GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onbetengelde tong.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onbetengelde tong.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indien iememd onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en hij zijn© tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel. (Jac. 1 : 26).

De vreeze des Heeren staat in het teeken van het gebonden-zijn, het beteugeld-zijn.

Want in de vreeze des Heeren is onze ziel gericht op God en op Zijn Woord.

De vreeze des Heeren maakt onze zielen luisterend.

En allen, die God vreezen, weten van den vrede, die daar ligt in het gebonden-zijn der zielen aan het Woord.

Zoo bloeit het leven op.

Maar dit van God gewekte leven staat dan ook in scherp conflict met het teugelloos bestaan, dat zich maar gaan laat, en dat daartoe allereerst zich van de tong bedient.

Immers in het woord allereerst zoekt zich de ziel te uiten.

Als de ziel aan het Woord gebonden is, dan zal ook het woord der lippen dit teeken van' het ge^ bonden-zijn dragen.

Maar dan is in de onbeteugelde tong ook de verloochening van de vreeze des Heeren. En dat te meer, wanneer in dat ongebreideld praten de woorden der godsdienstigheid niet ontbreken. Wanneer wij zoo het type vertoonen dergenen, die het wel

weten. Die het altijd wel weten. Die dadelijk aan bet praten gaan. En dan nog denken, dat zij godsdienstig zijn. Maar in wier gepraat de teugel ontbreekt.

Waar is in dit bewegelijk vertoon bet teeken van de gebondenbeid der zielen?

Van bet doorploegd-zijn der zielen door Woord? het

Van de zieleworsteling met bet Woord, om zich de verborgen schatten toe te eigenen.

Het is een uitstalling maar geen levensuiting. En Jacobus ontdekt dit als bij zegt: indien iemand

onder u dunkt, dat bij godsdienstig is, en hij zijne tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.

Waarlijk het van God ingeplante leven moet zich uiten in het woord. In bet zielsbestierend menschenwoord, verlichtend en waarschuwend.

Maar dan is het een beteugeld woord.

Een roer, dat zich aan de omklemmende band ontwringt, kan geen koers en richting geven.

En een tong, die niet staat onder de macht van het Woord, brengt enkel verstoring. De dood-Incbt stijgt uit dat gepraat op. En Gods Naam wordt er om gelasterd.

Waarlijk onze tijd heeft ook aan woorden geen gebrek.

Onbeteugelde tongen doen dag aan dag haar verwoestend werk.

Beschouwingen worden alom verkondigd. Boeken vol ©n bladen vol.

En dan wordt zoo uitgestald, wat men meent en overlegt. En wat m'en voelt en denkt. En dat geschiedt maar al te veel ook in godsdienstigen vorm.

En het leven wordt er al armer door.

De weg, die naar Gods wil moet worden gekozen, wordt daardoor al minder onderscheiden.

Er wordt dan niet gekoerst en gestuurd. De wijsheid ontbreekt.

Hoe zou het ook anders kiumen:

De wijzen zijn beschaamd, verschrikt en gevangen: ie, zij hebben des Heeren Woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben? (Jer. 8:9.)

Ziie dat moeten wij toch verstaan.

De wereld en het leven der menschan heeft waarlijk geen behoefte aan onze beschouwingen of aan de uitingen onzer zielsgevoeligheid.

Maar er is in de wereld en in dezen tijd een schreiedd© nood aan bet spreken van het Woord Gods.

Aan een leiding, die opfeomt uit den band aan het Woord.

Wat daarbuiten staat, is enkel ijdelheid. Daar moet bet leven bij verkommeren.

En Gods oordeel gaat uit tegen het leeg gepraat fler onbeteugelde tongen.

Als de groote verzoeking komt blijft er niets van over.

Het zal als een bloem van het gras voorbijgaan. Want de zon is opgegaan met de hitte en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schoone gedaante baars aanscTiijns is vergaan. Maar bet Woord onzes Gods bestaat in dea: eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Onbetengelde tong.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's