GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Deputatenrede.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Deputatenrede.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Deputatenvergadering te Utrecht heeft haar doel niet gemist.

Van alle kanten hoort men van het weldadige enthoesiasme, waarmee do Deputaten huiswaarts zijn gekeerd.

En wie enkel maar do verslagen leest, komt reeds onder den indruk, dat daar het hart van ons antirevolutionaire volk moet zijn geraakt.

De huldiging van de heeren Idenburg en Verweijck beden treffende momenten.

De waarnemende voorzitter, mr J. A. de Wilde, wethoudei' van Financiën in Den Haag, moest van achter de vaten zijner andere besognes te voorschijn komen en toonde ongezocht zijn meesterschap in het leiden van zulk een vergadering. Menigeen zal wel gewenscht hebben, dat Mr De Wilde nog wat meer op den voorgrond trad. Hij heeft er onbetwistbaar de kapaciteiten voor.

Maar hoofdzaalc was, dat de rede van minister Colijn insloeg.

Ze ligt thans voor ons.

Een mooi stuk werk.

De stijl van minister Colijn heeft meer eigens gekregen dan eenige jaren terug. Er zit meer lenigheid in, zonder dat dit aan ds uitdrukkingskracht ook maar eenige schade heeft toegebracht. Integendeel, ook deze heeft er door gewonnen.

De brochure toont daarenboven belezenheid en toch werkt dit niet hinderlijk voor de lezers, evenmin als ze dit gedaan zal hebben voor het gehoor. Ze verkrijgt er slechts een ruimer, voornamer karakter door.

En wat alles afdoet: de inhoud is echt principieel en geeft weer, wat er in het hart van de anti-revolutionairen leeft, maar dat zij gaarne weleens onder woorden gebracht willen zien.

Wel wijst de heer Colijn er aan het eind even op, wat liij als Minister van Financiën tot stand heeft gebracht. O.a. zegt hij: „Thans is dan de taak tot herstel van het budgetair evenwicht — dank zij den steun • van meer dan één kant, doch inzonderheid van de zijde onzer eigen Kamerclub ontvangen — nagenoeg volbracht. Zij kon niet worden ten einde gebracht zonder dat hier en daar pijn werd veroorzaakt. Ware er iemand anders geweest die haar had willen volbrengen, hoe gaarne had ik mijn plaats aan hem afgestaan! Zoo iemand heeft zich echter nimmer aangemeld, evenmin als de man die wist te zeggen hoe de arbeid, om een jaailijksch tekort van meer dan 100 millioen gulden te doen verdwijnen, op andere wijze verricht had kunnen worden. De stelling mag daarom uitgesproken, dat 4iet vermoeden gewettigd is, dat zulke mannen tot de denkbeeldige wezens behooren" (bl. 23). Een zekere trots valt in deze woorden niet te miskennen. Maar het is rechtmatige trots.

Met dat al is de brochure gelukkig! geen miljoenennota geworden. Dan zou ze onzen deputaten een indigestie hebben bezorgd.

Neen, de beginselen vroegen het woord.

Reeds dadelijk deelde de spreker mede: „Die keuze van mijn onderwerp is niet vrucht van & en invallende gedachte; zij is gevolg van eene in den laatsten tijd gerijpte overtuiging, dat de zuigkracht van onjuiste begrippen, van verkeerde beginselen ook in onzen eigen kring niet geheel zonder invloed bleef" (bl. 3).

Het was een goede, noodzakelijke greep, de antirevolutionaire partij op het hart te binden: Bewaart het pand u toebetrouwd.

Verschillende beiginselen, die dat pand willen rooven, worden kort en kernachtig geteekend: het moderne strafbegrip, de propaganda voor de uitroeiing van zi-eken en zwakken, het Neo-malthusianisme en de straifeloosheid van den abortus, de moderne eugenetica, de homosexueele propaganda, de ontwrichting van het huwelijk, de ondermijning van de grondslagen van het gezag, de moderne revolutionaire demokratie, de medezeggingschap der arbeiders in de leiding van het bedrijf, de haat tegen den godsdienst, vooral uitkomend in het Leninisme, hel atheïsme in de moderne wetenschap.

