GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Mijn doel was, schreef ik, een paar momenten uit onze historie te doen getuigen, maar niet alleen zulke momenten, doch heel de geschiedenis van ons vaderland, met die van de kerken der reformatie ten nauwste verbonden, kan de waarheid der volgende stellingen bewijzen.

De eerste is, dat het de kerken der groote Reformatie zijn geweest, die den zelfstandigen, onafhankelijken staat der Nederlanden, toen de Republiek der vereenigde Nederlanden, deden geboren worden. Dié kerken zijn de grondslag van ons nationaal bestaan en van ons welvaren. Ik gebruik hier en voorts niet dan woorden van onzen öroen van Prinsterer.

Hieruit volgt, dat wie ten onzent de kracht der reformatie, haar getrouwe kerk en het onverbrekelijke verband van Schrift en belijdenis aanrandt, wel veel politiek geschal kan maken, maar niettemin meehelpt ons vaderland, groot geworden in de gehoorzaamheid aan de reformatie, dus aan. Schrift en belijdenis, politiek en sociaal te doen zinken. Het geroep: naar het Woord, baat niet, noch in de zestiende, noch in onze eeuw; want alle ketters en ondermijners der waarheid doen hetzelfde; alleen Schrift en belijdenis zijn het fundament van heel ons nationaal bestaan. En geen mensch kan daaraan iets veranderen.

Het tweede is, dat 't doel van den strijd, die de vrijheid bracht van ons volk en eveneens die van Engeland en Amerika, d.w.z. de overwinning op kerkelijke hiërarchie en politieke tyrannic en de volharding in dien strijd, vóór alles, eigenlijk alleen, was de vrijheid van de kerk der Reformatie, de verdediging van het geloof, beledlen in de belijdenisschriften der gereformeerde kerken, resultaat van het vrije onderzoek der Schrift, regel en garantie voor de zuiverheid der prediking en het onderwijs der kerk.

De derde stelling is, dat de politiek, de staatkunde, in haar telkens weer opkomen voor een tolerantie, die de vastheid der belijdenis ondermijnde, heel de zelfstandigheid der natie en de vrijheid der belijdenis ondermijnde, heel de zelfstandigheid der natie en de vrijheden van het volk in groot gevaar bracht, en aüeen de trouw der kerk aan haar belijden, in leer en kerkenorde, ' het behoud werken mocht. Iets wat geldt zoo voor ons volk, als voor Engeland en Amerika, de calvinistische landen.

Ten vierde, dat het principe en de zenuw, de bron en de garantie, van de godsdienstige en van elke andere vrijheid, was de Reformatie, maar dan die Reformatie compleet en krachtig; volkomen gehoorzaamheid aan het Woord van God, zooals het beleden werd door de gereformeerde vaderen.

Eindelijk ten vijfde, dat dit steeds het best begrepen werd door de eenvoudige, gewone, simpele leden der kerk, ambachtslieden en boeren, opgevoed in de kennis der Schrift en de geschiedenis van hun land, het „heel gewone volk"; dat de beteekenis van de kwesties, die aan de orde van den dag waren, beter werd gezien door dat gewone volk, dan door vele hooggeplaatste personen, mannen van studie en sociale positie, intellectueelen zoo als men dat thans zegt.

Ik bepaal mij nu tot deze. stellingen en zeg nu, dat zij niets anders bevatten dan een vertaling van stellingen, die Groen van Prinsterer deed volgen op zijn zeer belangrijke studie over de zgn. godsdiensttwisten in de dagen van den strijd tusschen remonstranten en contra-remonstranten; een studie, die tot titel draagt: Maurice et Bamevelt.

