GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VITRINGA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VITRINGA

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

over nut, noodzakelijkheid, gezag van synoden VI

9. Wat moet nu de conclusie zijn? Vaartwei, Synoden? Weg er mee?

Neen, zegt Vitringa, dat zou ik niet willen en zoo bedoel ik het niet. Maar als men ter zijde stelt haar volstrekte noodzakelijkheid, dan raden toch het recht, de rede en de billijkheid haar beperkte noodzakelijkheid aan bij kerken, die onderling door uitwendige verbondenheid vereenigd zijn. In 't algemeen bevelen wijze Christelijke wetten haar nuttigheid aan.

Immers in de eerste plaats bezitten de kerken van één volk, van één koninkrijk, van één gebied, die door 't aannemen van één en dezelfde geloofsbelijdenis gekomen zijn onder denzelfden regel van den godsdienst, zoodra het uitwendige verbond aangegaan en van staatswege bevestigd is, van dien tijd af die geloofsbelijdenis als zeker algemeen goed. Met het oog op dat algemeene goed staat het aan iedere kerk afzonderlijk zonder toestemming der andere kerken niet vrij, iets . te bepalen of vas, ^ te stellen.

Daarom gebieden recht en rede, dat in moeilijke kwesties de broeders geraadpleegd worden, en dat om hen te kunnen raadplegen, de broeders bij elkaar geroepen worden om door hun beraadslagingen in de_ 'gemeene zaak te voorzien.

Zoolang de kerken in dat verbond begrepen zijn, is het ieders plicht, zoolang de storm woedt, de hand aan 't werk te slaan om toe te zien, dat het algemeen belang geen schade lijdt.

Indien er nu mensohen of vergaderingen zijn, die deze gemeenschap willen opzeggen, dan staat zulks vrij; ofschoon het niet netjes (betamelijk of eervol) is, als geen zaak van groot gewicht hen daartoe beweegt. Maar stel nu eens, dat er zeer veel kerken worden gevonden die door geenerlei band van uitwendige vereeniging onderling verbonden waren, maar toch dezelfde belijdenis des geloofs, denzelfden eeredienst, dezelfde of nagenoeg dezelfde orde inzake den heiligen, dienst hadden, dan zou niemand de inwendige en geestelijke gemeenschap tusschen deze kerken kunnen loochenen, welke is de ware gemeenschap van Christus' Rijk. Maar dan zouden zonder twijfel ook de billijkheid, de liefde en de wijze wetten gebieden om in het beslissen van geloofszaken van groot gewicht waarover geen zekerheid bestaat (zoo iets gaat toch allen aan) niet te verzuimen het inwinnen der mee-, ningen van de andere kerken en van hun leeraren en' ouderlingen. Aangezien er toch meer kracht en wijsheid gelegen is in den raad van meerdere leeraren en wijze mannen, en de voorbarigheid van het private oordeel aan de inwendige en geestelijke verbondenheid schade zou kunnen toebrengen.

Tot de wensohelijke en begeerhjke Ohristehjke goederen, zoo betoogt Vitringa even verder, behoort de eenheid der kerk. En op welke andere manier zou er voor die eenheid beter gezorgd kunnen worden dan door Sjoioden?

Er zijn immers vier mogelijkheden:

Ie. óf men stelt een of andere opperste rechtbank voor geloofszaken in, waarbij alle Christenen tot erkenning van het bindend gezag van dit tribunaal verplicht zijn. Dit is een uitvinding van de Roomsche po-Utiek, met de vrijheid der kerken in scherp contrast;

2e. óf de geloofsgeschillen worden beslecht door den Christelijken Vorst of de Christelijke Magistraat. Zoo moet het volgens de leerstellingen van Erastus of Hobbes. Maar de vrome Christelijke Magistraten begrijpen zelf wel, dat zoodanig recht hun niet toekomt, en dat het niet bestaanbaar, is met den aard van een Christelijke gemeenschap;

3e. óf Sjmoden moeten samengeroepen worden, waar ervaren leeraren der kerk den zin der Heilige Schriften inzake 't geloof openleggen en verklaren;

4e. óf alle godsdienstige geschillen moeten onbeslist en op hun beloop gelaten worden.

Dat laatste is beter, zegt iemand, want zoo wordt scheuring voorkomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

VITRINGA

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's