GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Bieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Bieven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater. neven

Het spreekt als van zelf, dat, als de Koning der kerk Zijn kerk, die telkens weer di-eigt af te glijden van de volkomen gehoorzaamheid in leer en leven, opnieuw uitleidt en reformeert, dit doorwerkt in gansch het leven. Dat kan niemand keeren.

Als er ten dien opzichte weigering is — ten kwade; als wij overal gehoorzaam zijn.— ten goede.

Daar is in het leven causaliteit, oorzaak en gevolg, en een zeer strenge, wat de wetenschap buiten het geloof ook moge zeggen. Maar het is de causaliteit der Schrift. Afwijking van het Woord brengt vloek, toekeering naar Schrift en belijdenis geeft zegen.

En zoo heeft elke reformatie haar strenge consequenties.

Consequenties, die van ons telkens offers vragen, want daar staat niet tevergeefs geschreven, dat er voor de getrouwe kinderen Gods verdrukking zal zijn in deze wereld.

De groote reformatie der zestiende eeuw heeft niet alleen de kerk uitgered uit een doodelijk knellende hiërarchie, maar ook het gezin en den staat en de maatschappij.

Maar toen daar weer afval kwam, naderde opnieuw het verderf allerwege.

Wij vergissen ons, als wij meenen, dat wij met onze hulde voor een teekenend feit der reformatie voorts wel klaar zouden zijn.

De reformatie is als de bekeering een dagelijksoh, doorgaand werk, zal het zout niet smakeloos worden. Zij moet doorgaan, beslag leggen op al ons denken en doen, zij moet ons werk allerwege beslissend bepalen.

Waar wij ook zijn.

En wie weet niet, hoe spoedig er na een eersten goeden aanzet, in blij geloof, spoedig weer inzinking komt, omdat wij de kracht vergeten van het woord der groote reformatie door een der grootsten gesproken: elders rust. Wij willen die rust dan ook hier.

En nu beteekent die gedurige reformatie voor gansch ons leven, die het gezicht op de kerk des Heeren nimmer verliest, ook menigmaal harde strijd, verdeeldheid, scheuring, breuk.

De Heiland zegt tot Zijn jongeren: uur ben Ik komen werpen op de aarde. Meent gij, dat Ik gekomen ben om vrede op de aarde te geven? Neen, zeg Ik u, maar verdeeldheid. En dat begint dan in het huis. Lukas 12 : 53.

Prof. Greijdanus zegt in zijn korte verklaring hiervan: de Heere brengt wel vrede, maar geen vrede met zonde en onheiligheid, met miskenning en verloochening van God. Hij predikt den vrede, maar tot den jongsten dag is het veelszins strijd, pijnlijk, heftig, geweldig. En omdat de meesten naar Hem niet willen hooren, doch zich tegen Hem verzetten is daar strijd, die zich tot de gezinnen doorzet.

Eenheid, zeker, waar er gehoorzaamheid is. Maar als de trouw komt te staan tegenover de ontrouw, dan gedeeldheid, scheuring, strijd.

En dit feit schrikt menigmaal vele kinderen Gods af.

Den eersten stap der reformatie doen zij met vreugd, maar voor den tweeden en derden, die er op volgen moet, deinzen zij terug.

Want dan moet menigmaal gebroken worden, wat wij zoo heerlijk opbouwden en wat onze oprechte liefde eens had.

Geloof maar, dat er in de dagen der groote reformatie vele vromen waren, die het kwaad in de Roomsche kerk zeer wel opmerkten en er onder leden, maar als de stem tot hen kwam eener besliste keuze, vroegen zij zich af: waar blijft onze eenheid, waar dat groote christelijke wereldrijk, waarnaar aller verlangen uitging, waar de invloed der christenen op het leven, waar de eenheid tegenover de vele godloochenaars die er toen ook waren, waar onze kracht tegenover het communisme, dat men toen ook reeds kende?