Het is jammer dat dit werk niet in zijn geheel in onze taal werd overgezet, waardoor het weinig bekend is onder ons. Busken Huet zegt er van: de inkleeding schijnbaar ongelijkmatig en kwalijk samenhangend. Uitweidingen zonder tal, verwijzingen, noten tot toelichting van noten, een hollandsche zinsnede om een engelsche op te helderen, een weinig duitsch, veel fransch — veel engelsch ook — alles door elkander. Een eerstbeginnende zou door de critiek aanstonds zijn afgewezen. Maar geen nood; eerstbeginnenden kunnen zulk werk niet leveren. De schrijver heeft al zijn kunst moeten te hulp roepen, om de rechts en links uitpuilende stof zoo mogelijk binnen één boekdeel van matigen omvang samen te dringen. De beste helft van een menschenleven is noodig geweest, om tot het schrijven van „Maurice et Bamevelt" , in staat te stellen.

Hier ligt nu het eerste moment waarop ik wil wijzen. Nauwelijks was het Nederlandsohe vrije volksbestaan gegrond op de belijdenis der Reformatie verkregen, of de dwaalleeraren kwamen op. Dö, t is altijd zoo in de historie. Als het Koninkrijk Gods nabij is gekomen, wijl onze Heiland daar was in de volheid des tijds, spant de satan zich bovenmate in om de waarheid te weerstaan.

De satan is nimmer ijveriger in de weer, dan wanneer de banier van het Woord ten volle wordt ontplooid.

Nooit waren de ketterijen erger dan toen de apostelen des Heeren het bevel van hun Koning mochten opvolgen in de verkondiging van het Evangelie aan alle volken.

Evenzoo ging het in de dagen der groote Reformatie. Hoe spande de satan zich in, om de getrouwe prediking te keeren. Hoe? Door het vrome woord der

valsche profeten, die net deden alsof zij het Woord beleden maar tegen de belijdenis der kerk ingingen.

En mu de satan meent, dat hij in onzen tijd zijn laptsten/siag kan slaan om heel de wereld te ontkerstencfc, is naar des Heilands profetie het geroep: .•ïiAhier .of ziedaar de Christus, niet van de lucht. De meest ^{eraffiaeerdè valsche profetie is bezig, om het volk d«s Hleeren te misleiden. En haar profeten vinden christelijke organisaties bereid hen als feestredenaai s' te aai-i vaarden. Sprak op het feest van den .chi-istelijktóu boeren-en tuindersbond niet een prof. van. Niftrik ?

De strijd van de getrouwe predikers wordt weerstaan door : •''< • i die de politieke eei^heid stellen boven getroawheia vu; > Schrift en belijdenis en gereformeerde kerkenordeniag, : i

Weike hsstésïfefhis nu dit heeft voor kerk en staat wordt zeer duidelijk belicht door den kamp, die in de jaren 1607 tot 1618 hier te lande moest worden gestreden tegen de arminianen en de politieke machten, die hen steunden. Tegen ketterij, die zich beriep op het Woord, en een tolerantie, een verdraagzaamheid, die van vrede en eensgezindheid, sprak uit naam van het behoud van het land.

Wat het beroep op de Schrift betrof, de arminianen maakten het zich daarin drukker dan iemand anders, en wie nu opmerkzaam de Dordtsche leerregels bestudeert —r jammer dat velen die nauwelijks kennen 'hoezeer zij deze onderteekendén, en vrij-uit zeggen: deze onze vereeniging heeft de drie formulieren ten. grondslag.^ wordt .telkens getroffen bij het formuleeren der dwalingen, hoe schijnbaar Schriftgetrouw deze wel waren.

Ik raad mijn lezers aan, daarmee telkens weer de proef te nemen voor zich zelf, en zonder eerst de weerlegging te hebben gelezen, zich af te vragen: waar zit nu het gif?

Het is jaren geleden gebeurd in een vergadering , van gereformeerde predikanten, dat een van hen een ^arminiaansche dwaling reciteerde en de vraag stelde: is dat nu al dan niet gereformeerd? Waarop allen zeiden: het is in orde. Waarop hij antwoordde: laat ik nu voorlezen wat de Dordtsche vaderen er van zeiden.

