OPVOEDING EN ONDERWIJS

WAT MOETEN WE DOEN, OM DE ZEDELIJKE VERWILDERING ONZER JEUGD TE BESTRIJDEN?

A. De Profetische Taak.

Zoo zijn we dan genaderd tot de vraag: , , Welke middelen staan ons ten dienst; e om onze jeugd te vrijwaren tegen den geest der eeuw, die ook ons en onze kinderen bemette?

Ik ben .van meening, dat het antwoord op deze vraag vrij eenvoudig is. Wat doen we, als iemand door een of andere ziekte, diphtherie of t.b.c. b.v. is besmet? Afzonderen, is 't niet? Welnu, dat moeten we ook met onze kinderen doen. Misschien glimlacht u bij de gedachte aan de mogelijkheid daarvan. Stel u voor, kinderen, jonge menschen, afzonderen! In kloosters soms? Neen, in gezinnen! Het gezin is genoemd, en terecht, de cel, waaruit Kerk, staat en maatschanpij gevoed worden. Als de gezinnen niet meer gaaf zijn, dan is er noch voor de Kerk, nóch voor de school, nóch voor de maatschannij, nóch voor den staat, eenlge hoop. En daarom — als men ruwheid, onverschilligheid, genotzucht, zucht naar sensatie, bandeloosheid, in 't algemeen zedelüke verwildering wil bestrijden, dan moet men met het gezin beginnen. Wie dat voorbijziet — en dat zijn velen — grijnt er naast, tast mis bij ziin plannen ter bestriiding van het geestelijk verval van onze jeugd. Ook in onze kringen verliest men dat meer en meer uit het oog. Men verwacht het van de Kerk, van de Catechisatie, van de Chr. School, van jeugdvereenigingen, maar niet in de eerste plaats van het gezin. En .juist om het gezin gaat het. Als de gezinnen ontsporen, dan is de arbeid van al die andere organen van te voren al met onvruchtbaarheid geslaJgen. Zijn daarentegen de gezinnen gaaf, dan kunnen Kerk en Catechisaie, school en vereeniging onschatbare diensten bewijzen. On het gezin komt het aan. Dat^moet gaaf zijn. En •pranneer is het gaaf? Als de vader, , door moeder biieestaan, daar zijn profetische, priesterlijke en koninklijke roeping verstaat.

Zeer in het kort zullen we nagaan, wat een en ander inhoudt.

Allereerst dan de profetische taak!

Zooals het de taak was van Israels profeten aan het volk Gods Woord te verkondigen en het in Zijn inzettingen te onderwijzen, aan te sporen tot het wp.ndelen in 'S Heeren wegen en te waarschuwen tegen de zonde, zoo heeft ook een huisvader een roenjng van Godswege, die hij aanvaardde bij den Doon, om ziin kinderen in de „voorzeide leer" te ondernHi> en of te doen onderwiiren. In onze gezinnen heerscht de .goede gewoonte drie keer 's daags uit den Biibel te lezen. Vader leest voor, de anderen luisteren en langzamerhand nem-en de kinderen wat •"an den inhoud van den Bijbel in zich op. Maa, r — Gnda Woord is zoo diep en soms zoo moeilijk te verstaan. Vragen rijzen en van vader wordt antwoord verwacht. Zal hij kunnen antwoorden, dan zal hü moeten studeeren. Wie^ kan geven, zonder -ïï-oortdureTid te ontvangen? Kinderen zitten vol vragen. Natiuirliik! Door vragen moeten ze wijs woorden. En wat is er meer van zelfsnrekend dan dat ze er mee bij hun eigen vader en moeder komen? Snauwt ze niet af! Nooit kunt ge uw tijd beter bestoden, dan door de vragen uwer kinderen, als ze uit weetgierigheid voortkomen, te beantwoorden.

En dan kan de school hier goede diensten bewijzen. T/aten de ouders belangstellend informeeren naar de Bi-: belsche verhalen, on school verteld. Dat komt niet alleen het onderwijs ten goede maar versterkt ook den band tuaschen huis en school. Met het catechetisch onderwijs staat het evenzoo. Dat m.oeten we maar niet aan den dominé overlaten, alsof dat ons, ouders, verder niet aanging. Het gaat ons wel degelijk aan. Als dragers van het ambt der geloovigen, als geroenen profeten in eigen gezin hebben we ons te vergewissen, dat het oi^gegevene geleerd wordt en dienen we voorkomende moeiljjkheden nader uit te leggen.

Ook het vereenigingsleven verdient onze belangstelling en last not least behoort ook het spreken samen in den huiselijken kring over de preeken tot de profetische taak van het gezinshoofd. Als we willen, dat het Woord den toon zal aangeven In ons huis, zoodat het geheele gezin er voor buigt, dan zal dat Woord moeten worden gekend. Laat het B'ibelwoord: „Mijn volk gaat verloren, omdat het geen kennis heeft", ons allen een prikkel zijn om groote activiteit te ontplooien in ons profetisch ambt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen