GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Leerboek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Leerboek.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Hebben we voor de technische zijde van het geconcipieerde Leerboek niets dan lof, thans moet de materieele zijde bekeken.

Wij willen daarbij onze oorspronkelijke opvatting van een nieuw Leerboek niet doen gelden.

Wij waren van meening — en zijn dit trouwens nog — dat een Leerboek voor de catechisanten zich ten nauwste dient aan te sluiten bij het officieele Leerboek onzer kerken, den Heidelbergschen Catechismus. Daaxaan, zoo hebben wij indertijd uiteengezet, zijn vele voordeelen verbonden. Onder andere dit, dat de onderwijzing van de geloovigen dan meer concentrisch geschiedt. De Catechismusprediking zou zoo op natuurlijke wijze steunen op het catechetisch onderwijs. We willen door meer argumenten te noemen, c{eze zaak niet weer oprakelen. Dat zou met billijk zijn bij de beoordeeling van het aangeboden Leerboek. Zij, die het hebben samengesteld, hadden zich aan de opdracht der Synode te houden.

Trouwens, zij zijn aan ónze en anderer bezwaren een weinigje tegemoet gekomen, door bij sommige lessen ook met den inhoud van den Catechismus te rekenen, andere zelfs geheel naar "tiezen te orienteeren. Wat deze laatste aangaat, zijn te noemen: de 19de les over den Middelaar, de 20ste les over de namen van den Middelaar, de 21ste over de ambten van den Middelaar, de 31ste tot 36ste over de Tien Geboden, de 37ste over het gebed en de 38ste over het „Onze Vader".

Iets, waarvoor we niet anders dan kunnen zijn. dankbaar

Wel waren we benieuwd, wat we onder de „theologische orde", welke gevolgd moest worden, hebben te verstaan.

Die theologische orde wordt, zoo werd beweerd, wel in de Nederlandsche Geloofsbelijdenis gevonden, maar niet in den Catechismus.

Indertijd zijn we daartegen opgekomen.

De eerste vraag met het daarop korrespondeerende antwoord van den Catechismus stelt God reeds in het centrum. Daarin wordt zelfs belijdenis gedaan van den Drieëenigen God.

Voorts behandelt de Catechismus de verschillende geloofswaarheden zooveel mogelijk naar de Apostolische Geloofsbelijdenis, welke naar 'de Drieëenheid Gods, dus zuiver theologisch, is ingedeeld.

Of ons nu door dit concept het noodige licht over deze kwestie is opgegaan?

Helaas neen.

Neem het begin van dit concept.

Daar wordt gevraagd: Wat is het doel van uw leven ?

En geantwoord: „Het doel van mijn leven is God recht te kennen, Hem van harte lief te hebben en Hem te dienen, zooals Hij in Zijn Woord bevolen heeft.

Dit is een variant op de vraag en het antwoord, waarmee zoowel de grootere als de kleine Catechismus van Westminster opent.

Waarom dit meer theologisch is 'dan het zooveel schooner begin van onzen Heidelberger verklaren wij niet te begrijpen.

Verder is het met het concept niet zoo gelegen, at de orde van de Nederlandsche Geloofsbelijdenis p den voet wordt gevolgd met hier en daar inlaschingèn uit onze beide andere belijdenisschriften.

Neen, die orde wordt al dadelijk verlaten.

In de 2de les wordt aansluiting gezocht bij het tweede artikel, in de 3de tot 5de les bij de artikelen 3 tot 7 van onze Confessie, terwijl pas in (ie 6de en 7de les naar het eerste artikel wordt verwezen en de 8ste, 9de en 11de les geen verwijzing naar een van onze belijdenisschriften bevat.

Hieruit blijkt al — en het wordt heel het leerboek oor bevestigd — dat de dogmatische orde ordt gevolgd.

Dit hebben we op de Synode van 1923 voorspeld.

Die voorspelling wordt tot onzen spijt bewaarheid.

Want gaarne hadden we gezien, dat ze werd gelogenstraft.

V/ij hebben nu te doen met een dogmatiekje in \-raag en antwoord.

En naar onze overtuiging is dit niet, wal onze kerken behoeven.

Wij achten dit bepaald een bezwaar.

Misschien wekt dit verwondering van een hoogkferaar in de dogmatiek als schrijver dezes.

Maar net zoo min als wij het wenschelijk reke-!ien, dat aan de gemeente dogmatiek wordt gebracht, evenmin dunkt het ons profijtelijk, dat aan liet zaad dor kerk dogmatiek wordt onderwezen.

Dogmatische preeken werden door ons steeds sterk veroordeeld.

Men versta ons wel.

Wij meenen niet, dat voor een preek geen dogmatische kennis vereischt is.

Integendeel.

jNfiet scherp genoeg zou het kunnen worden gelaakt, wanneer men voor de .gemeente studenten liet optreden, die zich slechts het abc van de dognaa.tiek hehljen eigen gemaakt, of nog minder dau dat.

Doch het dogmatische moet in de preek verwerkt zijn als het zuurdeeg 'in het brood.

Men zet iemand geen zuurdeeg voor met meel en bloem en melk aJs bijprodukten.

Daaraan mag ook de gemeente niet worden gewaagd.

Maar evenmin de catechisanten.

IHt eea Leerboek moet sterk spreken de praktijk des geloofs.

En de catecheet kan er dan door mondelinge loolichting ot door diktaat de dogmatiek doorheen werken.

Het Leerboek zelt echter mag lïiet uitgesproken dogmatisch wezen.

Dat kan o zoo licht het intellektualisme in de hand werken.

De dogmatiek is er voor den katheder of gepopulariseerd voor persartikel en boek, maar niet voor den kansel of voor den lessenaar in het catechisatielokaal. Man make van catechisanteir geen dogmatikusjes.

Dat niet te hebben onderscheiden lijkt ons de groote fout van het Leerboek, 'dat in concept voor ons hgt.

Ondanks den innigen toon hier en daar is het niet in den goeden zin van het woord een stichtelijk boek.

Het biedt veel voor het hoofd, minder voor het hart.

Of dit op zichzelf ons aanleiding geeft de Kerken vQor dit Leerboek te waarschuwen?

Daarmee willen wij voorzichtig zijn.

De Synode van '1923 heeft nu eenmaal 'dien weg ingeslagen.

Zag men thans algemeen in, dat het de verkeerde weg is, dair zouden wij adviseeren: verlaat dien hoe eer hoe beter.

Maar hoeveel kritiek wij in onze kerkelijke pers op het Leerboek ook lazen, dit bezwaar werd naar ons weten niet geopperd.

Uit dat oogpunt beschouwd kan het raadzaam lijken aan zulk een Leerboek a fair play te geven.

Misschien kminen de gevolgen, welke wij duchten, ondervangen worden door de mondelinge bespreking van den catecheet.

Niet alleen zou verzet op dit oogenblik weinig baten, maar niet zonder groote noodzaak mag van het besluit eener Synode worden afgeweken.

Men kan het oordeel overlaten aan de praktijk.

Wijst die uit, dat het niet gaat — en wij gelooven vast, dat dit gebeurt - dan zal men wel op zijn schreden tcrugkeoren.

Met dit voorbehoud zouden wij alzoo met een 'Leerboek, dat een dogmatiek in tabletvorm geeft, genoegen kunnen nemen.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Leerboek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1929

De Reformatie | 8 Pagina's