Nuchter, bijna te nuchter voor een opwekkende rede wa, s minister Colijn in zijn verwachting in zake de komende verkiezingen. Niet alleen herinnert hij er aan, dat ons getal Kamerleden naar evenredigheid hooger is dan ons stemmencijfer in 1922 en dat we ons op de bezetting van hoogstens 14 zetels hebben voor te bereiden, maar hij voorziet ook, dat de anti-revolutionairen verzwakt uit den stembusstrijd zullen te voorschijn komen. „Maar dan is er nog niet gerekend met een teruggang van ons stemmencijfer, waarop we echter wèl dienen te rekenen. Immers ook bij ons zullen er teleurgestelden zijn die de hoop koesteren dat anderen hen zullen kunnen hergeven wat zij' in het afgeloopen jaar hebben moeten afstaan."

Dit klinkt haast een tikje defaitistisch. Ook wij hebben vroeger gewezen op ontevredenen in onzen kring. iVIaai' moet er niet juist op aangedrongen, dat anderen het vuur uit hun schoenen loopen om die ontevredenen te henvinnen? De aanvuring tot werken en propageoren ontbreekt in deze rede niet, maar men zou haar gaarne nog wat krachtiger hebben beluisterd.

Over de koalitie is minister Colijn allesbehalve enthoesiasl. „Samenwerking der drie rechtsche groepen blijf ik zoo na als voor het meest in 's Lands belang achten." ï'och verbergt hij zijn teleurstelling niet. Eti hij besluit: , , maar de spanning van eiken boog heeft grenzen."

Ook klaagt hij erover, dat de neutrale zone tusschen Rechts en Links blijkens de ervaring niet heel groot was.

Dan — de rede zal haar doel niet missen.

Onze anti-revolutionairen zitten niet gauw in den pat.

Ja, het lijkt er soms wel op, of ze eerst wat in den put moeten zitten om pas rechte energie te ontwikkelen.

De waarschuwing tegen de dreigende gevaren zal weerklank vinden.

Moet weerklank vinden.

Daar hebben onze propagandisten voor te zorgen.

Colijn heeft daarin volstrekt niet overdreven.

In dat deel van zijn rede stond de redenaar op het hoogtepunt van zijn kracht.

Eén vraag echter kurmen we niet onderdrukken.

Werd het positieve doel, dat we hebben na te jagen, niet te zeer in de rede gemist?

Wij hebben ons te verdedigen tegen de ongeloofsbeginselen.

Wij moeten bewaren wat we hebben.

Maar.... wij moeten ook zien te krijgen wat we niet hebben.

Afweer is noodzakelijk.

Doch opbouw evenzeer.

Niet alleen het zwaard, maar ook de truffel moet door ons gehanteerd.

Doch zoowel deze rede als ons program van actie is meer op bewaring, dan op verovering bedacht.

Dit is allerminst als kritiek bedoeld.

Maar om de aandacht op een ernstige zaak te vestigen.

Voor een korte periode kunnen we wel met enkel verdediging genoegen nemen.

Doch we moeten zoo spoedig mogelijk met positieve punten op ons program komen.

De subsidie voor de Olympiade verworpen.

Met genoegen lazen we Woensdagavond, dat het subsidie-voorstel 'voor de Olympische spelen in de Tweede Kamer met 48 tegen 36 stemmen werd verworpen.

Nadere bijzonderheden ontbreken ons op dit oogenblik nog.

Toch kan reeds dankbaar worden gekonstateerd, dat de a.-r. sprekers in de T\veede Kamer zich dapper hebben geweerd.

Prof. Visscher trapte den bal flink af.

Nu zal de pers van de overzijde wel op ons schimpon.

Ze zal ons als vijanden van de sport en dus van de kuituur aan de kaak stellen.

Dat onze mannen zich zoo krachtig voor lichamelijke ontwilckeling hebben uitgesproken, zal zij in haar beschouwingen wel negoeren.

Maar dit deert ons niet.

Men is erg beducht, dat ons aanzien in het Buitenland zal worden geschaad.

Doch ‘t zou ook kunnen, dat, wanneer de motieven, welke bij de a.-r. partij voor de voinverping golden, daar bekend worden, men daar respekt zal hebben voor onze opvatting.

Deze verwerping beteekent een getuigenis tot boel de wereld tegen den geest, dezer eeuw.

En dat is wel wat spot en hoon waard.

Inmiddels kunnen we de gestes van het Kabinet in deze niet bewonderen.

Correspondentie. A. B. te Z. Ik hoop erop terug te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

De Deputatenrede.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's