GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het recht van staking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht van staking.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige artikelen is uiLeengezet hoe in onze 'kringen over het stakingsrecht geoordeeld is op het eerste christelijk-sociaal congres, door Dr Wederbragt en der) hoofdredacteur van „Patrimonium".

VII.

Hoe moet het stakingsrecht worden beoordeeld?

Öp. die vraag is in onzen eigen k'ring meer dan een antwoord gegeven, en niet alleen liepen op het eerste christelijk-sociaal congres de meeningen uiteen, al besliste dit congres ten gunste van bovengenoemd recht, 'doch tot nu toe denken onze mannen over deze quaestie niet gelijk'. D r N e-d e r b r a g t en de hoofdredacteur van „Patrimonium" sta.a.n b.v. lijnrecht tegenover elldaar. Hieruit blijkt reeds, da.t wij in dit stuk voorzichtig moeten zijn met het vellen van een principieel oordeel. Wij zijn ZOO' licht geneigd onze overtuiging aldus te f'ormuleeren, dat deze of gene maatregel op grond der Schrift geoorloofd of niet toelaatbaar is, maar - dan loopen wij gevaar hen, die een andere opinie zijn toegedaan, te verketteren. En daartoe mag het ook bij het stakingsrecht niet k'omen. De Schrift is geen handboek voor sociologie, en wat we over deze materie zeggen 'kan niet meer zijn dan onze blife^ dien wij, naar ons, inzicht in 'de Schrift, op het sociale leven hebben. Hier is het een quaestie van overtuiging. Hier beslist het geweten, en niemand dringe zijn conscientie aan den naaste op.

Is 'de staking nu geoorloofd ?

Afgedacht van alles, wat dienaangaande op het eerste christelijk-sociaal congres is gezegd, meenen sommigen deze vxaag ontkennend te moeten beantwoorden, omdat, zoo zeggen ze, het moedwillig n e e r 1 e g g e n V a n het w e r k i n s t r ij d is met ons geloof in Gods voorzienig bestel, en eigenlijk is een verzoeken van 'den Heer e. Dit bezwaar, dat dus een religieus karakter draagt, verdient alle aandacht. Degenen, die het aanvoeren, redeneeren aldus. Wanneer God ons arbeid geeft, hebben wij dat werk dankbaar uit Zijn vaderhand te aanvaarden. Daarin verhoort Hij onze bede om ons dagelijksch brood. Daarin blijkt Zijn goedheid en wijsheid, en welk een zegen is hé't, dat Hij ons nog geeft te werken. Maar als dit zoo is, staat het den mensch niet vrij den arbeid moedwillig neer te leggen. In de eerste plaats is zulk een daad in strijd met den plicht om in Gods voorzienige leiding te be-, rusten, en ten tweede werpen-wij moedwillig de gave weg, die Hij ons schenken wil. Een staking is immers een sprong in het duister. Zij is het opzij schuiven van het middel tot de vervulling der aardsche nooden, zonder dat rnen zeker is, dat een ander middel geboden wordt. En hoe kan de mensch. smeeken om alle nooddruft des lichaams, terwijl hij tegelijkertijd zijn handen laat rusten, die om dat brood moeten werken? Wordt dan het gebed geen ijdel verhaal van woorden? Is de smeeking om het stoffelijk goed dan nog wel oprecht? Verzoekt de staker God niet. Die alleen de hand des vlijtigen zegen wil?

Deze vragen zijn te vermenigvuldigen.

Ze zijn ook alleszins verklaarbaar.

Ze hebben het volste recht op een duidelijk antwoord, en wie in onze kringen het geoorloofde van de staking verdedigt, mag zich van deze gewichtige quaestie niet met een glimlach over zoo-m veel „overgeestelijkheid" afmaken. Dat is helaas wel eens te veel geschied. In de sociale actie is; door menigeen, die den naam van Christus op. zijn lippen' nam, te weinig gedacht aan de hoo-' gere, geestelijke factoren, die onzen strijd beheer-' sclien moeten, en.... heeft men q'ch altoos rekenschap: gegeven van het feit, dat wij ook' van öe aardsche dingen 'G-ode verantwoording schuldig zijn? Is elke actie om betere arbeidsvoorwaarden eerst voor 's Heeren aangezicht gebi-acht? Is bij lederen strijd om loonsverbetering de ernstige vraag gerezen, , of God er Zijn goedkeuring aan kan geven? Heeft men bij een beslissing tot staking eerst onzen' hemelschen Vader aangeroepen om vrijmoedigheid tot hét nemen van dezen maatregel? Indien niet, dan is er van een christelijfc'-sociale actie geen sprake, maar dan zijn onze menschen den kinderen der wereld .gelijk geworden. Willen zij ook in het stuk' van de staking christelijk handelen, dan moeten zij zichzelf afvragen: werpen we op deze wijze ons dagelijksch brood niet weg, en komen we niet in strijd met ons gebed? en pias als op deze vragen het antwoord duidelijk is en zöó, dat het met de Schrift overeenstemt, mag men den strijd aanbinden.

Is die strijd geoorloofd?

