GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het groene Licht", door Lloyd C. Douglas. — J. Philip Kruseman te 's-Gravenhage.

„Het groene Licht".

Een voorrede in «en roman is een gevaarlijk ding. Althans, dat kan het zijn. Wanneer een voorrede niet meer bedoelt te geven dan ©en vrieindeilijbe introductie of een welwillende aanbeveling, dan kunnen we haar voor kennisgeving aannemen. Anders wordt het echter, wanneer de schrijver van de voorrede in een bepaalde richting stimuleerend wil werken, en ons het boek voorhoudt met de woorden: , , Zie, hier is de oplossing van vele vragen, naar dit boek ziet heel de menscihbeid uit". Dan wordt de voorrede een ding van belang, en speciaal wanneer die voorrede zes bladzijden lang is, en geschreven werd door een, ook in onze kringen, zoo bekende persoonlijkheid als Dr P. H. Ritter.

We staan even verbaasd, als we dezen lijvigen roman ter hand nemen. Titel en schrijversnaam wekken vage associaties in ons op aan detectiveen filmstories. Daar komt nog ten overvloede bij, dat het boek in een leelijken omslag gestoken is. In een bleekgroen licht, dat blijkbaar weerkaatst wordt door een veelzijdig prisma, wandelen twee figuren hand in hand bergopwaarts. Natuurlijk zijn het een jonge man en een jonge vrouw. Heel de teekening doet onweerstaanbaar denken aan een raambiljet voor de S.D.A.P., zoo tegen 1 Mei. En onze oogen gaan wijd open van verbazing, wanneer we in de voorrede a bout portant voor het feit geplaatst worden, dat dit Amerikaansche product ons niets minder brengen zal dan een antwoord op het vraagstuk betreffende de verjonging, de vitaliseering van het religieus en kerkelijk leven, en dat ieder die zich bezig houdt met vragen van kerkopbouw en kerkherstel, verplicht is van Lloyd Douglas' oplossing kennis te nemen.

Inderdaad, dan is de bespreking van dezen roman in de kolommen van „De Reformatie" treffend op haar plaats!

We hooren in de voorrede, dat Lloyd Douglas tot de meest gelezen romanschrijvers van Amerika behoort. Hij is gepromoveerd in de godgeleerdheid, en heeft belangrijke geestelijke posten vervuld.

In 1929 schreef hij zijn eersten roman, „Magnificent Obsession", een boek waarin aan de moderne menschheid werd getoond, hoe zij zich herstellen kon door stille menschenliefde. En sinds 1933 heeft Lloyd Douglas zijn predikantschap opgegeven, om zich geheel aan de literatuur te wijden.

Dr Ritter verzekert ons, dat in lederen roman een stuk autobiografie ligt. En in dit geval is de herkomst van een figuur als Deken Harcourt niet moeilijk na te gaan.

Deze man, die wel niet direct de hoofdpersoon van het boek is, maar bij wien aUe draden toch steeds weer uitkomen, fungeert duidelijk als de drager van Lloyd Douglas' ideeën. Niet dat hij een hinderlijke spreektrompet geworden is, o neen! Daarvoor is hij ons te natuurlijk, en tevens te sympathiek geteekend. Maar zijn spreekkamer bij de 'Trinity Kathedraal, van waaruit de verlamde geestelijke ^ijn troostrijke bemoeiingen met zoekende zielen verricht, dient ongetwijfeld als de werkplaats, waar Douglas' waarheden worden gefabriceerd.

