GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dwergscholen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dwergscholen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Wanneer we den voorslag van Dr van der Vaart Smit nader bezien, dan blijkt 'verder, dat de schrijver — trouwens hoe zou het ook anders kunnen? — wel gedacht heeft aan de mogelijkheid, aan de waarschijnlijkheid zelfs, dat ook bij een regeling, zooals hij' dien zich denkt, toch op eenzlelfde dorpj christelijke scholen van onderscheiden richting zouden bhjven voortbestaan, of zouden Vorden gesticht.

Maar ingeval van zulk een splitsing wil hij! toestaan „pondspondsgewijze" te verdeelen, datgene, wat anders aan één school zou worden uitbetaald'. Dit ook om een „lichtvaardige onderdrukking door een meerderheid" te voorkomen, zoowel als ©en „lichtvaardige uittreding door ©en minderheid”.

We beginnen met te doen opmerken, dat het ook altijd nog mogelijk is, dat er menschen zijn, die er prijs op stellen een school van eigen richting te hebben, zonder dat er nog van „lichtvaardige onderdrukking" behoeft sprake te zijn. Er zijn h.V, gevallen, waarin men naast een school voor C. N. S. een school van „Volksonderwijs" sticht, wijl | men a priori overtuigd is opi zulk een school wèl en op de C. N.-school niet een groot getal kinderen van op den geestelijken zelfkant levende ouders te zullen krijgen. Hier is noch van een onderdrukking, 'die lichtvaardig heet, noch van een even lichtvaardige uittreding sprake.

Evenzoo is het bij gevallen, waarin een'Gereformeerde school werd opgericht, menigwerf in die beste harmonie met ©en C. N.-Zusterschool toegegaan. Het beginsel kan 'dringen om op te treden op een wijze, die — ze moge dan al d u u r zijn — toch voor het geestelijk welzijn van de kinderen, die men op het oog heeft, eisch is.

Maar grooter is ons bezwaar, dat we hebben.

tegen heel den .gedachtengang v^an den geleerden schrijver.

In dien gedachtengang toch viind ik een geringschatten yan de ^onfessioneele verschillen, die er onder de protestantsche christenen zijn. Er is hier een nivelle'eringsgevaar, dat we niet uit het oog moeten verliezen.

Schrijver zelf spreekt van ©en. confessioneele school. Maar indien inderdaad die school confessioneel moet zijn, dan komen we al onmiddellijk yoor de gewichtige vraag, hoe die confessie, bij de practijk yan het onderwijs, zoowel als in het statuut yan de vereeniging moet zijn. Ik stel nu voor, dat zeer yeel Gereformeerden met niet minder dan met „de Drie Formulieren yan Eenigheid" tevreden zouden zijn, en aeer yele eüiischen daarentegen zouden yan zulk een 'gcherpe omschrijving niet yeel moeten hebben. De door den schrijver genoemde, de protestantsch-christelijke school, is tenslotte een school boven geloofsverdeeldheid. Maar "wij, kinderen van onzen tijd, en (ïhristenen van onzen tijd, zijn nu. eenmaal christen yan bepjaald© confessie. En dat zal ook 'in de schoolwereld doorwerken.

En nu zegt Dr v. d. V; . S.: „ja maar... alleenj de staatskas beperke zich tot 't voorgestelde minimum". „D© vrijheid mag hieraan niet worden vastgelegd. Wil men splitsen boven wat de wet vergoedt, men wete het zelf, doch betalen 't ook ZELF" (spatiëering Dr y. d. Y, S.)

Zie, dat lijkt me nu met recht ©en yerloreni schoolstrijd.

Wanneer Dr Smit ook zelf e©ns ind©nkt, wat dit beteekent, dan zal hij moeten erkennen, dat dit is een gematigde herhaling van den tO'Sstand van voorheen. Maar dan toch een herhaling.

Immers hot geven van onderwijs was al zoo iang „vrij".

En het bezwaar tegen den onden toestand was niet, dat we geen scholen mochten oprichten, maar dat we, wanneer we de oprichting voor elkaar hadden, ook zelf moesten betalen. En intusschen ook nog moesten meebetalen yoar cÜle andere onderwijs.

En nu zal het worden: gij als christenen al t© saam moogt één school hebben. Die betaalt de Overheid. IVIaar zoodra ge krachtens uw geweien u verplicht acht de doopsbelofte, het „naar de voorzeide leer" op uw wijze en naar Gods Woord te beleven, zooals gij, en anderen mèt u het zien, dan betaalt ge 't self, bf althans voor een goed deel.

Zoo zet de Overheid bij deze regeling een premie op het afslijten van de scherp© kanten van het beginsel. Immers het beleven van uw ejgen beginsel .moet ge betalen. Vroeger moest ge' betalen zelfs wanneer ge de groote lijn ook maar eenigszins wildet volgen. Thans zou het dan worden, «iat ge de groote lijn kunt volgen op staatskosten; maar meer precies uw eigen richting volgen — dat moet ge zelf betalen.

En we voorzien, dat deze regeling juist tot „lichtvaardige onderdrukking" aanleiding zal geven — van allen kant —; en dat juist omdat voor ide meesten niet alleen de „lichtvaardige", maar ook de wèl gemotiveerde „uittreding" onmogelijk is gemaakt.

