GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die millioenen eens Zaligen zal!

Dezer dagen maakte ik een Kerstfeestvierin^ mede. Het was fel koud^ nooit heb ik gretiger de aan zulke feesten onafscheidelijke chocolade gedronken dan op dezen avond. Wij waren halver^ wege het programma, vele mannen en vrouwen van eens-per-jaar-naar-de-kerk hadden met gepaste onderwerping naar mijn toespraak geluisterd. Het gemeenschappelijk gezang had tot nog toe maar flauwtjes opgeklonken, de mannen keken op het programma, maar hielden den mond stevig gesloten. Toen werd het geliefde lied opgegeven: Stille Nacht, Heilige Nacht! Ik keek de rijen lang^ ik zag de monden opengaan, ze zongen „met deeg", zooals wij dat in mijn geboortestreek gewoon waren uit te drukken. Ze vergaten de kou, zij vergateü het sigaretstompje, waaraan zij heimelijk een haaltje hadden gedaan „onder de preek" en uit volle borst klonk het: DIE MILLIOENEN EENS ZALIGEN ZAL. Je hebt je kerstzegen al beet, jongen! zei ik in stilte tot mijzelf. Je hebt van. God al een parool ontvangen voor het nieuwe jaar, schrijf maar op het schutsblad van je kalender dien jubel des geloofs: DIE, MILLIOENEN EENS Z.\LIGEN ZAL.

DIE! JEZUS! Wij zullen ze waarlijk niet zaligmaken, dat leert men in den arbeid der evangelisatie wel. Het is waar, het kan ook anders gaan, wij kunnen door den arbeid in het koninkrijk Gods radicaal bedorven worden. Dat gebeurt meer daü wij denken. Dan krijgen wij van die menschen, die zich als HULP-ZALIGMAKERS gedragen. Die als het ware den slagzin gebruiken: Spreek met mij en het komt in orde! Zie ze aan den slag: hocuspocus-pas... een ziel! Dat zij groot gevaar loopen de menschen aan hun hart dood te drukken, daarvoor is hun oog gesloten. Maar in den regel leert de arbeid in het koninkrijk Gods het ons wel anders verstaan. Zóó verstaan, dat wij ons liederenboek wel in een hoek zouden willen smijten en zeggen: Och, wat geeft het? Ik ten minste zal er niet één toebrengen! Maar, hoor...

Die MILLIOENEN eens zaligen zal, getuigt het oude Kersthed. O God is het waar? Kan het waar zijn? Ja, ik geloof het en daarom zing ik, daarom spreek ik van HEM, Die millioenen eens zaligen zal. Niet alle menschen worden zalig, wij weten dat. God heeft Zijn VOLK, dat is het uitgangspunt van alle prediking, ook in de evangelisatie. Maar wij zullen op de bekende vraag van Zondag 7 niet ons eigen antwoord geven. Worden dan alle menschen wederom door Christus zalig gelijk zij door Adam verdoemd zijn geworden? Neen, alleen de gereformeerden, de christelijk-gereformeerden en de orthodox-hervormden! Wij zullen zingen en roemen: MILLIOENEN! Een schare, welke niemand tellen kan, geen strenge dominee met een knijpbrillelje op zijn neus, geen ontnuchterd mensch mei de koude oogen van iemand die niets meer verwacht. Dominee, schrijf dat op de eerste pagina van uw preekcahier! Ouderling, schrijf dat op het schutsblad van uw blokboekje, zangers en zangeressen, muzikanten en zondagsschool-onderwijzers, straatpredikers en onderwijzers op de dagschool, leeraren bij het M.O., waarvan wij het „christelijk" gewoonlijk tusschen aanhalingsleekens zetten als zijnde een twijfelachtige zaak, schrijft het allen op uw werkprogram voor het jaar 1939: Die MIL­ LIOENEN eens zaligen zal!

ZALIGEN! Naar de keurige omschrijving die wij in onze catechese gebruiken, is dat immers: brengen van het grootste kwaad tot het hoogste goed? Ik vrees dat veel gebondenheid onder de geloovigen en veel onvruchtbaarheid in het koninkrijk Gods niet het minst daaruit voortkomt, dat wij niet waarlijk gelooven, dat Christus ZALIGT. Ik vrees wel eens, dat wij van het geloof en van de bekeering een soort HUPZALIGMAKERS maken. Christus doet dan wel ZIJN deel van het werk en Hij doet dat voortreffelijk. Maar Hij brengt ons naar die voorsteUing tot een zeker punt van den weg en zegt: vriend, nu moet het gelóóf u verder brengen. Ik heb MIJN deel gedaan. Ik heb u doen doopen, Ik heb u laten prediken en u door die prediking geroepen, maar nu moet gij op een paar bekeerde beenen naar den hemel wandelen. Nu, die hulpzaligmakers brengen u niet ver, zij voeren u het kasteel Twijfel binnen en uw hart zucht: niet voor mij! niet voor mij. Hóór, daar khnkl de geloofstaal van het oude kerstlied tot uw kerker door: Die miUioenen eens ZALIGEN zal. Als uw hart dat verstaat, dan werpt gij u ia de armen van dien Gezegenden Heiland en zegt met het kinder\-ersje: Lieve Jezus, Gij alléén, brengt mij naar den hemel heen. En zoo afstand doende van uw geloof, gelooft gij voor hel eerst van uw leven. Zoo uw bekeering verzakend, bekeert gij u tot den Herder en Opziener uwer zielen. Christus, de Eenige, houdt niet op voor Hij u gebracht heeft tot het hoogste goed, tot God en Zijn gemeenschap.

Amen, Gode zij d'eer!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's