GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het sexueele leven, beheerscht door psychologie en religie", door Leslie D. Weatherhead M. A. Met een voorwoord van Prof. Dr G. van der Leeuvir. Vertaald door Mr P. H. Th. Stevens. Uitgegeven door Erven J. Bijleveld te Utrecht. 1934.

„Het sexueele leven" van Weatherheafl.

Het is reeds eenigen tijd geleden, dat bij de redactie het verzoek van eenige lezers binnenkwam om een bespreking te wijden aan het boek van Weatherhead, getiteld: „Het sexueele leven, beheerscht door psychologie en religie". Dit werk is uit het Engelsch vertaald en beleefde in korten tijd reeds een tweeden druk. Volgens deze lezers zou het ook in onzen kring ingang vinden en zouden sommigen daarvan in de meening verkeeren, dat door Weatherhead een uitweg in Christelijken zin geboden werd uit de moeilijkheden, die op het terrein van het sexueele leven de aandacht gespannen houden. Te verwonderen behoeft dit niet, daar de reclame op den omslag van het boek het oordeel van de „Methodist Recorder" liet afdrukken, die de geheele behandeling van het onderwerp open, eerbiedig, en diep Christelijk noemde en zonder eenige vrees voor overdrijving durfde verklaren, dat tienduizenden van jonge menschen dankbaar voor de verschijning ervan zouden zijn. Bovendien voldeed Prof. Dr G. van der Leeuw met geestdrift aan het verzoek van de uitgevers om een voorwoord te schrijven. En wel, omdat hij bij Weatherhead den waren geest van Christus vond, die geen vertoogen houdt, maar helpt. En hij prijst het in den schrijver, dat hij, getuigend van de hoogheid en heiUgheid van het geslachtsleven, een beroep doet op Christus zelven, die mensch heeft willen worden in den vollen zin des woords.

Dit alles klinkt zeer aantrekkelijk. En wanneer we de verschillende hoofdstukken nagaan, dan wordt onze verwachting wel hoog gespannen. De schrijver handelt over het verkeerde van zwijgen en 't nadeel van onwetendheid, beide met betrekking tot het geslachtsleven, over de juiste wijze, waarop men tot een huwelijk moet komen, over het ongelukkige huwelijk, over het vraagstuk der ge­ boortebeperking, over het verkeerd behandelde sexueele leven en over zooveel meer, dat op dit terrein onze belangstelling vraagt.

Maar onder het lezen worden we alras gewaai-, dat Weatherhead de verhouding tusschen psychologie en reUgie wel zeer eenzijdig ten gunste van de eerste beziet. Niet de rehgie heeft de leidende rol bij de bepaling van het ethisch standpunt met betrekking tot de velerlei vragen, die aan de orde komen, maar de psychologische inzichten van den schrijver, die hij voor een groot deel ontleend heeft aan de moderne psychologie, maar dan verzacht en bewerkt naar een Christus-ideaal, dat zijn begrenzing tenslotte toch weer meer vindt in een psychologisch aangevoelde menschelijke behoefte dan in een poging om den Christus der Schriften ©enigszins naderbij te komen. Weatherhead wil hen helpen, voor wie het sexueele een vreesaanjagend geheim is of een 'bijzondere persoonlijke moeilijkheid of beide, en naar zijn meening is het de psychologie, die voor ons de diepere oorzaken van de zielsconfhcten, die hier dreigen, bloot legt en de middelen aangeeft, om ^an deze benauwenissen te ontkomen. Maar anderzijds gevoelt de sdirijver, dat men op dezen weg voortgaande, tot consequenties komt, die de zedelijke grondslagen onzer ChristeHjke samenleving ondermijnen. En het is allerminst zijn bedoeling om daaraan mee te werken. Integendeel, de groote zedelijke beginselen van het Christendom wil hij juist handhaven en hij doet aUe moeite om zijn psychologie daarmee in overeenstemming te brengen. Maar de wijze, waarop dit geschiedt, is zuiver willekeurig. Niet de Schrift is uitgangspunt van deze beginselen, maar de persoonlijke ervaring, (Me den invloed van die Schrift in meerdere of mindere mate ondergaan heeft. Vandaar, dat men in dit boek een objectieve fundeering van ons zedeUjk handelen ten eenenmale mist. Met betrekking tot het vraagstuk van huwelijk en kinderzegen komt [Weatherhead op psychologische gronden tot een toegeefeUjke houding ten opzichte van het gebruik van Neo-Malthusianisüsche middelen in bepaalde omstandigheden, terwijl hij op andere ten-einen van het. sexueele leven van een compromis niets wil weten, hoewel ook daar op dezelfde psychologische gronden als die, welke hij voor het zoo pas genoemde standpunt aanvoerde, een minder afwijzende houding viel te verwachten.