De held van dit boek is Newell Paige, een zeer ambitieus en kundig jong dokter. In het begin van het verhaal geraakt hij in een_pijnlijke situatie.. Zijn chef en vaderlijke vriend. Dr Endicott, tegen wien hij hoog opziet, moet een nieroperatie ver.l richten op mevrouw Dexter. Paige zal hem hierbij[ assisteeren. Doordat Dr Endicott echter vervuldl is van persoonlijke aangelegenheden (zijn beurs-l speculaties loopen dien dag mis) maakt hij eenl ernstige fout bij de operatie, 'die aan mevrouvj Dexter het leven kost. Paige, die den val van zijnj verafgoden leermeester niet kan zien, laat zich de| schiüd aanleunen. Zijn carrière is gebroken, en i een vernietigd mensch vlucht hij weg, begra zich ergens in een verlaten dorpje, en neemt eenl anderen naam aan.

Dit eerste gedeelte, en wel speciaal de operatiel op mevrouw Dexter, is niet alleen boeiend, maar| ook met een buitengewone kennis van zaken schreven. Prachtig is de scène in de operatie-1 kamer. Het nauw-verbonden vijftal, de twee dokl ters en drie verpleegsters, volgen eikaars zwij.l gende bevelen vlug en geruischloos op. Ze passenI in elkaar als de onderdeelen van een met de haudl gemaakt Zwitsersch horloge. Hier is de spanning voelbaar, elk woord is geladen van emotie. Dili gedeelte, en ook meerdere.., bewijzen dat Lloydl Douglas een roman kan schrijven. Hij hanteerll de taal met een verbluffende gemakkelijkheidj difl zijn boek niet alleen vlot doet lezen, maar hil qua roman werkelijk tot iets voortreffelijks maakll Het confhct in Newell Paige's leven bereikt heil hoogtepunt, als Paige in aanraking komt met dochter van mevrouw Dexter. Zonder van elkaar 1 te weten wie zij zijn, krijgen Phyllis en Newell 1 elkaai- lief. Als zij echter zijn waren naam bef merkt, volgt de verwijdering.

Intusschen wordt Newell Paige, door allerkil omstandigheden, onweerstaanbaar gedreven naarl de plaats waar hij belanden moet: de spreekkamer| bij de Trinity Kathedraal.

Reeds de overleden mevrouw Dexter heeft heml belangstelling trachten in te boezemen voor del merkwaardige figuur van Deken Harcourt. Er isl echter heel wat voor noodig om Newell Paige, [ die er zich op beroemt een heiden te zijn, onder 1 het gehoor van den Deken te brengen. j, De Kerlj, [ als instelling, kwam niet voor op zijn inventaris! van belangrijke aangelegenheden". De aanleiding I is dat Elize Graham, Paige's beschermeünge, opl Paaschmorgen een solo zal zingen 'in het koor| van de Trinity Kathedraal.

Deken Harcourt wordt zooals altijd door tw€ e[ hulppredikers op den preekstoel gedragen. En het [ duurt niet lang of Paige geeft zich gewonnen aanj dezen „dynamischen redenaar, met zijn van geestelijke kracht getuigend, door pijn gegroefde gezicht".] „Het was als tonicum. Het was als een inspuiting met strychnia. Het was een verfrisschendJ briesje door de stoffige duisternis van zijn ononl-' gonnen ziel." —

Wat d_e „preek" betreft, die maakt ons niet veel 1 wegwijzer in de theologie van Deken Harcourt f We beginnen langzamerhand uit te zien naar iekl méér dan de vage aanduidingen, die de eerste helfll van het boek ons daaromtrent geeft. Dat de Deken I gelooft in den onweerstaanbaren vooruitgang derl Beschaving (steeds met een hoofdletter!) is oas| al meermalen gezegd. Een universeele broederschap van alle menschen, door het gemeenschappelijk lijden, is óók al niet 'bepaald een gloednieuwe theorie. Onnoodig te zeggen dat Deken 1 Hai'court niets van dogma's moet hebben. Wanneer zijn ingekomen correspondentie handelt overl dogma's en categorieën, schuift hij die met een zucht en een glimlach naar zijn helper Talbol | toe, die ze opbergt in een map met het (niet ongeestig) afgekorte opschrift: „Dog en Gat". O kerkopbouw en kerkherstel!

