GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Syncretisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Syncretisme.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds de bekende Conferentie van Jeruzalem in 1928 wordt met narne in Duitschland gewezen op het gevaar van het Saecularisme.

En terecht. Trouwens, op de Conferentie zelf is dit punt ook in den breede behandeld, en in deel I van het Report heeft Dr Jones een artikel over Secular Civilization and the Christian Task geschreven.

Maar gevaar dreigt ook van de zijde van het Syncretisme.

In het Jeruzalemsche Report wordt maar een heel enkele opmerking hierover gegeven. Het blijkt, dat bij de discussies over the Christian Message professor Hocking van Harvard daarover iets in het midden heeft gebracht; maar veel is het niet; de aandacht was meer op het Saecularisme gevestigd, en zoo kwam het Syncretisme in het gedrang.

Van de zijde der Duitsche zendingsmannen echter wordt in den laatsten tijd ook het Syncretisme naar voren geschoven.

Op de 10e Hermhutter Zendingsweek hield pro^ fesso-r Schomerus van Halle • een referaat over „das z.Z. wohl brennendste Missionsproblem: den Syncretismus auf den Missionsfeldem, unter besonderer Berücksichtigung Indiëns".

En een waardevolle aanvulling werd gegeven door een referaat van den zendingsdirecteur Hartenstein van Bazel, die over hetzelfde onderwerp^ sprak.

Ook deze merkte op, dat het Syncretisme het 245 zendings-theologische probleem van den tegenwoordigen tijd is. Daarmee zal het schrijven van dit artikel wel gerechtvaardigd zijn. Trouwens, dit wordt ons gemakkelijk gemaakt door het feit, dat professor Schomerus zijn referaat geplaatst heeft in het Neue Allg. Miss. Z. 1931, afl. Jan. en Febr.

Het Syncretisme is een algemeen verschijnsel in de godsdiensten, en dus volstrekt niet iets Van dezen tijd alleen.

Bekend is b.v., hoe in het Pantheon te Rome in den keizerstijd de borstbeelden werden geplaatst ook van andere goden dan die der Romeinen. En het zou den Christenen toegestaan zijn hun God en Christus te aanbidden, indien zij ook maar aan den Keizercultus hadden meegedaan.

De Islam is geheel en al Syncretisme; de stichter Mohammed heeft den Arabischen godsdienst met name van de afgoderij gezuiverd, en vele elementen van Jodendom en Christendom bij dat gezuiverde Heidendom gevoegd. Echt syncretistisch zet hij als profeten naast elkaar Mozes, Jezus en Mohammed.

Trouwens, in de Christelijke kerk heeft men het kwaad van het Syncretisme ook niet geheel ontweken. De Roomsche kerk bleef niet van syncretistische smetten vrij; bij de Reformatie was Luther ook niet consequent; en bekend is de syncretistische strijd in de Luthersche kerk in de l'7e eeuw.

Dit zijn enkele voorbeelden, die er op wijzen, dat het Syncretisme een algemeen voorkomend verschijnsel is onder Heidenen, Mohammedanen en Christenen. Ja, wellicht mogen wij zeggen, dat het heel natuurlijk is, en de mensch de neiging tot Syncretisme in het bloed heeft. Daarom heeft dan ook prof. Schomerus in zijn referaat een poging gewaagd dit verschijnsel psychologisch te verklaren.

. Het ligt echter voor de hand, dat wij het Syncretisme beschouwen in verband met den zendingsarbeid. De arbeiders op de verschillende zendingsterreinen staan hier voor groote moeilijkheden, en de gemeente in het moederland heeft de roeping zich deze moeilijkheden in te denken, opdat zij in staat zij met de zendelingen mee te bidden, en ook mee te arbeiden aan de oplossing van dit probleem.

Dat prof. Schomerus zijn onderwerp nu tot Engelsch-Indië beperkt, spreekt ook weer vanzelf. Niet alleen, omdat hij op dit zendingsterrein bijzonder thuis is, maar ook, omdat 't Hindoeïsme een syncretistische godsdienst bij uitnemendheid is; aan het Hindoeïsme is dan ook vooral te zien, wat het Syncretisme beteekent, en welke gevaren van dit verschijnsel dreigen voor den zendingsarbeid.

De prediking van het Evangelie heeft tot uitwerking, dat de Heiden geschokt wordt in zijn overtuiging. Hij wordt onzeker; en nu is drieërlei mogelijk.

Hij kan allereerst in oprechte heilbegeerte tot zekerheid trachten te komen, en in het geloof Christus omhelzen, van wien het Evangelie spreekt.

246 Ook is het mogelijk, dat hij in bittere vijandschap zich tegen dit Evangelie verzet en in zijn Heidendom volhardt.

Maar eindelijk kan hij ook in het Syncretisme het middel vinden, om aan die onzekerheid in zijn ziel een einde te maken.

ziel een einde te maken. En dat de mensch tot dit middel de toevlucht neemt, ligt voor de hand. Immers, hij is conservatief van nature. Niet zoo gemakkelijk laat hij los, wat hij van zijn vaderen erfde. Daarom reeds gaat hij tegen het nieuvye in.

Daarbij komt, dat de oude mensch niet gaarne overvs'onnen wordt, en sterft; waarom zou niet de poging worden gewaagd, om nieuw en oud samen te doen huwen?