Lees maar eens artikel 36 onzer geloofsbelijdenis. Daar staat: „En hierin verwerpen wij de wederdoopers en andere oproerige menschen en in het gemeen al degenen, die de overheden en magistraten verwerpen en de justitie omstooten willen, invoerende de gemeenschap der goederen en verwarren de eerbaarheid, die God onder de menschen gesteld heeft".

U ziet, daar is niets nieuws onder de zon.

Eln nu was het toch de Roomsche hiërarchie, die daartegen ook inging.

En als men nu de eenheid verbrak verging toch de kracht.

En zoo bleven zij onder het juk van Rome, erg bezwaard, en allicht hadden zij ook wel behoefte aan een orgaan, waarin hun zuchten werden opgenomen tot stilling hunner consciëntie, welker stem allengs alleen onderdrukt kon worden door een steeds heftiger verwijt tegen die getrouw mochten zijn in 's Heeren dienst.

Ook hier niets nieuws onder de zon.

Maar ook in den kring der reformatie bleef de strijd niet uit.

Daar kwamen weer dwalingen op, valsche profeten riepen weer op het luidst: de Heere zegt, terwijl zij alleen maar uit hun eigen hart profeteerden.

Tegen dat kwaad moest dan de strijd worden aangebonden en dat gaf last, overal waar de reformatie eindelijk had mogen zegevieren, vooral waar, zooals hier te lande, ook het staatsieven was gered uit de banden der tyrannic.

De politiek werd daar een factor van gewicht ook voor het kerkelijk leven. En die politiek wil uiteraard machtsvorming. Door eenheid. Eendracht maakt macht. Haar spreuk.

Zulke eendracht roept om eenheid, zij het niet in het denken of spreken, wel in het handelen, stemmen of zoo.

Die politiek is daarom niet zonder gevaar voor de voortdurende reformatie, juist omdat zij handelen is, practisch.

Luther leerde ons zingen: geen aardsohe macht begeeren wij. En daarom wilde hij zijn reformatie buiten de politiek houden, buiten 3e staatszucht, die zooveel kwaad kan brouwen.

Hij zag daar, wat Goethe later dus formuleerde: in het beschouwen zijn wij graag zedelijk goed, in het handelen gewetenloos.

En het was een zeer groote fout van Luther, dat hij meende, dat zulks voor het staatsieven niet anders ook kon.

Wij zien daarvan de sporen bij Brunner, die schreef, dat de staat het toppunt is van kwaad, de opeenhooping aller zonde, en die meent, dat wij dat ook zoo moeten aanvaarden. Wij kunnen dien staat toch niet missen, zal het leven voortgang hebben.

Als wij de wereldgeschiedenis nagaan, ook die van onzen dag, dan zien wij ook terdege, hoe gevaarlijk macht is voor den mensch, en hoe die mensch, juist in zijn politiek handelen geen zonde, geen kwaad, geen gemeenheid, geen gruwel ontziet. Macohiavelli zei ronduit, dat het zoo behoorde, en Cesar Borgia, een der grootste schurken, die de historie kent, was zijn ideale held. En sedert dien hebben 'de machtigen dezer aarde dezen theoreticus wel eens, als Frederik de Groote, weersproken; deze vorst schreef er zelfs een boek tegen; maar in hun handelen betoonden zij zich goede leerlingen van den Italiaan. Ook hij.

Calvijn zag de dingen anders dan Luther. Ook het doen der overheden behoort zich te richten naar het Woord van God en de belijdenis der ware kerk. En de calvinisten waren wel degelijk bedacht op het winnen ook van aardsche macht, waar zulks kon in gehoorzaamheid aan den Koning der koningen, en zooals Prins Willem de eerste dat zag: tot bescherming der vrijheid van Christus' kerk, wat altijd door de eerste roeping is van alle overheid. Daar is zij voor.

Indien het anders ware geweest zou Prins Willem de eerste geen vinger hebben uitgestoken tegen Alva, en ware Koning-stadhouder Willem III een Lodewijk XIV" niet te lijf gegaan.

Behoud van de vrijheid der kerk van de Reformatie. Strijd tegen de machten, die deze vrijheid bedreigden.