Laat ik' die vraag eerst bezien in verband met de berusting in 's Heeren bestel. Die berusting" zal niemand onzer onfilcennen. God vraagt van öns in Herh stil te zijn, en ons over te geven a, aii Zijn leiding. Ma, ar deze berusting, die de tegenstelling vormt met allen opstand en alle ontevredenheid, sluit onze actie niet buiten. Wij moeten berusten b.v. in wegen van beproeving door ziekte, doch dat verhindert ons niet de ziekte te bestrijden. Zoo beteekent de lijdzaamheid onder 's Heeren leiding in het sociale leven niet, dat wij lijdelijk berusten in maatschappelijke misstanden. Tegen die misstanden bebben wij ons te verzetten. Het onrecht moet tegengegaan. Het verwordene moet aangegrepen, en juist omdat in dat verwordene zooveel zonde schuilt, mogen wij het niet laten begaan. Wanneer er onderdrukking heerscht, zou het kwaad zijn, indien de tranen der verdrukten geen ."trooster vonden, en God roept ons in Zijn kracht en gunst tegen alle ongerechtigheid in te worstelen. En waar nu in die worsteling de rechtmatige sta: king ook een plaats inneemt, en' zij een uiterst middel is, om op te komen tegen sociale wanverhoudingen, behoeft zij met de berusting in 's Heeren doen niet te disharmoniëeren, en wordt zij door het geloof in de voorzienigheid niet veroordeeld.

Maar ons dagelijksch brood dan?

Mag een werfman zich moedwillig van dit brood beroven ?

Pat doet hij immers wanneer hij staak't.

Hij is niet zeker, dat de stakingskas het uithoudt.

Hij is even onzeker of zijn patroon "hem weer in 'dienst neemt.

Hij kan dus tot werkeloosheid en broodeloosheid gedoemd zijn, en dat door eigen toedoen, en staat hem dit vrij ? Wanneer zoo de vraag wordt gesteld, voelt men, dat een staker een ontzaglijke verantwoordelijkheid op zich laadt. Ik kan dan ook niet begrijpen, hoe sommige leiders van vafcvereenigingen, ook onder ons, zoo gemafefcelijk en lichtvaardig over staking kunnen spreken en toit dit uiterste middel adviseeren. Beseffen zij wel, dat de levensbelangen van tal van gezinnen op het spel worden gezet? Daarom mag ook' nimmer iemand, die wegens conscientiebezwaren niet staakt, bemoeilijkt of uit z.g.n. solidariteit tot staking gedwongen worden. Men heeft elkander vrij te laten. Christenen mogen geen gewetensdwang oefenen, en zulk een zal natuurlijk, indien zijn organisatie tot staking besloot en hij niet kan meegaan, voor die organisatie bedanken. Het is •dan ook mijn overtuiging, dat in onze christelijksociale actie allerlei socialistische gebruiken als hinderlijk volgen en posten etc. niet mogen voorkomen, en dat in ons woordenboek de naa, m onderkruiper niet thuishoort. Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. De enkeling kome door de gemeenschap' niet in de khel.

Doch nu aan den anderen kant.

De niet-staker veroordeele den staker niet.

'Tenminste niet bij een rechtmatige staking.

Want dan staan de zaken zoo-, dat er door de werkgevers sociaal onrecht gepleegd wordt; dat er toestanden heerschen, waarin de eer van den mensch wordt aangetast; dat door verkort loon en verslechterde arbeidsverhoudingen het leven gedrukt wordt; dat op het geroep om billijlcheid en rechtmatigheid geen antwoord 'komt; dat er , ., tranen der verdrukten" zijn, die geen trooster vinden, en dat elke poging om langs vreedzamen wfeg tot verandering te komen mislukt. En dan is het te begrijpen, dat onze christen-arbeiders zeggen: deze toestanden kunnen wij niet langer gedoogen; ze zijn voor God niet te verantwoorden; in dezen weg ons brood te verdienen is onszelf geweld aan doen, en voor het onrecht bukken; wij moeten het uiterste strijdmiddel aangrijpen, — en wanneer zoo, maar ook zoo alleen, tot een staking wordt overgegaan, meen ik, dat een christen, tot deze daad geperst, met vrijmoedigheid ook dan nog, of wil men dan met des te meer aandrang

mag smeeken: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; geef ons heden ons dagelijksch brood'.

Hierin verschil ik dus van Dr N eder b rag t.

Hij zegt: „er is geen sterker wapen in de wereld ter behartiging van het eigenbelang dan plichtsbetrachting, toewijding, geheele overgave aan zijn taak, bijna zou men kunnen zeggen: belangeloosheid; de christen moet het ook in .arbeidsleven daarmede durven wagen, wetende, dat God voor zijn lichamelijke behoeften zorgt". Ik wil niet ontkemien, dat in deze bewering een sterk element van waarheid schuilt, maar Dr N. vergeet twee dingen. In de eerste plaats, dat de exploitatiezucht van den patroon, die hij op deze wijze wil bevechten, juist in dezen weg kan gesterkt en gevoed worden. Wie idealiseert beeldt zich in, dat het misbruik van macht overwonnen wordt door gedurige toewijding, maar de werkelijkheid leert ons wel anders. En in de tweede plaats sluit het geloof, dat God voor ons zorgt, niet uit den strijd tegen het sociale onrecht. De groote vraag is, of de staking in die worsteling is een geoorloofd middel, en wij mogen Van die middelen gebruik' maken, al weten wij ook, dat onze hemelsche Vader onze nooden vervult.

Die beide zijn met elkaar niet in strijd.

Bidden en werken vormen geen contrasten.

Gelooven en werken zijn in den grond een.

En wie zich in den weg der middelen stelt, geloovende dat de Heere onderhoudt en regeert, waagt niets, want met God wagen we niet, maar is zeker, dat het hem aan niets zal ontbreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Het recht van staking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1924

De Reformatie | 8 Pagina's