Hier krijgt de psychologie dan ook een andere taak. Ze is hier niet meer de verldarende wetenr schap, die ons andere inzichten geeft met betrekking tot wat vroeger steeds als Christelijke zede werd aangemerkt, maar ze wordt nu tot middel om aan de verleiding van de zonde in een bepaalde sitnaüe weerstand te bieden. Maai- waar Weatherhead in de afwijzing dier zonde zich geheel aansluit aan de gangbare Christelijke normen, blijft zijn psychologie toch in den grond een gebrekkig middel. Deze kan den mensch wel een heel eind brengen, maar de Christelijke levensbeschouwing ligt zoover van het moderne psychologische denken verwijderd, dat dit laatste de zielsconflicten en levensspanningen, die juist in den strijd tusschen deze Christelijke normen en de instinctieve driften ontstaan, niet tot een volledige oplossing kan brengen. En waar de psychologie te kort schiet, moet nu de religie het overige aanvullen. Maar in die aanvulling is de religie weer zóó uitgewerkt, dat daarvan niets anders overblijft dan een soort tegemoetkoming aan de psychologische behoeften van den mensch. Van Godis heiligheid en straffende gereditigheid valt hier niets te bespeuren. „De vriendschap van Jezus" en „de Christuservaring", zonder eenigen directen band aan het Woord, zijn onder meer de krachten^ die ter beschikking staan om de moeiUjkheden uiteindeUjk te boven te komen.

D© grondgedachten van Weatherheads boek zijn derhalve niet in overeenstemming met wat de Gereformeerde belijdt omtrent Schrift en religie. Het levensgedrag der geloovigen behoort door geheel andere normen bepaald' te worden dan door die, welke ontstaan zijn uit een merigehng van psychologische inzichten en de begeerte om verschillende groote zedelijke goederen te behouden, maar dan los van hun levenswortel, zooals deze opkomt uit de erkenning van het absolute gezag zoowel van het Oude als van het Nieuwe Testament. Wie in de beheersching van het sexueele leven de psychologie naast de religie plaatst, sterker nog, aan de psychologie de eerste plaats toewijst, gaat de grens tusschen God en mensch, tusschen openbaring en menschelijke vinding geleidelijk uitwisschen en bevolkt straks zijn hemel met voorstellingen, aan zuiver menschelijke inzichten ontleend. Van den Olympus der oude Grieken zijn we dan in principe niet ver meer verwijderd. We buigen ons dan voor het maaksel van onze eigen gedachten en zoowel de psychologie als wat men onder religie wenscht te verstaan, worden tot een vervloekte afgoderij. Want deze beide worden verzinsels, waai'op de mensch zijn vertrouwen stelt, en komen in de plaats van den eenigen waren God, zooals Deze Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft.

Tot deze consequenties moet Weatherhead onherroepelijk komen. Men wordt daarvan iets ge­ waar, walmeer men ook zijn later vertaalde boeken, „Psychologie on Leven", en „Discipelschap" opslaat. Daarin worden de heilswaarheden met behulp der psychologie naar beneden gehaald in de sfeer van het zuiver menschelijke, psalmisten en profeten beschouwd als misleiders van het oude Israël, de moderne psychologie gezien als het middel, waarmee de Christus in pri^ncipe verschillende Zijner wonderen verrichtte, de beteekenis van het kruis ons getoond als een voorbeeld, „hoe we ons in omstandigheden, waarin de dwaasheid', de onwetendheid en de zonde der menschen ons brengen, hebben te gedragen" en daarhi „den voorloopigen wil" van God hebben te ontdekken. Want „de ideale wil" van God wil het lijden niet. Maar deze wil is vaak onuitvoerbaar. En nu is er de „voorloopige wil" Gods, die van ons vraagt in het lijden van 't leven toch nog iets te maken en door de heerlijkheid van ons karakter te triomfeeren oveir onze ellendige omstandigheden. Er is niets, dat ons kan overkomen, of het is mogelijk, dit door de „alchemie" van de houding, die wij er tegenover aannemen, en door onze samenwerking met God, te veranderen in goud. En zoo heeft Christus door Zijn volmaakte overgave op den roep, die uit de omstandigheden tot Hem kwam, en door Zijn samenwerking met den Vader, Wiens „ideale" wil zeker niet op een moord heeft aangestuurd, ons de grootste geestelijke overwinning laten zien, die de wereld ooit heeft gekend', en is Hij ons daarin tot een exempel geworden.

