GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Het Patronaat (De K. J. G).

„Wij hebben voorgeschreven, dat er voor alle jongens van 12—17 jaar in de parochie één parochiale jeugdvereeniging wordt gesticht, die den naam draagt van K. J. C. dat is: Katholieke Jongens Centrale."

Aldus vangt de Aartsbisschop zijn Augustusboodschap aan.

Zoo op het oog schijnt het alsof hier een nieuwe organisatie wordt gesticht. Toch is dit niet het geval. De K. J. C. is de voortzetting van het z.g. Jongenspatronaat.

Deze instelling dateert van 1902. Toen hield mgr. Callier, destijds Vic. G-en. van het Bisdom Haarlem te Alkmaar een rede over: De zorg voor de schoolvrije jeugd. De op dezen Katholiekendag gehouden rede sloeg in. Allerwegen werden in het Bisdom patronaten opgericht, waarin de jeugd boven 12 jaar bijeengebracht werd. In 1903 kregen ook in het Aartsbisdom Utrecht de Patronaten vasten voet, terwijl op den Hehnondschen Katholiekendag in 1905 uitsluitend over de Patroaiaten gehandeld werd. En in datzelfde jaar gaf Paus Pius X over dit werk zijn Apostolischen zegen, schrijvende: „Wij prijzen het werk der Patronaten ten zeerste aan, als een voor deze tijden noodzakelijk middel om het geloof en de godsvructit in de harten der jongeren te bewaren "en te varmeerderen". Inmiddels was in 1904 het eigen tijdschrift „Het Patronaat" verschenen. Naast dit Leidersblad verscheen in 1909 ©en gemeenschappelijk Jeugdblad „De Jonge Wacht", dat in 1931 een ^, oplaag van '15000 ex. had. i) '" Wat beoogde nu het Patronaatswerk ? Gtelijk de fiPaus reeds aangaf ging het om het bewaren van geloof en godsvrucht in de harten der jongeren.

Zoo droeg dus het werk onder de knapen van meet af het karakter van zielzorg, al stond naast dit bewarend element al spoedig het vormend e 2), wijl het tevens bedoelde te zijn ©en vorm school voor de jongens. Die vorming was allereerst de godsdienstige. Men hield met de jongens gemeenschappelijke H. Communies, retraites, bezocht te zamen Mis en Lof, gaf godsdienstonderwijs en bezocht kloosters en godsdienstige vereenigingen.

Daarnaast werd herhalingsonderwijs ingevoerd, gaven de patronaatsdirecteuren teekenonderwijs, sociaal onderricht (b.v. over het alcoholvraagstuk), terwijl ze tevens fungeerden als spelleiders, regisseurs der tooneelclubs en beheerders van het spaargeld der leden. Al het werk lag dus in handen der geestelijken. Met groote tact wist Rome d© mannen te kiezen, die „the makings" van jeugdleider hadden en we moeten alle respect hebbeai voor de toewijding waarmee deze priesters hun' taak volbrachten.

Echter — één mensch kan niet alles. Het patronaatswerk ontwikkelde zich zóó snel, dat meer ©n meer werd ingezien, dat men niet meer buiten de hulp der leek en kon. Bovendien werd de invloed van het ongeloof grooter. Vooral na den oorlog. De Nederlandsche Patronaatsleider Rector de Groot sprak dan ook^): „Zich stellend in het teeken van zijn tijd, wil het Congres met u d© vragen van onzen tijd bespreken, om door gemeenschappelijk overleg te komen tot een instituut van Patronaatsopvocding, dat, rekening houdend, zoowel met d© gewijzigde psyche van de huidig© jeugd, als met de invloeden van onzen modernen tijdgeest, het jongere geslacht zal maken tot een diep-christelijk geslacht, ook in d© nietchristelijke omgeving; het zal vormen tot mannen, geschoold ©n berekend voor de plaats, die zij als hoofd van ©en gezin, als medeburger van den staat en maatschappij zullen innemen." _ V/e zien hier duidelijk de richtlijnen van het nieuwe jeugdwerk aangegeven. !

Had voordien het patronaatsw©rfc soms meer i het karakter van zoethouderij, althans bezigho-uden van een groep knapen in een eigen, (liier: Roomsche) sfeer, van nu af, zal er vormend werk moeten worden verricht. De vorming zat plaats hebben voor Kerk, Staat en Maatschappij. Ten tweede zal die vorming een psycholoigisch gefundeerde moeten zijn.

