GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PINKSTERVUUR.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PINKSTERVUUR.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pinksteren roept de christenheid toit bezinning.

Het tegenwoordige Christendom hjkt zoo afgeleefd.

Het schijnt aftandsch te zijn geworden.

0e christenen zijn over het algemeen zulke erg gewone menschen.

Zij maken een makken, matten indruk.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen.

Maar de één-uit-de-massa-christenen is een slappe figuur.

En hoewel ons, G-ereformeerden, eenige lof betamelijk is, make men dien lof om der waarheid wil toch niet te groot.

Die lof kan niet klein genoeg worden gehouden.

Om op de massale christenheid te toiornen, hebben wij waarlijk niet zoo: heel veel reden.

In offervaiardigheid onderscheiden we ons wellicht een weinig van de meesten.

Aan verwatering in de leer doen wij niet mee.

Tegen verwereldlijking in het loven verzetten we ons sterker dan eenige andere richting.

Gewis, er hapert nog veel a, an onze belijdenis. Het volmaakte hebben we lang niet gegrepen. Maar we jagen toch.

Ons leven is niet altijd Christus waardig. Wij struikelen allen dagelijks in vele. Maar de onderlinge waarschuwing en terechtwijzing ontbreekt niet.

Wat men smaJe, bij leven zooiwel als bij leer worden de wachten uitgezet.

Ma, ar waaraan het ons niet in de laatste plaats schort is: vuur.

Soms komt het vuur even te voorschijn.

Doch voornamelijk, wanneer wij ons tegenover vijanden zien geplaatst.

Op meetings, waar de een of andere tegenstander wordt bestreden, wordt openbaar, dat wij toch nog bezieling kennen.

In het gewone leven is daarvan echter weinig te bemerken.

Waimeer wij maar met rust worden gelaten is het ons allang goed.

Zelfs de prediking is vaak verre van gloei d.

De waarheid wordt zuiver — voorzoover dat in een zondige wereld mogelijk is — verkondigd. Nieuwe gezichtspunten worden er geopend. Veel studie wordt er aan de bediening des Woords besteed.

En de vraag zweeft op' de lippen: wat wil men nog meer.

Och, het komt er niet zooveel opi aan wat „men'.' wil.

De hoofdzaak is wat God wil.

Christus wil, dat de dienaars van het evangelie op Zijn voetspoor zullen leeren als machthebbende en niet als de Schriftgeleerden.

Dat zij gezanten zullen zijn, die de kerk en de wereld tot verzoening bidden.

Dat zij bevangen zijn door den schrik des Heeren en de menschen — alsof het in hun vermogen stond! — zullen bewegen tof het geloof.

Dat de boodschap niet maar staat in een preekboekje (waarvan wij op zichzelf allerminst kwaad spreken), dat die niet maar meer of minder voorbereid vastligt in het geheugen, doch dat die him brandt op de tong.

Dat zij, die arbeiden in het Woord en in de leer, blijk geven niet te kunnen zwijgen en te moeten spreken op straffe, dat anders de steenen van het kerkgebouw zullen begimien te roepen.

En wat, er achter de gesloten deuren van debinnenkameren voorvalt — daarover kunnen wij niet rapporteeren.

Maar dat de haard van heilig vuur er hooge warmte uitstraalt, blijkt uft de leven& openbaring der geloovigen niet. ï

Indien er vuriger werd gelieden, zouden er stellig verrassender uitkomsten zijn.

Indien het daar heet toeging, zoiuden de resultalen niet uitblijven, zouden de daden het wel verraden.

Het christendom verkleumt.

Is het wonder, dat sommige christenen zich walmen in de zaal van den hoogepriester, bij de krijgsknechten en de dienstmaagd?

Zochten zij enkele tientallen meters verder, in de zaal, waar de discipelen bijeen zijn, waar de Geest nederdaalt!

Daar maakt de Heilige Geest Zijn werkingen zichtbaar door verdeelde tongen als van vuur!

Waar de Heilige Geest is, daar is vuur.

Het' tegenstajid bieden a, au Zijn werking wordt dan ook genoemd een uitblusschen van den Geest. (1 Thess. 5:19).

Zijn vuur is niet het verterende vuur, dat Elia inriep of waarmee de discipelen de Samaritanen wilden treffen.

M.aar het is het koesterende vuur, dat da zielen bezielt, dat ze warm maakt voor God, waarmee zij, die met den Geest zijn aangedaan, anderen in brand steken voor Christus.

Het is het vuur, waardooT Petrus' tong werd gedreven om een machtigt; Finksterrede te-houden met het gevolg, dat oaigeveer drieduizend zielen verslagen en gered werden.

