GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GELOOF EN ZIEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GELOOF EN ZIEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot haar: eb ik u niet gezegd, dat zoo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zult zien ? Joh. 11 : 40.

Christus spreekt tot de zuster van Lazarus; zij is in grooten nood. Als Hij maar thuis geweest was, ze had den dood de kamer niet zien binnenklimmen. Jezus is voor haar besef de tegen-houder van den dood en van zijn benauwenis, althans voor sommigen en tot op zekere hoogte. Want dat Hij van alle zieken te allen tijde den dood zal weren, dat gelooft die zuster zelve niet.

Ma, ar als de zuster van den overledene zoo spreekt tot den vriend van het gestorven familielid, dan neemt de Heiland van de Kerk, de Middelaar Gods én der menschen het woord; dat klinkt al wat anders.

Hij herinnert die zuster van zijn overleden vriend aan een profetie van aller Verlosser.

Heb ik u niet gezegd, dat zoo ge gelooft, gij de heerhjkheid Gods zult zien?

Hier wijkt het negatieve voor het positieve, het particuliere tegen houden van een sterfgeval wijkt voor het ambtelijke vertoonen van Gods stralende heerlijkheid.

Maar die heerlijkheid te zien, dat is een zaak van geloof. En, geloof is niet wat wij (met een twijfelachtigen naam) verstaan onder „wónder-geloof", dodh geloof in de woorden van Christus.

„Wónder-geloof" als zoodanig kan volstaan met „Jezus", die plaatselijk particulier een sterfgeval voorkomt. „Wónder-geloof", — wel dat had die zuster van den overledene al. Als Hij thuis geweest was, toen de patient zoo ernstig er voor lag, wel zeker, dan was het niet gebeurd. Hier i s niets anders dan klink-klaar „wónder-geloof" aan het woord. Het is zoo verzekerd van den realis (de be, staande werkelijkheid) dat het durft spreken in den potentialis (de onderstelde mogelijkheid).

Maar Jezus schuift dat heele wondergeloof op zij: indien gij gelooft, in „Christus" dan zult gij

Wat zal ze?

Ze zal niet den dood zien wegjagen net precies van vóór het venstertje van een particuliere familiewoning, doch de doxa theou, de „Kabood Jahwe", de heerlijkheid des HEEREN, die speciaal tempelpleinen en heiligdommen en areopagussen der kerk bezoekt, zien komen tot^jn volk, zoo centraal, dat ook dat venstertje van dat ééne huisje er door verlicht en de kamer er mee gevuld wordt.

Indien zij gelooft aan zijn woord. Welk woord? Dat Hij niet maar incidenteel aan een particulier een „Ie. ventje" teruggeeft of een korten levensdag wat verlengt, doch permanent en centraal de opstanding en het leven I S.

Daarom: als zij dat woord dier zelfopenbaring gelooft, dan zal ze — hoe het ook gaat met dat al gesloten graf — Gods glorie zien. Indien niet — dan zal ze zelfs met geopende graven in getale niets zien. Wel een doode die leeft, een mirakel, maar niet de glorie Gods.

En kwam ’t niet net zoo uit?

Straks ging het graf open. 't Graf van Lazarus. Die het Woord geloofden zagen Gods glorie toen. De anderen niet. Lazarus' ppwekking' Iwordt de aanleiding voor het dooden van Christus, d.w.z. voor het schelden en verdoemen van de ware Glorie Gods, als een uitvaagsel der menschen. Zij bracht de crisis.

Kwam ’t niet uit?

Toen op Paschen de discipelen het WOORD hoorden, toen gingen ze naar huis: ze zagen de „Kabood Jahwe" bij zich zelf, en werden zóó gepraepareerd voor Pinksterfeest; op dat feest kwam immers die „Kabood Jafliwe" van Kajafas naar hèn verhuizen?

Maar ofschoon Jeruzalem vele graven had zien opengaan en vele Lazarussen zag ten leven keeren, het bekeerde zich niet door dat wonder.

Droeve tijd, dien wij beleven. Men vraagt weer naar „wondergeloof" (Möttlingen). Men wil zonder Woora „de glorie des Heeren" zien (Buchman). En in sacramentalisme den INHOUD van konkrete beloften onttrekken. Geloof wijkt voor geloovigheid.

Maar het bUjft zooals de zuster van den overledene het hoorde: indien gij de konkrete zelfontsluiting van den Middelaar Gods en der menschen, gelooft, ze is immers verstaanbaar, dan zullen we zien des Heeren glorie.

Hoe?

Dat is een zaak van later.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

GELOOF EN ZIEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's