GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Een onzer antirevolutionaire senatoren heeft onlangs in de Eerste Kamer gewag gemaakt van een door het Christendom geadeld huiïianisme. De minister-president, Drees, vertelde in zijn programrede, waarin hij Ihet karakter van zijn kabinet teekende, dat zijn ministerie respect had voor het Christendom; aan hetwelk een groot deel van het volk zijn geestehjke kracht ontleende, maar daar naast roemde hij van een ander deel, dat gelijke deugd en kracht putte uit geheel andere bron. Het humanisme, dat dus leeft uit eigen kradht, buiten den Christus der Schriften om.

Het is denkbaar, dat de Roomschen zich bij zulke teekeningen kunnen neerleggen, want de heidensche mythologie is volgens Rome toch een voortrap voor, een toeleiding tot het Christelijk geloof.

En niet Augustinus, die in weerwil van de synthese, waaraan hij zich moeihjk kon ontv/orstelen, toch de kracht der antithese verstond tusschen wereld en kerk, maar Thomas van Aquino, die het huwelijk van heidensche en christelijke wijsttieid bevesti5: de, geeft voor de politiek der Roomschen den toon aan.

Maar hoe staat het thans met diegenen, die zich nog gaarne Calvinisten noemen?

Daar zijn er onder degenen, die nog prijs schijnen te stellen op den naam van gereformeerd. Velen, die de wereld niet zoo kwaad achten en meenen, dat, als de kerk het voor die wereld passend woord vond •— dat de Sdhrift niet biedt — zij wel ooren voor het Evangelie hebben zou.

Zij zouden dus allicht iets gevoelen voor een door een zeker Christendom geadelde wereld.

Ik denk dat een andere naam beter past: een door de wereld diep bedorven Christendom.

Wat ons diep moet treffen is de groote wereldzin, die zich in den christelijken kring meer en meer openbaart.

En koos men nu nog royaal, zooals de Schrift het toch ook zegt: óf het een, óf het ander, het zou erg 2ajn, maar er lag toch iets besUssends in, waarvoor de wereld althans respect kon hebben.

Maar zoo is het niet. Men volg^ de wereld na — en stelt daarna de conscienties, die van zich zelf en van anderen, gerust met een vroom praatje. En dat is het nu, wat de wereld spotten doet. En ten onrechte?

En als een jonge man, in gereformeerden kring opgevoed, maar die de wereld heeft gekozen, zulks leest, dan sdhuift hij het met een hartgrondig: bah! ter zijde. Ten onrechte?

Wij hebben dit vertoon nu kunnen zien ter gelegenheid van de Olympische Spelen.

Dat deze spelen een der vele bewijzen zijn, dat de christenheid weer terugzinkt In een puur heidendom, veel erger dan dit, omdat het geschiedt onder de volken, die het Woord Gods hadden ontvangen, behoeft geen bewijs. Dat wordt alom toegegeven. De vlam, die het „heilig" vuur op de Olympiade moest ontsteken, kwam uit den tempel van Zeus in Athene, en de openingsrede door den aartsbisschop van Canterbury gehouden, had eeuwen geleden voor een heidensch stadion even goed kunnen gelden. Heel die sportverheerlijking stamt uit het paganisme.

Daar is geen twijfel aan.

Maar hoe moesten nu onze christelijke dagbladen met het nieuws van deze Olympiade aan? De lezers haakten er toch naar? Men moet toch meedoen?

De stijl der wereldsche pers werd reeds algeheel overgenomen. Het is deze stijl, dat niet het wezenlijk belangrijke de grootte der letter, waarmede het nieuws wordt aangekondigd, bepaalt; dat zou, hoewel onnoodig, todh nog eenigermate te verdedigen zijn. Maar het is de letter, die beslist over het belang. En in dien stijl werd nu in de christelijke dagbladpers aUes gegeven, wat ook de pers der wereld bood. Alle nieuws van de Olympiade. En al de hulde voor de sterksten en de vlugsten daar.

Bleef het nu daarbij, dat zou men kimnen constateeren: hier werd een besliste keuze gedaan. En daarmee uit.

Maar hier bleef het niet bij.

Want men mocht toch het christelijk karakter van het blad niet vergeten. Er kwamen eerst eenige verklaringen. Ziet u, sport, dat is toch niet verboden. In zich zelf en op zich zelf, is lichaamsoefening toch niet kwaad. Men heeft daar een gepast woord voor: „als zoodanig"? En dan: de Zondag was er niet mee gemoeid.

Daar had men een prachtig argunïent. Men zal de wereld in alles kunnen volgen, als het maar niet op den Zondag IS.

Daar komt dan ons christelijk karakter voor den dag. Acht iemand wereldzin een heel leelijke ziekte voor den belijder van den Christus, dan past hier het oude liedje: altijd is vroom jantje ziek, in de week maar Zondags niet; Zondags gaat hij naar de kerk met zijn boek vol zilverwerk.

Dat zilverwerk moge dan niet meer modem zijn, het vroom gezicht waarlijk wel.