Dat nu in zeer vele gevallen juist ons Gereformeerd schoolonderwijs hier de dupe zou worden, zal m.i. heel gemakkelijk worden verstaan.

Immers in zeer vele gevallen , ^n de menschen van gereformeerde confessie (ik spreek hier nog niet eens over „kerkelijk gereformeerd") in de minderheid op plaatsen, die hier werkelijk in 't geding zijn. In plaatsen toch, waar de scheidingslijn: modern-gereformeerd, heel scherp loopt, zonder overgang zal er van moeiten niet zooveel sprake zijn.

Maar juist in plaatsen, waar een meer groote nuanceering van richtingen is, tusschen uiterst mo^ derii en beslist confessioneel, is er gevaar, dat de gereformeerden de lijdende partij' worden, bij een regeling als de voorgestelde.

En nu denk ik b.v. aan „Gereformeerd Schoolverband”.

Wat moet dat dan?

Hoe heelt zich de schrijver dergelijke invloedrijke en reeds jaren met eere bestaande organisaties gedacht?

Practisch beteekent de voorslag van den schrijver een opheffing van „Gereformeerd Söhoolverband" — om van andere „vereenigingen" nog niet eens te spreken.

Het ware zeer wenschelijk geweest, indien Dr y. d. V. S. zich over deze dingen, di© tqch zeker niet aan zijn aandacht ontgaan zullen éjn, eens hadde uitgesproken.

Temeer, waar de schrijyer toch zeker gedacht heeft aan 't geen het dichtst bij huis is, en hij ook weten kan, dat juist „Gereformeerd Schoolverband" in de laatste jaren zoo krachtig leven openbaarde.

En hier komen we aan een volgend punt.

Het is steeds gevaarlijk, wetten te niaken, di© niet leven in de volksc'onscientie; maar het is méér dan gevaarlijk, wetten te maken, die ingaan tegen hetgeen in het volksleven"aanwezig is, en tegen hetgeen in de volksöonscienti© sterk en klaar spreekt.

En nu zegge men niet, dat in ons theologiseerend landje dan ruimte gegeven moet worden voor een splitsing tot in het oneindige. Ook het volksgeweten zelf erkent, dat voor de vorming vlan een „school" steeds eenige tientallen kinderen bijeen moeten zijn.

En richtingen als „de gereformeerde" en „de ethische" behoeven niet tot een algemeenheid als „protestantsch-christelijk" herleid te worden om ze bestaansrecht te geven en om dat bestaansrecht te doen erkennen.

Wat men nu ook in onzen tijd van het gereformeerd leven zeggen moge, niemand zal kunnen staande houden de bewering, dat ons gereformeerd schoolleven niet, in bloeienden toestand is; er is belangstelling in en liefde voor de zaak van ons Gereformeerd onderwijs.

Dat is een zeer gelukkig verschijnsel.

Maar zou dan van degenen, die zich voor dat Gerefoimeerd onderwijs interesseeren, wel iemand geneigd zijn de oplossing te zoeken in de richting, waarin Dr v. d. V. S. die zocht?

En dan — onze Grondwet zegt:

„Het bijzonder algemeen yormend lager onder-„wijs, dat aan de bij de wet yast te stellen voor-„waarden voldoet, wordt naar denzelflden maatstaf „als het openbaar onderwijs uit de opienbare kas „bekostigd.”

Nu kunnen die „voorwaarden bij de wet te stellen" betrekking hebben op reglementair vast te stellen punten, als: minimum-aantal kinderen, lesuren, vakken en dergelijke. Maar het is voor mij niet twijfelachtig, of dit artikel zou nooit aangenomen zijn, indien bij die „voorwaarden" ook kon komen „het van een richting zijn, die de regeering erkende". Dat is — zooal naar "de letter — dan zeker niet naar den geest van het artikel.

Resumeerende zeggen we dus: de voorslag van Dr v. d. Vaart Smit lijkt ons onaanneme-1 ij k wijl zij practisoh onuitvoerbaar is; tegen den logischen ontwikkelingsgang van ons onderwijs ingaat; het goed recht der richtingen in het gedrang brengt; het positief-confessioneele onderwijs in gevaar 'brengt; tegen de volksconscientie ingaat; en niet is in overeenstemming met den geest van de Grondwet.

Nu zal men zeggen: maar afbreken is gemakkelijker dan opbouwen. Hebt gij dan een oplossing ?

Ik erken: de zaak yan de oplossing is niet gemakkelijk.

Maar nooit mag, wanneer het er om gaat een weg te vinden tusschen'de moeilijkheden dóór — dat is: het belang van de schatkist en het allesoverheerschend belang van het beginsel, de oplossing zóó gezocht worden, dat óf:

a. de vrijheid van ons onderwijs wordt aangetast, èf i

b. de g e 1 ij k s t e 11 i n g yan richting wordt ongedaan gemaakt.

Staat dat vast, dan willen ook wij wel pogen te zeggen, in welke richting we een oplossing zien.

Meer dan 'enkele 1 ij n e n trekken kunnen we hier niet doen. Maar toCh zullen we pogen aan te wijzen op welke punten belangrijke veiligheid voor 's lands middelen is te vinden, zonder dat nog de volledige vrijheid van onderwijs wordt aangerand, of aan het goed recht van eenige richting te kort wordt gedaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Dwergscholen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's