GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sentiment of geloofsdaad ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sentiment of geloofsdaad ?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eu nu, wat verwacht ik, o HEERE? Mijne liope, die is op Ü. Psalm 39:8.

(.laarwisseling.)

Op Oudejaarsavond en Nieuwjaarsmorgeo wordt ons bewuste leven veel meer door het sentiment clan door het intellect bebeerscht.

Daarom kan ook na do twaalf beslissende klokslagen de stemming zoo gemakkelijk in haar tegendeel, omsla.an.

Want niets is meer voor verandering vatbaar dan 'stemming.

Ga maar na.

Op den laatsten dag van het stervend jaar is er bij ons weemoed over wat voorbij-ging, droefheid over het vergankelijke en ijdele van ons leven.

Wij hebben het weer gevoeld: niet d i t. was het ergste dat Vreugd en smart, blijdschap en tranen, voorspoed en tegenheden voorbijgingen, ionder ooit weeir 'te keeren, maar veeleer dat we van onszelf moesten zeggen: wij vliegen daarheen. Onze dagen zijn - een 'handbreed; immers is een ieder mensch, hoe vast bij staat, enkel ijdelheid.

M^aar op den Nieuwjaarsmorgen, dan schijnt opeens alles veranderd.

Wie keeren terug .ivan de , begrafenis van het doode jaar.

De ernstige trek olntplooit zich op ons gelaat.

We moeten immers verder.

Het leven ligt voor ons.

Daar is een taak die ons wacht.

Daar is arbeid, die roept.

Ligt er niet iets schoons in, een gloednieuw jaar te ontvangen uit ide hand onzes Gods?

Daarom beginnen weöat nieuwe jaar met nieuwe vreugd.

Vol moeds gaan "ft'e wandelen op ruimer jsaan.

We zullen ons in jGods mogendheid opmaken om tegen de oude zonden met meer kracht dan vroeger te kampen, 'óm met meer bezieling den Hcere te dienen, om nmiger te gelooven, vuriger te hopen, oprechter lief te hebben, kloeker te strijden.

Met nieuwe'vreugd nemen we 'den reisstaf op; er trekt een glans over ons gelaat. Nu eindelijk zal het van ons gelden: zij gaan van kracht tot kracht steeds voort!

Maar wat is er dan veranderd in ons leven, door die twaalf slagen van de klok?

Alleen onze stemming is veranderd.

Niet de werkelijkheid.

De nieuwjaarsdag is eigenlijk veel ernstiger dan de oudejaarsavond.

Want er is nu nog onzekerheid bijgekomen.

Nog zijn onze dagen een handbreed gesteld.

Nog vliegen uren dagen maanden als een schaduw heen. .

Nog leven we in louter onbestendigheid.

Nog is ieder mensch, hoe sterk hij sta, enkel ijdelheid.

Neen, we weten niets meer, en we hebben niets meer dan den vorigen avond.

Eer minder.

Toen zagen we bij dalend zonnelicht over een reisweg van een jaar terug.

Nu wandeleji we in .de mist, en zien geen handbreed vooruit.

Is het dus alles pure inbeelding, louter onwezenlijkheid, die stemming der zoetweemoedige uren, bij de wisseling van het jaar?

Volstrekt iliet.

God bebeerscht ons zieleleven ook' door sentimenten. Juist van die sentimenten kan zoo'n sterk emotioneele kracht uitgaan, als de H. Geest Gods ze verdiept, en er geestelijk verlangen uit doet kiemen.

Maar dan moet het van sentiment tot geloofsdaad komen.

O, laat ons bij een blik op de klimmende onzekerheid doen wat David deed, toen hij nagedacht had over het ijdele van het leven.

Hij ging er niet over tobben.

Hij ging er niet over murmureeren in stilte.

Hij ging er niet over klagen tegen de menschen..

Hij ging er over spreken • tot zijn God.

Hij stelde zijn sentiment onder de tucht van het Woord, van het Verbond, van de belofte Gods, Opdat het niet als.een zeepbel verwaaien zou.