Zoo tracht men dan het erfgoed der vaderen vast te houden, en zich niet geheel te ontdoen van wat het hart bekoort; en tevens neemt men aan, wat in den nieuwen godsdienst gepredikt wordt en het hart zoo onrustig heeft gemaakt.

Het is het sluiten van een compromis.

Wij hebben dit niet zonder meer als karakterloos te veroordeelen. Natuurlijk, dat kan het ook zijn; maar de oorzaak kan ook zijn diepe eerbied voor hetgeen men van het voorgeslacht erfde, en een sterk verantwoordelijkheidsgevoel; en vooral moet niet vergeten worden, dat het heel wat zeggen wil van godsdienst te veranderen; met name ernstige naturen zullen niet zoo op eens het verleden kunnen loslaten; ja, is het niet de almachtige werking van Gods Geest alleen, die daartoe in staat stelt?

Nu komt men op tweeërlei wijze met het Syncretisme in aanraking.

Houden ook wij ons aan Indië, dan is het mogelijk, dat de Hindoe iets of veel uit het Christendom overneemt, en met zijn eigen godsdienst vermengt. Of ook, de Christen-Hindoe, die uit volle overtuiging het Evangelie gelooft, houdt nog iets van den ouden godsdienst aan. Prof. Schomerus noemt het een verindisching van het Christendom, of: een verchristelijking van het Hindoeïsme.

Er zijn verscheidene pogingen gedaan, om het Hindoeïsme met gedachten uit het Christendom te verrijken. Zonder op bijzonderheden in te gaan herinneren wij aan de Brahma-Samadsch beweging, aan de Arya Samadsch, en de Dev-Samadsch. De stichters zagen in het Hindoeïsme veel, wat moest worden afgekeurd, en vonden in het Christendom het een en ander, dat kón worden aanvaard; maar zij bleven Hindoe's; het Christendom werd eenvoudig gebruikt, om het Hindoeïsme te zuiveren en te verrijken.

Anderzijds handelen de Christen-Hindoe's ook wel syncretistisch. Vooral in dezen tijd schijnt dit grootere afmetingen te nemen. Prof. Schomerus schrijft ervan: „Men wil zich niet meer met een autoriteitsgeloof tevreden stellen. Men.eischt voor zich het recht op, zelf erover te beslissen, wat het ware Christendom is. De vele verschillende Chris-' telijke richtingen verstaan het Christendom zus of zoo. En wie van hen heeft gelijk? Kunnen zij niet allen gelijk hebben? Zijn er niet verschillende weergaven van het Christendom? En zoo ja, waarom zou er dan ook niet een Indische opvatting van het Christendom zijn, die recht van bestaan heeft? En zoo maken sommigen zich op, om zulk een Indische opvatting en weergeving van het Christendom te construeeren " Vooral wordt dan gewezen op de mystiek, die in het Westersche Christendom een te kleine plaats inneemt, en door de Indiërs veel meer tot haar recht zou kunnen komen.

Natuurlijk gaat het niet hierom, of de Christen-Hindoe's het Christelijk geloof mogen weergeven naar hun spreekmanier; ook weten wij, dat God elk volk een eigen charisma heeft gegeven en een bijzonderen aanleg, welke ook bij het uitdrukken van de waarheid der Schrift moeten worden aangewend. Maar dit is toch iets anders, dan waarop prof. Schomerus vsrijst; de bekeerde Hindoe blijkt nog niet los te zijn van zijn ouden godsdienst, en tracht in meer of mindere mate tot een compromis te komen.

Voorwaar, hier staat de zending voor groote moeilijkheden. De erkenning van de Hindoe's, dat er in het Christendom veel is, wat kan worden aangenomen, is nog geen bewijs van ware bekeering. En tegen het Syncretisme van de 'bekeerlingen, die nog in menig opzicht aan het Hindoeisme vastzitten, moet worden opgetreden, zonder met het badwater het kind weg te werpen.

Met de uitspraak: het Syncretisme is verwerpelijk! is men dan ook niet klaar. Zelfs moet de vraag onder de oogen worden gezien, of het niet een onvermijdelijke doorgangsperiode is in de christianiseering van een volk. In ieder geval wijst het Syncretisme op een gemoedstoestand van onzekerheid met eigen godsdienst, waarmee de zendeling winst moet doen. Maar noodig zal altijd blijven, om het absoluut karakter van het Christendom te handhaven en het principiëele onderscheid van Christendom en Heidendom in het licht te stellen.

Wij eindigen met de slotwoorden van het referaat van prof. Schomerus, uit welk referaat wij slechts enkele dingen naar voren konden brengen:

„De niet-Christelijke religies leven van het Syncretisme, vooral wanneer zij met het Christendom in aanraking komen, en zij het Christendom tegenover zich zien geplaatst.

Het Christendom echter gaat aan het Syncretisme ten onder. Uit menschelijk oogpunt beschouwd kan een Christelijke kerk meenen, door begunstiging van het Syncretisme zekere voordeelen te behalen; maar zij moet het zich klaar bewust zijn, dat dit slechts geschiedt ten koste van het Christendom als religie, die aan de menschen de verlossing predikt en het kindschap Gods".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Syncretisme.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's