GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Houd m gedacbtenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Houd m gedacbtenis.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de dooden is opgewekt. 2 Tim. 2:8a.

Er gaat in deze liefelijke voorjaarsdagen levenslied op uit de natuur. een

Het vogelenheir ontwaakt en schalt weer zijn lenteliederen uit.

In de weiden dartelt weer het jonge leven.

Het teere groen aan boom en struik, de zwellende knoppen en de bottexide bladeren, de ontluikende bloemen, — ze zingen alle, als 't ware, een lied des nieuwen levens, den grooten Schepper tot lof. „Looft God, de bron van het leven".

Maar rijker dan dit lentelied van herleving in de natuur is het Levenslied, dal ons tegenklinkt uit het Schriftwoord: Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de dooden is opgewekt, en dat wij hebben over te nemen en te doen weerklinken in deze ^wereld.

Christus is verrezen!

Hij heeft den dood verwonnen!

Ik leef en gij zult leven!

Dat is het Levenslied, dat nooit meer wegsterft, dat aangeheven worde in 't midden der gemeente Gods.

Timotheus verkeerde te Efeze in moeilijke omstandigheden.

Zijn taak, de gemeente te leiden en te weiden, viel hem zoo zwaar.

Vooral ook de miskenning en de kleinzielige tegenwerking, die hij in den kring der gemeente ondervond, drukte hem zoo neer.

Zijn opgewektheid verdween, zijn arbeidskracht verlamde, diep teleurgesteld scheen hij soms de moedeloosheid nabij...

De Apostel Paulus had er van gehoord, hoe het met Timotheus stond.

Daarom zond hij zijn geliefden zoon nu een hartelijken, bemoedigenden, opwekkenden brief. Hij wil Timotheus troosten, sterken, weer bezielen, zooveel hij kan. '

En daartoe zegt hij uu: Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de dooden is opgewekt.

Christus' opstanding toch is de vastheid, de sterkte, de triumf der zijnen. Hij is hun levenskracht, ja hun levenslied.

Zoo zij het ook bij Timotheus.

Bij dien opgestanen, dien levenden Christus, mag en moet Timotheus zijn hulp, zijn troost, zijn kracht, zijn strijdensmoed weer zoeken.

Ja, daar zal hij ook vinden, wat hij van noode heeft in alle omstandigheden.

* Ook voor ons is alle leven en levenskracht, alle levensvernieuwing en levensheiliging alleen te vinden bij Jezus, den Levensvorst, Die het leven heeftèn het leven geeft.

Hij moet ons te di-inken geven van het levende water, dat in Hem is, en in ons wordt een bronvan levend water, dat dan ook uit ons vloeit.-.

Maar daartoe moeten wij altoos met Hem inlevend contact staan. Ieder oogenblik moeten wij tot Hem terug, uit Hem putten, in oprecht geloof.

Levensonderhouding, levensversterking, levenskracht en blijdschap is er alleen, als wij uit Hem leven gelijk wij door Hem leven.

Tot Hem dan, als de macht des boozen, als de macht der wereld, de macht der zonde ook in het eigen vleesch, u te sterk zou worden.

Tot Hem met uw zwakheid, zonde, ontrouw, afwijking van het rechte spoor.

Tol Hem met uw grievende teleurstellingen in uw werk, uw taak, uw roeping, ook in het ambt.

Dal heft ii weder op, dat sterkt, dat staalt, dat doel u weder voortgaan met nieuwen moed.

Dat leert u roemen, maar niet in u zélf, maar in Hèm, Die de opstanding is en het Leven.

Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de dooden is opgewekt.

Aan opstanding ging bij uw Heere de dood vooraf.

De verrijzenis tot het leven, was bij Hem een oprijzen uit het graf.

Dit leere Timotheus, om met Christus eerst te willen sterven.

Om zichzelven te verloochenen. Zichzelven te geven. Zijn leven te willen verliezen om Jezus' wil.

En het leere ook óns, dat wij, naar onzen ouden mensch, er onder en er aan moeten. Dat ons zondig , 'ik" gekruisigd, gedood, begraven moet worden, opdat wij met Christus mogen opstaan tot een nieuw leven.

Het leere ons voorts hiel kleinmoedig en zelfzuchtig te treuren bij het graf van ónze verwachtingen en ónze verlangens, maar geloovig op Hèm te zien. Die het Leven is uit de dooden, en aan Hèm ons vast te houden. Die na zijn opstanding heeft gezegd: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde, en Ik ben met u, alle de dagen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Houd m gedacbtenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's