Groen van Prinsterer constateert: de synode van Dordt, een vergadering van theologen, onderscheiden dodr hun groote kennis en diep inzicht ui de Schrift — distingués par leurs lumières — en door hurl vroomheid (volgens Baxter was er sedert de dagen der 'Apostelen het gelijke nog niet weer gezien), slechts "gehoorzamend den souvereinen regel van het Woord van Gtod, bracht niet een nieuwe behjdenis, maar ver-.klaarde de belijdenis der gereforme.erde kerken in Nederland conform aan de schrift. Vervolgende de bedrieglijke, listige redeneeringen der tegenstanders tot in haar laatsten schuilhoek — poursuivant les raisonnements captieux des adversaires jusque dans leurs demiers replis — onthielden zij zich van het pogen de diepten Gods te doorgronden, miskenden zij niet de grenzen van het menschelijk verstand, zich buigend in een respectvol zwijgen voor de verborgene besluiten van het recht en de genade van den eeuwigen God. De erkentelijkheid en de bewondering van alle gereformeerde kerken vielen hun ten deel, en onze dagen geven nog gaarne getuigenis van hun evangelische trouw.

De listige redeneeringen vervolgend tot haar uitersten schuilhoek — kan beter worden geteekend de groote genade, die de Koning der kerk Zijn kinderen in die dagen schonk tot onderkenning der valschheid van de kerk en volk en staat bedreigende schijnbaar vrome dwaalleer?

De kerk — nu ja, zeggen thans velen, goed, maar ook het volk, ook den staat, ook de maatschappij? Het is toch niet allemaal kerk in deze wereld? Daar is toch ook nog wel iets buiten de kerk, waar de christenen van allerlei soort kunnen samenwerken, zelfs voor het behoud van de christelijke samenleving? .

Zulke redeneering verstonden de gereformeerde vaderen gelukkig niet. Oldenbameveld dacht er wel zoo over. Gelukkig\ gelukkig, zegt Groen van Prinsterer, gelukkig zagen Prins Maurits en de Friesche stadhouder, Willem Lodewijk, het anders .en beter.

En wijzende op wat in Engeland geschiedde en wat hier dreigde te gebeuren, zegt Groen: als de arminianen den strijd hadden gewonnen was niet alleen de kerk ondergegaan, maar ook het vaderla.nd. Dan waren wij weer afgegleden naar de Roomsche dwaalleer, de kracht der natie ware verdwenen, de republiek der vereenigde Nederlanden was weer een wingewest van Spanje geworden.

Het arminianisme won het in de Engelsche kerk met haar Stuarts én Lauds, maar zie, het is alleen aan den moed en de volharding van de puriteinen te danken, dat het Engelsche volk zijn rechten en vrijheden behield en won. En daar zijn vrijzinnige historieschrijvers die dit volmondig erkennen.

Dat is het, wat de historie ons leert, en als wij nu zien, dat zoovele gereformeerden daarvan niets meer schijnen te begrijpen, dan komt zulks, omdat zij de geschiedenis niet meer kennen, noch die der kerk, noch die van het vaderland.

Wat wat stelde zich tegenover de trouw der gereformeerde kerkert'? Het was de politiek, het waren de staten van Holland, bovenal was het Oldenbameveld.

Hij was geen Arminiaan. Fruin zegt dat zijn gelief­ koosde spreuk wel was: niets te iweten geeft het zekerste geloof, en hij begeerde, dat er niets omtrent de geschilpunten beslist moest worden, opdat de eenheid in de kerk en in den staat niet werd gebroken, hij wilde rust, rust in de kerk, hoe dan ook, en of Am il. lus dan wel Gomarus gelijk had het hem als politicus tamelijk onverschillig, ze moesten zich als geestverwanten blijven zien, maar in den laatsten nacht van zijn leven bewees hem de eerwaarde Waleus, dat hij zónder het zelf te weten, op het stuk der praedestinatie contra-remonstrants was.

Maar hij en de staten van Holland stelden de politiek en haar schijnbaar belang boven de zuiverheid der kerk. En dat was hun droeve vergissing.

Met hartelijke groeten en hielbede uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 juli 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 juli 1948

De Reformatie | 8 Pagina's