — den A'rieudelijken lieven Heiland, - - en dat wij op^ Hem liopen, en dat Zijn Naam ons zoet is; terwijl wij heimelijk in ons binnenste zèlf koning blijven.

Legge elk zijn hart eens voor dit woord: „Ziet, uw Koning!" — en luistere dan ieder scherp toe naar wat dat hart daarvan te zeggen heeft.

En dan blijft er slechts één weg over. Altijd dezelfde. En al méér de eenige. Deze weg: , , Ziet, uw Koning!" Hij is de Koning, die alléén Ziohzelven Koning maken kan. Die koninklijk ons Jiart, (ins leven kan omzetten. En Hij wil het! O, Hij ^v i 1 het.

Zoo vouwen zich dan uwe handen, en zoo Huistere uw hart: Heere Jezus, ik wil niet; ... maar, indien gij wilt, gij kimt mij reinigen!.... O Koning!-Herschep' mijn hart....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Uw Koning.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's