GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerlcbljliels.

In dezen tijd van het' jaar brengen velen hun varantie in het buitenland door.

De minst aangename dag is voor den Gereformeerde dan dikwijls de Zondag.

Hij mist gewoonlijk de Gereformeerde prediking.

En nu zou het te stout z'ijh gesproken, dat ook een andersoortige prediking hem niet tot zegen zou kunnen zijn.

Toch kan, wie een meer zuivere verkondiging van Gods Woord gewoon is, geen onverdeeld genoegen smaken, wanneer hem het minder zuivere als zielespijs wordt voorgezet.

Hoe volop hij overigens ook geniete, om den Zondag verlangt hij in den regel naar het bevoorrecht vaderland.

Wijl voor ons gebed en prediking de hoofdzaak zijn in den eeredienst, moet deze daarnaar door ons worden beoordeeld.

In bijkomstigheden kan men echter van het ^uiitenla.nd veel leeren.

Wij gaan hier nu 'geen vergelijkingen op verschillende punten trekken.

Op één punt willen we echter de aandacht vestigen.

Meestal brengt in het buitenland niemand zijn bijbel naar de kerk mee."

Maar men vindt óf op !de hem gewezen plaats een bijbel met liederenboek.

Of zij, die iemand naar de plaats geleiden bieden den kerkbezoeker van beide een' exemplaar aan, dat hij later weer teruggeeft.

De bijbels zijn uniform van formaat, de drak duidelijk leesbaar. De liederenbundels evenzoo.

De naam van de kerk is gewoonlijk in den omslag ingedrukt.

Dat alles geeft een indruk van orde en nelheid, welke prettig aandoen.

De praktijk schijnt uit te wijzen, dat ontvreemding van kerkboeken niet of niet noemenswaard voorkomt.

Anders zou dit gebruik natuurlijk niet zoolang hebben stand gehouden.

Doch kom nu eens in onze kerken.

In de banken der kerkeraadsleden prijken keiurige bijbels, liefst de uitgave van Kuyper, .Rutgers en Bavinck met de psalmen erin en de formulieren zijn van de bekende boekdrukkersgrill en gezuiverd.

Maar in de overige banken en stoelen?

Wie een vaste plaats heeft, laat daar wellicht zijn bijbel en psalmboek liggen.

De anderen dragen ze mee naar de kerk of doen zonder.

Sommigen vergenoegen sii/h met het Nieuwe Testament alleen plus psalmen.

Ook zijn er die alleen met 'n psalmboek volstaan.

De kerkboeken vormen een kakelbont gezelschap.

Ze zijn in allerlei formaat vertegenwoordigd en dateeren van meer dan een eeuw geleden tot heden.

Men vindt er, die. met zoogenaamde „Duitsche" letter zijn gedrukt naast andere, die fonkelen van nieuwheid.

Hoewel in onze kerken de Evangelische Gezangen hebben afgedaan, treft men toch altoos nog erfstukken aan, waarin die de „schoonste" bladzijden vormen.

Jonge oogen worden bedorven door het turen in een boekje niet grooter dan een lucifersdoosje.

Als men hierop eens let, geeft dit een rommeiligen aanblik.

En nu wordt er van den kansel vaak op aangedrongen om te zorgen, dat men den geheielen bijbel in de kerk voor zich heeft.

Kerkbodes leggen deze vermaning vast in schrift.

Velen geven er gehoor aan.

Maar velen blijven ook als doof.

Zijn de laatsten nu zoo sterk te berispen?

Rekent men wel genoeg met praktische be^ z war en?

Wanneer het warm weer is wordt de bijbel, in transpireerende hand gedragen, er niet beter van en verliest spoedig zijn frischheid'.

Regent het — len hoe dikwijls is dat in ons lieve land niet het geval? — dan heeft men moeite zijn kerkboeken afdoende te beschermen.

Onze kleeding van tegenwoordig is er ook niet op berekend om bijbels van behoorlijke grootte in te bergen.

Vroeger zag men weleens de kerkboeken van een heel gezin in de achterzakken van een gekléede jas verdwijnen.

De zakken puilden, wel wat uit, maar dat kwam er minder op aan.

Met de afschaffing van dergelijke kleedingstukken hielden ook. die ruime bergplaatsen op te bestaan.

Er bestaat dan ook geen reden het tegenwoordig geslacht te verwijten, dat het zooveel zwakker meeleeft dan een vorig, en daarvoor als symptoom aan te wijzen, dat het dikwijls zoader bijbel naar de kerk gaat.

