GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het aantal theologische studenten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het aantal theologische studenten.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het heeft de aandacht getrokken van meer dan één schrijver in onze pers, dat het aantal studenten aan de Theologische School en in de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit zoo groot is.

Dit jaar, zoo meldde de pers, lieten zich 19 nieuwe studenten reeds inschrijven aan de Tbeol. ydiool, terwijl er nog 4 worden verwacht, dat is samen 23 aanstaande theologen van deze lichting.

Aan de Vrije Universiteit bedraagt het aantal voor het eerst ingeschreven theologen 35, terwijl nog 3 pas geslaagden voor het admissie-examen kunnen worden verwacht. Dat is samen 38.

Alzoo leverde dit jaar te Kampen 'en te Amsterdam samen éénenzestig theologische studenten.

Het totaal aantal theologen bedraagt in Kampen ongeveer 175; aan de V. U. is het getal van hen, die nog geen candidaatsexamen deden in de Tbeol. Faculteit ongeveer 225, in beide gevallen de thans aangekomenen medegeteld. Dat wil zeggen, dat er zich thans 4 00 jonge menseben voorbereiden voor bet predikambt in de Geref. kerken.

Daarbij komt, dat er thans nog een vijftiental beroepbare candidaten zijn (waarvan sommigen verzoeken, dat men nog geen beroep op hen uitbrenge); deze jonge mannen zullen toch waarschijnlijk wel alle binnen vier jaar in onze kerken een plaats hebben.

Den gemiddelden studietijd onzer theologen op öVi jaar stellend (deze tijd is wat lang genomen) kunnen we dan toch zeggen, dat vóór 1 Januari 1936 ruim vierhonderd jonge mannen ©en plaats als dienaar des Woords in onze kerken zullen begeeren.

Stel, dat we aannemen, dat van de thans studeerenden, 10 procent bet eind der studie niet bereikt (dit getal is zeker te boog naar gemiddelde berekening) en nog ©en 10 procent moet worden afgetrokken voor de vertraging, voortvloeiend uit bet voortzetten van de studie, en dat 5 procent van de bovengetelden buitenlanders zijii, (ook dit percentage is te hoog gesteld), dan nog kunnen we zeggen, dat in de eerstvolgende vijf jaren ruim driehonderd pandidaten kloppen aan d'e poorten der kerken.

Dat is gemiddeld ruim zestig per jaar. Dit zijn c ij f e r s, die we zullen moeten respecteeren.

Een inzender in „De Heraut" meende onlangs te kunnen becijferen, dat er nog niet zooveel gelvaar bestaat, dat ©erlang onze candidaten geen plaats kunnen krijgen.

Het komt me evenwel voor, dat deze inzender de fout beging, te werken met de gemiddelden van de laatste tien jaren.

Uit deze gemiddelden trok hij zijn conclu, sies.

Dit lijkt me fout.

We moeten voor de eerstvolgende jaren werken met de gemiddelden van het aantal thans aanwezige studenten.

En dan kan de conclusie wel geen andere zijn, dan deze, dat er voor vele onzer studenten straks geen plaats zal zijn in de kerken, indien er niet iets geschiedt, dat een afwijking van den thans „gewonen" gang van zaken beteekent.

En nu is het zeker waar, dat we moeten leven in geloof.

We mogen door genade steeds gelooven, dat God al Zijn beloften vervult.

Maar nergens beloofde God, dat bij den huldigen stand van zaken, alle de jonge mannen, die zich melden voor het predikambt, dadelijk een plaats kunnen vinden.

De historie bracht reeds tijden, waarin er een vrij groot getal candidaten geen plaats kon krijgen.

Daarom meenen wij, dat het nu de tijd is, dat het vraagstuk, dat de veelheid der theologische studenten als vanzelf stelt, worde besproken, en dat er maatregelen worden beraamd voor de qp; lossing van de vragen, die bier rijzen.

Het lijkt ons juist n u de tijd te zijn, om over deze dingen te gaan spreken.

Wanneer er eerst een periode zou komen, in welke tientallen candidaten „wachten op een beroep", zou dat tengevolge kunnen hebben, dat vele onzer aanstaande studenten liever niet den theologischen studie-gang kozen. Dit zou achteraf voor de kerken weer een schadelijken terugslag kunnen geven, terwijl bet ook voor menig jongmenscb zou kunnen beteekenen een opgeven van een ideaal.

Daarbij dreigen nog enkele andere gevaren.

Daarover D.V. een volgende week.

Wat wiUen wij? J. W.

Men hoort de klacht, dat de synode van Arnhem ondanks het mooie en goede dat ze braoh't, toohi veelszins teleurstelde.

Die klacht is gerechtvaardigd.

Prof. Grosheide zeide (zie „Persschouw") dat de synode ons onvermogen aan het licht bracht. Ook dat.

Maar misschien nog iets.

We moeten ons eens afvragen, of we wel weten, wat we willen.

Welken kant willen we op?

Durven we de erfenis van een vorig geslacht aanvaarden? Of zijn we er huiverig voor, en willen we opzettelijk terug, liefst terug tot vóór de generatie, die thans „de oude garde" beet?

Valt er niet een gebrek aan lijn te ontdekken in de ontwikkeling der dingen in de laatste twintig jaren ?

Zou het niet eerst, vóór men verder ging, noodig zijn, zich ernstig te bezinnen over deze vraag: Willen we vooruit?

We hebben toch ©en erfenis van den bloeitijd?

Wi 11 e n wij werkelijk die erfenis, die het vorig geslacht ons naliet, bezitten, dan moeten we bewijzen, dat we weten, waar het om gaat. Eén ding staat, meenen we, wel vast.

Het is absoluut noodzakelijk, dat de kerk des Heeren de vastigheden niet verlate, nooit verlate.

Maar even noodig is, dat zij erkenne, dat overal, waar leven is, ook ontwikkeling wordt gevonden.

De kerken der reformatie z'ijn alleen dan gereformeerd, indien zij steeds .blijven „reformeeren ".

J. 'W.

Er is misschien geen ding, waarover meer uiteen loo pende meeningen op de synode zijn verkondigd, dan over de taak en de roeping der kerk.

Zich te bezinnen over haar eigen aard en roeping, schijnt ons voor de eerstkomende jaren wel een van de meest voor de hand liggende opgaven voor onze kerken.

J. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Het aantal theologische studenten.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's