Dat is een daad van geloof.

Dat is een daad van gebed.

Om het nieuwe jaar.iii Gods kracht, blijmoedig, en toch met heiligen ernst te beginnen, moeten we eerst den berg des gebeds beklimmen.

Dan zal het afdalen naar de andere zijde ons gemalikelijk vallen, en we zullen moedig wandelen op den weg des Heeren.

En nu, wat verwacht ik' o 'HecTe? mijn hope, die is op U.

VoO'r David had God laten dagen 'het licht van een nieuwen morgen.

Zijn klagende, vragende ziel was door diepe benauwing gegaan, .zóó zelfs dat hij bad: Heere, neem mijn ziel van mij.

Maar nu heeft God nieuwe veerkracht in zijn ziel gegeven.

Hij heeft zijn sentiment uit mineur in majeur overgeleid.

Uiterlijk is er nog niets in zijn bestaan veranderd. Dezelfde bittere vijanden dreigen nog. Nog is het leven kort, onbestendig de voorspoed, maar zeker de naderende dood. En dreigend de komende strijd.

Maar in zijn ziel is alles anders gekleurd.

Hij geeft zich over in de hand van zijn God.

Hij mort niet langer. Hij zwijgt. Hij buigt. Hij aanvaardt. Hij voelt de nabijheid van zijn"sterken God, Zou hij dan niet veilig zijn ?

Daar ligt de bezieling van het nieuw 'beginnen in. De overstap uit het verleden in het heden, en n.aar de to '-.omst.

'Nu dan!

Dat is het strekken van de stramme knieën, het opheffen' van de trage handen.

Van het vage sentiment komt het nu tot 4e bewuste daad van het geloof: En nu, wat verwacht ik? o Heere, mijn 'hoop die is op U!

Uit de wisselende stemming heft bij zijn ziel op tot zijn onveranderlijken God, om in Hem rust en vrede, vertrouwen en vreugd voor de toekomst te. vinden.

Hij hoopt op zijn Ontfermer.

Laat ook ons die belijdenis der hope vastliouden, opdat we boven de stemmingen van het oogenblik ons in geloof mogen verhefFen, en rust vinden in den Eeuwige.

Die hoop beschaamt niet, mits zij vracht zij van oprecht geloof en van vertrouwensvolle overgave aan den Heere.

Die hoop hangt niet in de lucht.

Zij is verankerd in het Woord.

Zal de Heere, die het meerdere gaf_, (Christus) ons het mindere onthouden?

Zal Hij niet met hem alle dingen schonken ?

Hij, die van plan is al Zijn kinderen veilig te brengen in het Vaderhuis, zal 'Hij hüu onderweg zijn hvdp en veilig geleide onthouden?

Geef u aan Hem over, opdat uw ziel in Hem ruste.

Betrouw op Zijne beloften.

Dan hebt ge alles. Want go hebt Hem.

Zelfs in den nacht moogt ge Zijn lof.zingen.

Wat u ook overkomt, vrees niet. '$111^1!;

Neem den staf ter hand.

.Hef het hoofd moedig op.

De Heere zal uw Herder zijn.

Werp .al uw bekommernis op Hem.

Hij zorgt voor u.

Klaag Hem uw nood.

Zing Hem uw vreugd.

Wees in geen ding bezorgd, maar laat uwe begeerten in alles, door bidden en smeeken, met dankzegging bekend worden bij God.

Verwacht het niet va.n het leven, - noch'van de omstandighedeji. Van voorspoed noch van welvaart. Maar ook niet van 'knris of leed.

Verwacht het alleen van uw God.

'En zeg het tot Hem, in kinderlijke overgave: En nu, wat verwacht ik. o Heere, mijn hoop, die is op U.

„Gij immers wilt of zult nooit onze hoop beschamen. Den Heer zij eeuwig lof, en elk zegg' Amen, Amen."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Sentiment of geloofsdaad ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's