Behoorden met de verandering van het getij ook niet de bakens te worden verzet?

Kon niet op andere en treffelijker wijze in de behoefte worden voorzien?

Ziet, wij bouwen kerken, die een sieraad zijn voor de omgeving.

Uurwerk en luidklok worden niet langer tot de overtollige weelde gerekend.

Het interieur moet aan aesthetische eischen voldoen.

De zitplaatsen worden zoo gerieflijk mogelijk gemaakt.

Maar voor Gods Woord wordt niet die zorg gedragen als wel betaamde.

Als men zijn oog over de kerkboeken laat gaan, spreekt een sterk kontrast m^t al het overige u weinig goedkeurend toe.

Alles is in de puntjes.

Doch voor de kerkboeken schijnen enkele stalletjes van een paar boekenjoden geplunderd. Er is weinig eerste hands, veel tweede en derde hands bij.

Toch ware aan dit euvel gemakkelijk tegemoet te komen.

Wat zou de aanschaffing van nieuwe bijbels en psalmboeken, die eigendom van de kerk zijn, bedragen op de bouwkosten en inrichting van een nieuwe of de verbouwing van een oude kerk?

Een luttel bedrag!

Ziou het zoo in de papieren loopen, als iedere kerk, die aan nieuw-noch verbouw toe is, een kerkbijbelfondsje vormde?

Wat zou daarvoor jaarlijks moeten worden bijeengebracht?

Immers een kleinigheid!

Waarom juist op Gods Woord bezuinigd?

Onze kerken staan vierkant tegenover klerikalisme.

Maar hier is toch een klerikalistisch insluipsel.

Wie tot ambtsdrager wordt verkozen, mag gebruik maken van een kerkdijken kerkbijbel.

Het volk echter een paar treden in de laagte moet zelf maar zien hoe het zich te dezen aanzien redt.

Zoo wordt het natuurlijk niet bedoeld.

Doch een fijnvoelend vreemdeling zou die opmerking licht kunnen maken. ,

Heusch, op dit punt zijn we niet konsekwent genoeg.

Zijn we te konservatief.

Als een kerkeraad niet veel voor verbetering in deze voelt, zou hij kunnen bepalen, dat ook de kerkeraadsleden hun bijbels telkens mee naar huis nemen en weer mee in de kerk brengen.

Misschien .^..

Maar nu zou ik al te ondeugend worden.

Het betreft hier wel geen ingrijpende reformatie.

Toch is ze niet zoo onbelangrijk als men wellicht bij het eerste lezen meent.

-^ Al te stevige itoliecte-zaltjes.

Nog een vakantie-ervaring!

Hoever het gebruik is doorgedrongen, kunnen' we niet beoordeelen.

Maar in sommige stadskerken doen den laatsten tijd kollekte-zakjes hun omloop in de kerk, welke van extra-stevig makelij zijn.

De ijzeren in fluweel gehulde rand wordt versterkt door een onbeschermde koperen staaf, die den mond van het zakje in tweeën deelt.

Ge begroet dat misschien als een heuglijk verschijnsel.

De koliekten worden de laatste jaren zoO' zwaar, dat de ijzeren hoepel zou doorbuigen, indien die niet gestut werd.

Benijdenswaardige onnoozelheid, indien gij hier achter u.w overpeinzingen een punt zet.

Maar. vergelijkt ge de opbrengst van de koliekten van thans met die van vroeger da.n begint ge toch aan dat stevigheidsdoel te twijfelen.

Zooveel meer wordt er niet gekollekteerd.

Dat koperen staafje moet wel een andere beteekenis hebben.

Welke kan dat anders zijn, dan dat het noodig is gebleken te beletten, dat uit de kollektezak iets zou worden ontvreemd in plaats van erin geworpen ?

Waarlijk, een zeer ernstige reden.

Eén die te denken geeft.

Eén die pijnlijk aandoet.

In de samenkomsten der gemeente bevinden zich blijkbaar individuen, die wel hooren. voorlezen , , gij zult niet stelen", maar die desondanks zich aan de heilige gave vergrijpen.

Kerkroovers!

Dat staafje, dat u soms moeite geeft om uw rechterhand niet te laten weten wat uw linieer doet, doet zoo niet aan uw geloof, dan toch aan uw gevoel van te verkeeren in de gemeenschap der heihgen licht eenigen afbreuk.

Het is wel schrijnend, dat men zelfs in de kerk elkander niet meer kan vertrouwen.

Het is mij niet bekend, dat in vroeger tijd ooit zulk© maatregelen behoefden te worden genomen.

Hier zou dan wel diep verval openbaaj worden.