Maar dit niet alleen! Behalve dat het kruis ons van de mogelijkheid ; yan zulk een overwinning overtuigt, gaat er ook een uitdagende kracht van uit. De discipelen zagen er iets in van den eeuwigen last, dien God in Zijn hart om het hjden en zondigen der menschen te dragen heeft. Zij zagen Hem identiek met al de smart en al de ongerechtigheid van de geheele wereld, de eeuwen door. En hierdoor aangegrepen zetten ook zij hun schouders onder dien last en zochten zij van nu voortaan de gemeenschap met dit lijden. En het is nu de boodschap van zulk een lijdend' God, Die nog dageUjks om onze overtredingen wordt verwond en aan Wiens kruis nog steeds nieuwe nagels worden geslagen, waardoor we kimnen leeren de zonde te haten en te weten, dat de boosheid der menschen bestreden en overwonnen en afgedaan is En ieder goed' werk wordt dan de o_penbaring van de Goddelijke natuur in de mensdieUjke daad, en een zuivere gedachte, de projectie van een Goddelijk idee.

Zoo zien we de poging om aan de psydiologie een leidende functie naast de reUgie in het menschelijk leven te geven en de religie den mensch zoo psychologisch mogelijk aannemelijk te maken, tenslotte uitmonden in zulk een nadruk leggen op de immanentie Gods, dat het pantheïsme in het zicht komt. We zijn hier wel een heel eind verwijderd, niet alleen van het Gereformeerd Iselijden, maar ook van alles, wat tot nogtoe als de hoofd^ waarheden van het Christelijk geloof de eeuwen door heeft gegolden.

En nu meen ik met deze uiteenzetting van de grondgedachten van Weatherhead te mogen volstaan. Ze zal voldoende zijn om den lezer te overtuigen, dat we in dezen sdirijver geen betrouwbaren gids hebben met betrekking tot de vraagstukken van hel sexueele leven. Waar er zulk een principiëele tegenstelling tusschen hem en ons bestaat in de hoofdvragen, moet zijn beüehting van de problemen, die het etbisch-religieuze leven raken, voor ons wel geheel onzuiver zijn.

Nu is hiermee niet gezegd, dat er in het boek van Weatherhead geen gedachten voorkomen, die we volkomen kunnen onderschrijven. Of dat het niet meer bevat dan een aantal wanbegrippen omtrent de verhouding van psychologie en religie. Want eenerzijds handhaaft het in meer dan één opzicht de Christelijk-zedelijke grondslagen onzer samenleving, anderzijds bevat het menige opmerking, die haar waarde zoowel voor den geloovige als voor den ongeloovige kan hebben.

Maar, wat het eerste betreft, deze grondslagen vinden, zooals wij zagen, een onvoldoende fundeering in de HeiUge Schrift en kunnen daarom op den duur een afglijding naar een geheel autonome ethiek met het aardsche geluk van den mensch als middelpunt, niet tegen gaan.

En met betrekking tot het tweede punt, daarover gaat het ons niet in de eerste plaats. Hoofd^ zaak was de vraag, of Weatherhead' juist op de vi-agen van het Christel ij k leven een antwoord gaf üi overeenstemming met wat titel en aankondiging konden doen vermoeden. Maar het bleek ons, dat de benadering dier vragen geschiedde vanuit een richting, die de religie onttroonde, en den afstand tusschen God en mensch zóó verkleinde, dat er voor een oprecht Christelijk geloof schier geen plaats meer overbleef.

En daarom kan dit boek tenslotte slechts verwarrend werken voor hem, die ook in het sexueele leven zoekt naar datgene, wat alleen uit een waar geloof, naar de wet Gods, Hem ter eere geschiedt, en wat niet op zijn eigen goeddiunken of op menscheninzettingen gegrond is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's