Dus, nu zijn wij al een heel stuk op weg. De sport is „als zoodanig" niet verkeerd. En de Zk)ndag is er niet bij.

In een kerkbode zag ik nog een andere vondst.

Gewaagt de apostel Paulus niet van het stadion? Ontleende hij daaraan niet een treffend beeld voor den loopbaan des Christens?

Is er die Olympiade niet zelfs iets machtigs'moois?

En dan kwam er een zoete toepassing voor den christelijken strijd. Maar er werd geen positie gekozen tegen dit stuk paganisme, dat de vreeselijke armoede van het leven in onze dagen ons doet zien.

En tenslotte ....

Zie, de feesten waren voorbij. De christelijke pers heeft zich beijverd alles mede te deelen in concurreerende geestdrift die het toppunt bereikte in de hulde een vrouw gebracht, die het hardst kon loopen.

Want — en hier kwam een huichelarij te pas, die de wereld ook zeer goed kent: zij heeft een man, haar trainer, en zij heeft kinderen en wijdt zich nu weer aan haar huis.

Maar de feesten zijn nu weer voorbij.

Was alles in orde? Kunnen wij zeggen, dat er niet hier of daar een gevreten is, dat vermaant?

Wel — dan was daar een vroom artikel, dat alles goed maakt. Eenig vermaan, om toch van de sport geen afgod te maken

Toch goed te begrijpen dat men al die diingen der wereld, die weer in het heidendom verviel, kan volgen met haast gewijde aandacht en met een belangstelling, die de geestdrift der wereld evenaard, maar dat wij daarna weer moeten bedenken, dat wij toch belijders van den Christus zijn, niet waar?

Ik verzeker u, dat, ais de echte wereldling van dat alles kennis neemt, hij lacht en spot.

Wij kunnen ons ergeren als een humanistische schrijver als bijv. Dickens, geen vroom christen kan teekenen, of hij maakt er een „rednosed man" als Stiggens van, een drankzuchtigen huichelaar, en dat hij de grootst mogelijke pret heeft, als hij kon vertellen, hoe de oude Weller dien „godzaligen" man onder de pomp houdt. Maar het valt niet te ontkennen, dat er christenen zijn, die de wereld reden geven tot zulk een spot.

Ik meen daarom, dat als de christelijke dagbladpers haar lezers het nieuws van de Olympiade niet wilde of durfde onthouden, want men is. nu eenmaal „algemeen christelijk" geworden en moet dan „contenter tout Ie monde et son père", iedereen tevreden stellen en zijn vader erbij, zij het dan maar heel royaal had moeten doen zonder allerlei verontschuldigingen en in elk geval zonder eenig vroom smoesje.

Maar zooals het nu ging is het eigenlijk niet dan diep beschamend. En als men dan zijn houding zelfs wil goedpraten met de opmerking, dat God regeert over boozen en goeden dan blijkt daaruit, hoezeer de gemeene-gratie-theorie het christelijk leven kan bederven.

Het is, als wij dit overdenken, goed niet in de eerste plaats naar buiten, maar allereerst naar binnen te zien, naar den eigen kring.

De wereld oefent thans op de christenheid een ontzaglijke macht uit, een bekoring, die tot steeds dieper verval voert.

Er is in breeden kring een pogen om alles wat de wereld voor schijnschoon biedt binnen te ^ halen en toch behjdend christen te büjven.

Zoo heeft de mensch twee ijzers in het vuur.

En v/ij allen zijn kinderen van dezen boozen tijd vol afval. De radio brengt de wereld der ijdelheden in onze huiskamer. De pers wil een zoo breed moge-Ujken kring lezers. Men denkt dan nog wel evangelisatie te drijven door aan den wereldzin zooveel mogelijk tegemoet te komen. Men wordt psychologisch, zielkundig.

En doet allengs meer in alles, voor het tooneel en de bioscoop en den dans en de sport, met de wereld mee.

Een paar eeuwen geleden was er ten onzent bij de Roomschen, die kerk en wereld weten te huwen, een spotversje tot teekening van sommige protest tanten. Het luidde aldus:

„Geuzen willen wel met ons gasten, maar zij en willen niet met ons vasten”.

De paganisten van dezen tijd kunnen zeggen: die gereformeerde menschen willen met ons van de wereld genieten, maar zij komen een beetje achteraan en •— als het maar niet op den Zondag is.

Maar bleef de 2iOndag er wel geheel buiten?

Wat nu onder ons geschiedt doet denken aan de dagen van Augustinus, toen in het stadion en in het circus de öhristenen niet meer m het centrum werden geplaatst als prooi voor de wilde dieren, maar toen zij konden plaats nemen m de rijen der duizenden toeschouwers. Augustinus waarschuwde zeer ernstig tegen stadion en schouwburg. Maar zijn vermaning werd al minder ter harte genomen.

Wij mogen wel al den dag het woord der Schrift voor oogen hebben en in ons hart: hebt de wereld niet lief, noch 't geen in de wereld is; zoo iemand de wereld liefheeft de liefde des Vaders is niet in hem". Joh. 2:12—17.

Met hartehjke groeten en heilbede uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's