Een verademing is het daarom schier, als gij buiten weer eens een ouderwetscl". kolleklezakje voor u krijgt.

Hier is de korruptie nog niet doorgedrongen.

Bier ligt niemand onder verdenking.

Aan die verademing heeft men echter niet genoeg.

De vraag is niet te onderdrukken: moet dat in die stadskerken nu zoo blijven?

Rechercheurs kunnen hier weinig beginnen.

En het strookt niet met het wezen der kerk om die permanent in haar dienst te stellen.

Is het niet veel beter, dat zoo grondig mogelijk met het kollekte-systeem worde gebroken?

Op veel plaatsen heeft men de koliekten voor de kerk reeds afgeschaft.

De kerken met de „staafjes" die ze nog mochten houden, behoorden wel onverwijld met die afschaffing mee te gaan.

De vaste bijdragen dienen overal de koliekten voor de kerk te vervangen.

En dan konden, vanuit een goed beginsel gezien, ook vele andere koliekten daarmee tegelijk vervallen, zooals voor emeriti-predikanten, predikantsweduwen en - weezen, zending, in het kort voor alle doeleinden, waarvoor de kerk een vast bedrag moet opbrengen., hetzij door verbintenissen in eigen kring, hetzij door verbintenissen uit het kerkverband voortvloeiend.

De koliekten beperken zich strikt tot het terrein der barmhartigheid.

Als regel kan dan met één koUekte, die voor de diakonie, worden volstaan.

En ook daarbij verlosse men ons van het hinderlijk gehengel, dat de diakenen ivooral op zomersche dagen in volle beurten zeer vermoeit, hun een groot deel van de preek doet missen en de gemeente vaak afleidt van wat de Geest tot haar zegt.

Indien men naar gelang van de grootte van de kerk tien of twintig gesloten bussen, van binnen gevoerd, door de kerk liet circuleeren, waarbij enkele broeders slechts een wakend oog hadden te houden, zou de inzameling binnen enkele minuten zijn afgeloopen.

ok dit is niet een reformatie-punt van den eersten rang.

Niettemin de overweging waard.

-s Beeldenvereerlnfl.

Van Roomsche zijde wordt gedurig weer betoogd, dat niet de beelden worden vereerd, maar de personen, die daardoor worden voorgesteld.

Van onzen kant houdt men vol, dat dit niet klopt op de Roomsche praktijk.

Zelfs indien Rome met haar bewering gelijk had, dan nog moet het gebruik d'er beelden in de kerken worden afgekeurd, volgens onzen catechismus. Immers, op de vraag: „Maar zou men de beelden in de kerken als boeken der leeken niet mogen dulden? " wordt geantwoord: „Neen; want wij moeten niet wijzer zijn dan God, die Zijn christenen niet door stomme beelden, maar door de levende verkondiging van Zijn Woord wil onderwezen hebhen".

Maar in het antwoord op de voorafgaande vraag wordt uitdrukkelijk tegen Rome beleden, dat God verbiedt de beeltenis van schepselen te maken en te hebben om die te vereeren of God daardoor te dienen.

En in ons Avondmaalsformulier worden bij hen, die vermaand worden zich van de tafel des Heeren te onthouden ook genoemd: allen, , die don beelden eere aandoen.

Dat èn onze Catechismus èn ons Avondmaalsformulier daarmee Rome geen onrecht aandoen, kan slag op slag uit de Roomsche Iteratuur worden aangetoond.

Ook onlangs troffen wij een nieuw staaltje aan in „De Maasbode".

Onder een illustratie vindt men het volgende onderschrift: „Voor eenige maanden heeft Mgr. Aengenent van den H. Vader een zilveren Rozenkrans ontvangen, bestemd voor het genadebeeld van onze Lieve Vrouwe ter Nood te Heiloo. Gisteren, op het titelfeest van de kapel, waar dit beeld vereerd" wordt, heeft Mgr. Aengenent persoonlijk dit geschenk gebracht. Monseigneur op het oogenblik, waarop hij den zegen aan de aanwezige pelgrims geeft".

Men ziet, de door ons gespatiëerde woorden leveren het bewijs.

De Roomsche onderscheiding tusschen hoogere en lagere vereering kan geen dienst doen om dit bewijs te ontzenuwen.

Het gaat er om of door Rome in eenigertei vorm de beelden vereerd worden.

En ondanks alle Roomsche tegenspraak Rome zelf de Reformatie gelijk. geeft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1929

De Reformatie | 4 Pagina's

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1929

De Reformatie | 4 Pagina's