Maar ook al was het doel goed, en al werd het goed in het oog gehouden, telkens bleek ook weer, hoe moeilijk het juist in den politieken strijd, in het staatkundig handelen is, om den rechten gehoorzamen weg te bewaren, en niet naar middelen te grijpen, die de wereld kent. 2ij het dan gematigd.

De politiek nu vraagt, naar haar aard, om machtsvorming en eenheid van optreden. De reformatie breekt alle valsch scheef gegroeide eenheid.

Daar kwam dus licht vrees voor doorgaande reformatie, voor strijd in de gelederen der kerkmenschen, voor verwarring in den kamp tegen allerlei dwaalgeesten, en het ligt voor de hand, dat de politieke leiders steeds met eenigen schrik zagen, dat er in den boezem der kerk weer strijd kwam, omdat de getrouwe leeraars met al hun kracht ingingen tegen allerlei dwaalgeesten, die zich natuurlijk voorstelden als de meest onschuldige en Schriftgehoorzame m'enschen. Die ook, vooral als men hen tegenkwam, wezen op de noodzaak van vrede en verdraagzaamheid en liefde, en er daarom ook niet voor terugdeinsden tot de overheden te zeggen: hoort gij die onverdraagzame menschen wel, ziet gij niet, hoe zij de eenheid breken en uw politieke werk belagen? Zoudt gij niet een slot op hun mond willen leggen en ons vreedzame lieden helpen? De kerk moet toch niet heerschen over den staat, maar de staat is de eenige macht, die het kwaad der onverdraagzaamheid kan keeren.

Gij ziet onze tolerantie en hoort onze woorden. liefdevolle

En de mannen der politiek, ziende voor zich het gevaar, dat er weer een strijd zou zijn, die de eenheid breken kon, trachtten dan dien strijd te voorkomen, het vuur der onverdraagzaamheid te blusschen, den ijver der oprechte leeraars van Christus' kerk te stuiten. Vrede, vrede, zoo riepen zij dan. Maak toch niet zooveel drukte over kleinigheden.

Dat geeft maar last. En gij sterkt de wereldsche machten die immers reeds juichen over onze verdeeldheid. Zoo gaan de vruchten der reformatie voor het staatkundig leven verloren.

En dan zeiden de valsche leeraars: dat is goed, dat willen wij ook, laat men ons toch niet zoo hard bejegenen, want wij meenen het zoo goed.

Maar als de getrouwe wachters op Zionsi muren niet zwegen en tot de overheden zeiden: juist die dwaalleer ondermijnt den staat en uw eenheid zal geen baat brengen, als gij niet gehoorzaam zijt, dan gingen de politieke heeren er menigmaal toe over om de valsche profeten te steunen en de mannen der getrouwe reformatie te vervolgen.

Zoo stond dan de eenheid tegenover de gehoorzaamheid.

En vele menschen, die in hun zoete rust, in dagen van voorspoed, niet gaarne werden opgeschrikt, die overal gevestigde posities innamen, en terugschrokken voor de strenge consequentie der reformatie, vonden die getrouwe herders, ook al mochten zij in theorie gelijk hebben, toch maar te drijverig, extremistisch. Zij hadden niet heelemaal ongelijk, maar waren te fel, hun toon was niet behoorlijk en die .afwijkende lieden daartegenover waren zoo lief en vroom en zacht en beschaafd.

Men kon toch ook waardeeren en verdraagzaam zijn.

Moest dat tegenstaan der dwaling nu zóó? Kom kom......

En ziedaar, nu hebben wij het beeld der gewichtigste momenten uit de geschiedenis van ons vaderland, als het ging in den strijd om het behoud van kerk en staat. Lees er Groen van Prinsterers Vaderlandsche geschiedenis maar eens goed op na. Het was juist zijn doel, ons dat goed te doen begrijpen. En daarom is het stellig ook niet kwaad, als wij met elkander eens een paar van die groote momenten wat nader bezien. Ter leering voor onzen dag. Dus tot een volgende maal.

Met hartelijke groeten en heilbede, uw toegengen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Bieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's