Dit is de groofsche beteekenis van Pinksteren, dat God dit vuur van de aarde niet heeft weggenomen.

Want Christus is opgenomen in den hemel.

Maar de Geest blijft.

Christus zal wederkomen.

Maar de Geest niet, want Hij zal van de kerk niet scheiden.

Waar is dan dat vuur?

De „Pinksterbeweging" in onze dagen antwoordt: het is bij ons.

Het vuur is evenwel veelszins kunstmatige

Het is vuurwerk.

Neen, dat vuur is nog altijd in de kerk.

En indien gij er dan weinig van gewaar wordt, is dit wel het voldingendst bewijs, hoezeer in onze dagen de Heilige Geest wordt bedroiefd.

Gij zult ter gelegenheid van het Pinksterfeest ook : dit jaar in kerk' en blad wel weer hooren klagen, dat de wereld zoo weinig van Pinksteren begrijpt.

Dit klagen geeft echter alleen pas, wanneer een ieder eerst het luidst klaagt vanwege zichzelf en vanwege zijn zonden.

Anders wordt de wereld een prachtige bliksemafleider.

Gij waant uzelf en uw kerkelijk' huisje veilig.

Hoogstens zucht gij dan: 't kon met mij, wel beter zijn gesteld. Maar dadelijk hebt gij den troost bij' de hand: 't kon met mij ook erger, want kijk maar naar de wereld.

Ja, kijk maar naar de wereld!

Daar slaat het vuur van den onheiligen geest hooger uit daji bij ons het vuur van den Heiligen Geest.

Welk een vuur bij den Dageraadsman!

Welk een vuur bij den S. D. A. P.'er!

Welk een vuur bij den bolsjewiek!

Welk een vuur bij den tooneelspeler!

En de menschen zeggen: dat moeten wij gaan zien, want vuur trekt.

Maar zij zeggen niet: laat ons de kerk binnengaan.

Want zij weten het wel: daar lirandt geen vuur. In Rome's tempels zijn wat kaarsen ontstoken. Maar diC' warmen niet.

En als zij per abuis eens een kerk binnenloopen, zien zij menigmaal op den kansel een man, die zichzelf onder zijn preeken konsei-veert en een menigte, in wier oog niets sprankelt van hemelschen gloed.

Eeiden schijnen soms meer slachtoffers vain hun plicht, dan dat zij niet laten kunnen in preek en in psalm te vertellen de groote werken Gods.

En nu gaan we eer Pinksteren vieren.

Net als andere jaren?

Inderdaaid ?

Dat zou een ramp zijn.

Zal dan de Geest opnieuw worden bedroefdi?

Pinksteren roept de christenheid toit bezinning.

Het vuur van den Heiligen Geest is er nog.

Het is in de kerk.

Maar het smeult.

Hoe kan het worden aangeblazen?

Men zie geen opwinding voor heilig vuur des Geestes aan.

Zóó slaat de Geestesvlam niet uit.

Maar door bedroefd te zijn, omdat de Heilige Geest door de christenheid bedroefd is.

Door te smeeken: Ontwaafe, Noordenwind! en kom gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof.

Eij dat niet alleen op Pinksteren, maar al uw levensdagen.

En dat niet alleen voor uzelf, maar voor heel de kerk.

En dat niet alleen op uzelf, maar daartoe uitnocdigend al het volk des Heeren in uw omgeving.

Er moet een kerkelijke beweging komen tot aanwakkering van het Geestesvuur.

Die heeft geen uiterlijke organisatie noodig.

Die heeft aanhoudend gebed noodig.

En dan gebeurt het!

Dan blaast de Geest Zijn vuur in de kerk weer aan.

Dan zal Christus in Zijn gemeente worden. heerlijk

Dan zal het liefdevuur niet warden gedoofd.

Wel zullen de Pinkstergaven niet terugkeeren.

We zullen niet spreken in vreemde kïanlfen.

We zullen niet begiftigd worden met uitlegging van die klanken.

We zullen geen dooden opwekken.

Maar we zullen inwendig warm zijn.

En naar buiten zal .het Geestesvuur vooral van invlO'ed zijn op de tong.

Want het symbool des Geestes blijft: verdeelde tongen als van vuur.

Wat zal er dan gepredikt worden!

AVat zal er dan gezoaigen worden! •

AVat zal er dan gezoaigen worden! • Wat zal er dan zelfs door de eenvoud igsten geëvangeliseerd worden boven de propaganda van de revolutionairen uit!

Wat zullen er dan een jonge menschen, die thans door ons leven zonder vuur worden afgestooten, profeteeren!

Zal die tijd ooit komen?

Pinksteren roept de christenheid bezinning. tot

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PINKSTERVUUR.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's