Eindelijk na vier jaar, in 1932, is alles, althans theoretisch, in kannen en kruiken en kan de Aartsbisschop zijn diocesane richtlijnen geven.

D© K, J. C. moet nu voortaan bestaan uit twee groepen en wel Ie. de kernleden en 2e. d© clu bieden.

In de kern clubs denkt men de jongens te geven wat ze voor hun geestelijk-zedelijk© vorming noodig hebben.

Begrijpen wij het goed, dan zijn alle jongens verplicht, althans zedelijk, tot deze organisatie toe te treden. Maar naast het lidmaatschap van de kerngroep kan iedere jongen óók lid zijn, van .©en vrije club. Zoo voelt de ©ene jongen m-eer voor een sportclub, de ander houdt meer van huisvlijtwerk, terwijl een derde zich aangetrokken voelt tot het padvinderswerk.

De V r ij e clubs zijn rijk geschakeerd en bevatten voor „©lek wat mis".

De kerngroepen bestaan uit 8 leden, uit alle standen tezamen gebracht. Men lette ©r op, dat — in tegenstelling met de jeugdorganisatie voor ouderen, die standesgemasz ingericht is, hier dus een eenh©id gevonden wordt als bij ons op de , Knapenvergaderingen. :

In elke parochie is een priester met de leiding belast. Zijn titel is Diocesaan-Directeur. Hij wo^rdt terzijde gestaan door een' bestuur, dat uit de leiders der verschillend© kerngroepon en vrij© clubs bestaat. Deze groepsleiders worden door d©n diocesaan-directeur aangewezen. Het Leid©rsblad „H©t Patronaat" geeft de te volgen normen aan in ©en tot dat doel uitgewerkte methodiok. *)

Deze methodiek is in hoofdzaak practisch. Allereerst wordt een leidersprogram ontwikkeld.' D© leider, die dit program heeft te volgen, kan ook gediplomeerd worden, mits hij den leiders-

cursus, die ongeveer drie maanden duurt, heeft gevolgd en een half jaar practisch is werkzaam geweest. Het diploma wordt door het Diocesaan Bondsbestuur uitgereikt.

in hoofdzaak moet de leider het volgende kennon, Ten eerste moet hij de oaiderscheiden organisaties voor de rijpere jeugd kennen (Jongenswerk, standsorganisaties en de overgangsvormen als Jonge Werkman-en Gezellenvereeniging). Vervolgens moet hij met de methodiek van het jeugdwerk op de hoogte zijn, t.w. de inrichting der jeugdvereeniging, vorming der leden, werkprogranuna's, club-en ; groepsindeeling. Daarnaast wordt een inzicht geoischt in de taak. Hij moet als noodige eigenschappen bezitten: tact, beschaving, liefde, ordeen tuchtlievendheid en van hem wordt gevraagd de Eucharistische geest te bezitten.

Tenslotte moeten de leiders lessen meemaken in zang en muziek, binnen-en buitenspelen, terwijl ook over excursies, wandeltochten en natuur-.studi© les wordt gegeven.

Wat de jongens betreft, zoo valt het ons op dat zij, alvorens als lid ©ener model-groep te worden ingeschreven, drie maanden adspirant-lid moeten zijn, in welken tijd ze noch uniform, noch insigne mogen dragen. Indien daarna blijkt, dat de jongen zich goed heeft gedragen, zijn wet, belofte, groet, tuchtregels en signalen kent, voorts wat begrip van spelen en zijn vereeniging heeft, wordt hij als lid aangenomen en daartoe plechtig geïnstalleerd met een vaste formule, waarbij de knaap. tenslotte' belooft God lief te hebben, zijn geboden te onderhouden en volgens de wet zijner organisatie |te leven.

Wat nu het program der groepsbijeenkomsten aangaat, zij opgemerkt, dat deze zoo mogelijk één maal per week worden gehouden en dan minstens één uur duren.. Evenals op onze Knap& nvergaderingen wordt hier, na de bij de Roomschen gebruikelijke opening en wetszegging door één der leden de leerstof behandeld, die bestaat in: a. Godsdienstkennis; b. Liturgie; c. Bijb'. Geschiedenis en Vad. en Alg. Kerkgeschiedenis; d. Wellevendheid; e. Punten van algemeen© ontwikkeling.

