GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKEADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKEADVIEZEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds geruimen tijd liggen enkele vragen, die me voor onze vraagrubriek werden toegezonden, cp beantwoording te wachten. Omdat ik als medewerker voor de „Geestelijke adviezen" reeds eenige maanden feitelijk „demissionair" ben, bewaarde ik ze voorloopig voor m'n eventueelen opvolger. Nu die wat lang op zich wachten laat, besloot ik, naar den regel, dat een demissionair kabinet tOiCh nog de loopende zaken heeft af te doen, ze nog maar te beantwoorden.

De eerste raakt het gebruik van den. naam „Heer" voor onzen Heere Jezus Christus. Niet in 't algemeen, maar in een bepaald geval.

Vrager vond n.l. bij een paar bekende gereformeerde publicisten dat „Heer" in de aanhaling van Lukas 24 vs. 34. De Statenvertaling heeft daar: „De Heere is waarlijk opgestaan"; en bij bedoelde schrijvers las vrager: „De Heer is waarlijk opgestaan".

Hij denkt er geen oogenblik aan, dat gebrek aan eerbied hen hier den korteren woordvorm deed kiezen. Doch juist daarom vraagt hij, of er hier misschien in den Griekschen tekst iets is, dat hun daartoe aanleiding gaf.

Ofschoon het in 't algemeen nog al bedenkelijk s eens anders doen te verantwoorden, meen ik in dit noga' eenvoudige geval wel te kunnen zeggen Ie dat de' grondtekst hier geen aanleiding tot de afwijking kan hebben gegeven, die heeft hier het woord, dat onze Statenvertsdmg steeds door „Heere" weergeeft, en waarvoor ook de door vrager beoelde publicisten steeds Heere gebruiken — en, 2e dat in Lukas 24 vs. 34 door hen de verkorte vorm „Heer" wel alleen welluidendheidshalve gekozen zal zijn. De twee klinkers die bij den open vorm „Heere" onmiddellijk op elkaar volgen, maken at we ook in het lezen en spreken hier onwilleeurig „Heer" zeggen.

Een andere reden kan ik niet vermoeden.

Een andere vraag geldt het geoorloofde van het inroepen van de hulp van ander© dan officieel-bevoegd-verklaarde geneeskundigen, bij ziekte.

Deze vraag is, dunkt me, zoo in 't algemeen niet moeilijk te beantwoorden, al kan ze in een gegeven geval hoofdbrekens genoeg geven.

Natuurlijk geeft de H. Schrift hier niet met zooveel woorden ©en beslissing. Want nochi onder oud-Israël, noch in de dagen van Jezus ©u do

Apostelen bestonden ©r officieel© inrichtingen voor de opleiding van artsen, noch ©en klasse van personen die door of vanwege de overheid bevond verklaard waren tot uitoefening van de geneeskunde. Allo geneeskundigen waren to3n wat we nu , , kwakzalvers" noemen. En hun eenige aanbeveling moesten ze vinden in de uitkomsten van hun praktijk.

Al wat een christen ten deze leiden moet, is de heilige zelfliefde, die hem de verplichting oplegt, zijn eigen leven en 't leven der zijnen naar zijn vermogen te bewaren.

Daarin ligt voor hem opgesloten de plicht om bij ziekte niet alleen geneeskundige hulp te zoeken, maar ook de best© geneeskundige hulp die onder zijn bereik is.

Bij eigen onbekwaamheid om hier te oordeelen, zal hij wijs doen met een dankbaar gebruik te maken van de hulp die God hem beschikte in de door de Overheid gesanctioneerde bevoegdlieidsverklaring van wetenschappelijke inrichtingen voor de opleiding van geneeskundigen. Daarom zal hij, in 't besef van zijn verantwoordelijkheid, zeker in de eerste plaats hulp zoeken bij een gediplomeerd arts.

Doch niets verbiedt hem, om, als hij bij de officieele geneeskunde geen baat vindt, zich te wenden tot een niet-gestudeerde, die, blijkens de ervaring, de natuurlijk© gave van God ontving om bepaalde ziekten te onderscheiden ©n dienstige geneesmiddelen daartegen te geven.

Natuurlijk is hier de grootste voorzichtigheid noodig.

't Is onverantwoordelijk zijn gezondheid, zijn leven — de kostelijkste van alle tijdelijke gaven Gods — menschelijkerwijs gesproken, te leggen in de handen van den eersten den besten kwakzalver. De ervaring moet dan wel, naar 't getuigenis van betrouwbare personen, zeer evident hebben bewezen, dat de persoon tot wion men zich wendt, inderdaad bezit wat men bij hem veronderstelt.

En dan heeft ©en christen er verder ook wèl op toe te zien, dat hij geen heil zoekt bij z.g.n. occulte krachten, waarvan hij niet in staat is oorsprong ©n werking te onderscheiden.

Doch, zoo aan deze voorwaarden voldaan is, zouden we niet weten, waarom ©en christen, in geval van nood, geen gebruik zou maken van gaven, die God ontegenzeggelijk buiten den weg van de gewone medische studie schenkt.

F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKEADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's