GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Alle inzendingen, dez3 rubriek betreffende, aan Ds D. van Dijk, Akkerstraat 26, Groningen.)

Belijdenis doen.

I.

Er zijn niet weinige plaatsen, waar men nog de üewooute heeft, dat tegen het voorjaarsavondmaal 'f tegen Paschen de groote stroom komt van jongere en oudere leden der gemeente, om belijdenis te doen en zoo toegang te krijgen tot het Avondmaal.

Vandaar, dat juist in deze dagen menigeen tot i^ijn doniiné komt met de vraag: „mag ik wel belijdenis doen? "

In mijn eigen gemeente heeft meer dan één in * laatste maanden die vraag tot mij gericht. Voor „De Reformatie" heb ik die vraag niet "nlvangen.

Toch lijkt het mij gewenscht daarover, o, p deze plaats, eenig advies te geven.

*an harte hoop ik, dat niemand het als o n_g e- vfaagd advies ter zijde zal leggen.

»Mag ik wel belijdenis doen? " Eer ik op die vraag antwoord geef, wil ik er "Ank op leggen, dat ieder, die gedoopt is, zoodra ™J in staat is het lichaam des Hieeren te onder- *iden, belijdenis moet doen.

^an het oogenbUk af, waarop' wij gedoopt wer- ^% staat God daar en wacht op het moment, *aarin wij dien doop zullen aanvaarden, d.w.z. a a n- Jiemen de belofte, die God ons in den doop deed Weekenen en verzegelen en op ons nemen de epmg, waartoe Hij ons in dien doop riep. }K weet wel, dat men mij dit alles theoretisch 'yoestemmen.

Maar evenzeer ben ik er zeker van, dat men j 'J? die practijk, veel te weinig gevoelt als eisch v[jj.™®i'en, dat men belijdenis doe en Avondmaal

Vanim \^r^^ anders zou het komen, dat menigeen belijdenis uitstelt tot na zijn twinügste jaar, verkeering aanknoopt, zich verlooft, en er niet het minste blijk van geeft, dat hij zulks ziet als zonde, die hem schuldig stelt voor God?

Wiel is men bang, dat men zich bezondigen zal door aan het Avondmaal te komen, zonder daartoe recht te hebben, maar dat men evenzeer zondigt door van het Avondmaal w e g , t e b 1 jj v e n, terwijl men tot Avondmaal-vieren, van Godswege, geroepen is, schijnt men niet te verstaan.

Zoo komt het, dat er zoovelen zijn, die, heel rustig, van jaar tot jaar, het doen van belijdenis uitstellen. Ik geloof stelhg, dat, wanneer men, in •dit stuk, de roeping meer gevoelde, er meer ernst zou worden gemaakt met het vinden van de noodige vrijmoedigheid; en waar die vrijmoedigheid ernstig gezocht wordt, biddend, bij het licht van het Woord, daar zal zij ook gevonden worden.

Ik begin dus met tegen ieder, die vraagt: „Mag ik wel belijdenis doen? " te zeggen: „Gij moet het doen; God vraagt het van u". ledere gedoopte moet belijdenis doen en Avondmaal vieren.

Maar mag hij het ook doen? Helaas, niet allen, die in hun jeugd het eerste sacrament ontvingen, mogen , tot het tweede naderen.

Daarover zullen wij het wel allen met elkander eens zijn. AJs daar een gedoopte is, die om God en Christus niet geeft, zijn heil zoekt bij wereld en zonde, die mag, tenzij hij zich bekeert, tot 'sHeeren Disch niet komen. Maar wie mogen dat dan wel? Laat ik het heel kort zeggen:

„Allen die gelooven, op grond van Gods helofte, dat God hun om Christus' wille de zonden heeft vergeven en hen tot Zijn kinderen heeft aangenomen."

Maar nu komen de moeilijkheden en de vragen. „Ja", hoor ik daar iemand zeggen, „ja, dat zal wel waar wezen, maar mag ik dat gelooven, dat mij mijn zonden zijn vergeven, dat ik een kind van God ben; daar zit ik juist mee; als ik dat maar aan durfde; dan was ik er; maar daar zit ik juist mee; ik ben zoo bang, dat ik mij daardoor iets zou toeëigenen wat mij niet toekonit."

Niet waar? Dat is het bezwaar van zoovelen, die geen belijdenis durven doen^ óf, indien zij al bel^'denis deden, niet ten avondmaal durven komen.

En wat zullen wij daarop nu antwoorden? Dit, kort en bondig, dat heel deze redeneering erust op misverstand. Tegen al die bezwaarde broeders en zusters, ie zoo redeneeren, zou ik dit willen zeggen: „Laten wij ons de zaak nu eens rustig en klaar oor trachten te stellen. Toen gij gedoopt werd heeft God gezegd, dat ij u ten Vader wilde zijn, dat Hij u uw zonden ilde vergeven, dat Hij u deel wilde geven aan al het heil dat in Christus is. Gij moet het doopsformulier maar eens aandachtig nalezen.

Nu zijt gij volwassen geworden; nu zegt gij: „wat wou' ik graag, dat ik deel had aan dat heil, dat ik aannemen mocht, dat dat voor mij is."

Maar, mijn lieve broeder en zuster, waarom toch niet? God heeft het u beteekend en verzegeld, dat Hij het u wil geven. Waarom zoudt gij dat dan niet mogen aanvaarden ?

Zou God dan niet hebben gemeend, wat Hij in den doop tegen u zeide? Zou Hij dan Zijn belofte niet willen houden? Dat durft gij toch zeker niet zeggen? Welnu, als gij dan begeert het heil in Christus te bezitten, neem het aan; God reikt het u toe; grijp het door het geloof.

Gij m o o g t het doen; gij zoudt het zoo graag willen gelooven; waarom zoudt gij het dan niet doen.

Werkelijk, , al gij twijfelaars, die maar niet durft komen tot belijdenis, gij moet nu eens ophouden met al dat vragen: „mag ik wel gelooven? " Dat is een te kort doen aan Gods trouw en waarachtigheid.

Gelooft het, gelooft het eenvoudig, kinderlijk, dat gij door Christus Gods kind zijt; dan zijt ge het ook, dan moogt ge belijdenis doen en avondmaal houden. Daar is geen andere voorwaarde voor het deel hebben aan het heil des Verbonds, dan het geloovig aanvaarden daarvan. Doet dat dan.

„Ja maar", zegt ge. Welzeker; „ja maar", daarover een volgende keer nog eens iets.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's