Intusschen, Deken Harcourt aarzelt niet on | Adam in zijn preek met het praedicaat „legendarisch" te versieren. En we krijgen zachtjesaan 1 het gevoel, of de voorrede van dit boek een vlag is, | die een zeer bedenkelijke lading dekt!

Newell Paige komt in de spreekkamer van den 1 Deken terecht. En het gaat hem als allen, die tegenover deze machtige persoonlijklieid gezeten hebben, „wiens onderzoek niet dat van een fotograaf was, maar van een rönigenoloog". Hij legl de wond van zijn leven bloot. En zie, eindelijli krijgen we de theorieën van den Deken ten voeten 1 uit te aanschouwen! Hij voert Newell Paige mee in de veronderstelling, dat, vele duizenden jaren geleden, de mensch langs ettelijke phasen van ontwikkeling, opklom van een op ©en zeehond gelijkend schepsel tot een menschelijk wezen. Oüvoldaan met zijn oceaan, gaat de zeehond ten koste van ongelooflijke moeite, pijn en inspanning, op het droge leven. Zeer langzaam doorloopt nu de ex-zeehond de verschillende phasen der evolutie, totdat hij eindelijk een, zij het dan primitief, menschelijk wezen is geworden. „Onze voornaamste fout in het denken over de evolutie", doceert de Deken, „is dat wij niet begrijpen, dat deze tegenwoordig nog voortduurt".

We worden nieuwsgierig om te vernemeDi welken troost deze theorie aan den ontredderden jongeman zal bieden. Doch hoor nu op v^^elke ongedachte wijze de zeehonden-geschiedeuis Newell Paige zal verzoenen met de lage houding van zij" vroegeren leidsman Dr Endicott!

„Endicotts ontwikkeling kwam tot een plots«lingen stilstand op den dag, toen hij den moe^ miste om zijn tocht voort te zetten. Tot dit uur,

nioaen we zeggen, had hij aan alle eischen voldaan jm werkelijk een mensch te worden. Maar op dat oogenblik van beproeving besloot hij achter te bliiven. Dezelfde oude geschiedenis, die wij van onze voorouders vertelden. Endicott had, figuurlijk oesproben, al de pijn en moeite verduurd om uit den oceaan te kruipen. Hij was op de bloedende stompen van zijn vinnen het bosch in getrokken. Hii was er in geslaagd in den boom te klimmen, maar "

En dan kan Paige zelf invullen: „Maar durfde het niet aan op den dag, toen hij naar beneden had moeten khmmen."

Newell Paige kan zich aansluiten bij de andere aanhangers van de Harcourt-theologie, bij Sonia Duquesne, Phyllis en Pat. Met hen ziet hij in de toekomst „het groene licht", het signaal dat op (•eilig staat. En in dat groene licht wandelt hij aan het slot van den roman, na vele verwikkelingen vereenlgd met Phyllis, hoopvol een lichte toe- [komst tegen.

We kunnen niet nalaten om na lezing van dezen roman, de voorrede nog eens te herlezen. We lezen nog eens, dat de lectum- van dit boek vergeleken wordt bij een geestelijke bergbeklimming, \vaarbij telkens ojmieuw de verrassendste vergezichten zich zullen openen voor onze verlangende wikken.

"We lezen dat „deze stem uit het "Westen getuigt van een eindelijk heil der menschheid". En wanneer Dr Ritter aan het ^lot van zijn betoog is, en profeteert dat het Nederlandsche volk^ dat immers een theologisch volk wordt genoemd, de handen zal uitstrekken naar dit boek, dan kunnen we genoeg vertrouwen op het theologisch onderscheidingsvermogen van onze mienschen om te herkennen wat hun in dezen, uit literair oogpunt voortreffeUjk geschreven roman opgediend wordt, n.l. Amerikaansche kool!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1935

De Reformatie | 8 Pagina's