Voor deze vakken zijn vier programma's, die door de leiders ieder in één jaar worden afgewerkt. Elk jaarprogram is weer in drie viermaandelijksche gedeelten gesplitst waarover de knapen een „schriftelijk concours" — soort proefwerk dus — moeten geven. Daarvoor krijgen ze een cijfer. De plaatselijke directeur geeft het proefwerk op. Na elk jaar za.l over de in dat jaar door d© venplichte groepen behandelde stof een eenvoudig examen worden gehouden.

Zoodoende kan de knaap op zijn zestiende jaar den vierden rang doorloopen hebben, terwijl er voor hem nadien nog gelegenheid is het o v e r-g a n g sdiploma te behalen, dat bekendheid eischt met liberalisme, socialisme en communisme en hun grootste fouten; voorts vraagt het inzicht in de R.-K. stand-en vakorganisaties, bekendheid met de Standsorganisaties der Jongeren (Jonge Werkman, Gezellen) en kennis van de voornaamste niet-Katholieke organisaties.

Naast deze groepsbijeenkomsten zijn er vrije cursussen voor de verschillende onderdeelen, waarin zich de leden speciaal willen bekwamen (Apologie, Bijb. Gesch., Alg. en Vaderl. Kerkgesch.,

Liturgie en Sociale Vraakstukken). Elke cursus duurt 1 jaar en wie in alle vijf vakken het diploma haalt, krijgt het groot diploma en bij het verlaten der vereeniging een zilveren draagpenning, terwijl de rang bij een verplichte groepsbijeenkomst door een figuur in rood (op de mouw? ) /\ wordt aangeduid.

Rest ons nog iets over de vrije clubs mede ta deelen.

Naast de genoemde groepsbijeenkomsten of vrije cursussen vindt de jongen ook gelegenheid zich aan te sluiten bij clubs met speciaal doel. Dat kunnen zijn: clubs voor handenarbeid, voor natuuihistorie (herbarium-aanleg, excursies, natuurschetsboeken), voor verpleging en hygiëne, voor sport en spel, voor teekenen en schilderen, voor tooneel en voor zending (missie). Voorts noemt het Methodiekrappört als mogelijkheden: propaganda-, zang-en muziekclubs, dam en schaakclubs.

Het rapport eindigt met eenige tuchtregels te geven, en de vlaggen en de uniform aair t© duiden. Wat de laatste betreft, die zal zijn, donkere' broek, groene blouse of shirt, paarse das, op d© linkjerborst Christus-monogram, groen© kousen met paarsen rand, alpenmuts met diocesaan onderscheidingsteeken.

Voor de vorming van leiders wordt in d© eerst© plaats een Leidersblad uitgegeven, vervolgens hebben in de parochies geregeld Jeugdleidersvergaderingen plaats en tenslotte zullen er gewestelijke leiderscursussen zijn. Deze duren 10 weken. In di© 10 weken worden op namiddagen (b.v. Zaterdag van half vier tot acht) ieder 4 lessen, totaal dus 40 lessen doorgewerkt, die handelen over I het jongensjeugdwerk en standsjeugdwerk, II d© methodiek van het |eugdw©rk (t.w. inrichting, omvang, massa, kern), groepindeeüng, vrije clubsindeeling, de congregatie of H. Familie, III 'de leiderstaak (vooral de vereischte psychische eigenschappen, de Eucharistische geest en het leefcenapostolaat der Leiders). IV. Bijzondere beoefening van: muziek, zang, binnen-en buitenspelen, excursies en wandeltochten, natuurstudieclubs. V. Lichtbeeldenseri© over: De Duitsche jeugdbeweging, de Verkenners, d© Jonge Werkman en het Patronaat. Voorts moet de jeugdleider een half jaar practisch zijn werkzaam geweest, wil hij bet door het Diocesaan Bondsbestuur uit te reiken diploma behalen. Ook deze leiders hebben ©en speciaal costuum.

In ©en volgend artikel willen we een en ander met eigen organisatie vergelijken.


1) Uitvoerig is een en ander beschreven in De R.K. Jeugdbeweging in Ned., Ie deel. (Uitg. R.K. Jongensweeshuis, Tilburg, No. 63, Opv. Brochurenreeks.)

2) Kap. A. V. d. Venne, Ie jaarverslag Limburgsche patronaten, 1908.

3) 2e Patronatencongres 1928, Den Bosch. ') „Het Patronaat" van Juni 1932, pag. 244 s.s. 99. Ook afz. uitgegeven door de Patronaatsverkoopcentrale Graafscheweg te Nijmegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's