GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rom. 1 : 16.

In het voorgaande artikel legden we er den nadruk op, dat het evangelie een kracht Gods is. Het is geen ijdel, leeg woord, maar het werkt wat uit.

Het bewerkt, wat geen enkele macht ter wereld werken kan, n.l. zaligheid.

Dat woord willen we nu eens nader bekijken. We kennen het allen van onze jeugd aan.

We hebben het duizend maal hooren voorlezen uit den Bijbel.

En het duizend maal hooren gebruiken in een preek.

Maar daarmee is nog niet gezegd, dat we het recht verstaan.

Bij zaligheid denken we in de eerste plaats aan een toestand van geluk.

Als we op de catechisatie aan de kinderen vroegen wat ze onder zaligheid verstonden, dan bleek, dat ze daarbij dachten aan den hemel, of aan een toestand van hoogste aangenaamheid en genieting.

• Niet alleen de kerktaal gebruikt het woord vaak in dezen zin, maar ook de taal der wereld kent dit gebruik. Als men iets heel fijns of aangenaams beleefd heeft zegt men: Het was zalig.

De Schrift spreekt inderdaad wel van zalig in den zin van hoogst gelukkig.

Ik denk aan Psalm 1: Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; maar zijn lust is ia des HEEREN wet, en hij overdenkt zijn wet dag en nacht.

En aan Psalm 32: Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Welgeluk-

zalig is de mensch, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.

Of aan Psalm 119: Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.

Ik denk ook aan de Zaligsprekingen in Mattheüs 5: Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Enz.

We zouden daar het woord zalig kunnen omschrijven op deze manier:

Wat hebben die menschen het goed, wat een benijdenswaardig voorrecht als een mensch vergeving van zonden heeft en den HEERE oprecht vreest.

Ma.ar het wooi'd zaligheid in Rom. 1 : 16 beteekent wat anders.

We kunnen beter een ander woord gebruiken, n.l. redding of behoudenis.

Dat woord doet ons denken aan een groot gevaar, waaraan we ontkomen zijn.

Of aan een groot kwaad, waaruit we getrokken zijn. Of aan groeten nood, waaruit we verlost zijn.

Als een drenkeling aan den dood-door-verdrinking ontkwam, zeggen we: hij werd gered.

Als Paulus nu in Rom. 1 : 16 schrijft, dat het evangeUe een kracht Gods is tot zaligheid een iegelijk die gelooft, dan beteekent dit, dat het evangelie ons verlost van het grootste kwaad en begiftigt met het hoogste goed.

Er is eigenhjk maar één kwaad in de wereld en dat is de zonde.

Er is eigenlijk maar één goed en dat is Gods genade in Jezus Christus.

Zaligheid of redding is nu dit, dat we bevrijd worden van de schuld der zonde, zoodat we juichen: ij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus. (Rom. 5:1).

Redding is vervolgens ook dit, dat we verlost worden van het geweld of de heerschappij van de zonde: ant de zonde zal over u niet heerschen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade (Rom. 6 : 14).

Redding is ook dit, dat we niet meer liggen onder den toom Gtods, waardoor heel ons bestaan één gestadige .dood is, maar dat we zijn overgegaan in het leven onder Gods genade.

Het woord zaligheid of redding staat in de Schrift in tegenstelling met den dood, bijv. in 2 Cor. 7 : 10: ant de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekeering tot zaligheid, maar de droefheid der wereld werkt den dood.

In Fil. 1 : 28 staat zaligheid tegenover het verderf.

In 1 Thess. 5 : 9 staat zaUgheid tegenover den toorn Gods: ant God heeft ons niet gesteld tot toom, maar tot verkrijging der zaligheid door onzen Heere Jezus Christus.

Wie het evangelie gelooft is overgegaan uit den dood in het leven, uit de duisternis tot het licht, uit de dienstbaarheid der zonde tot den heerlijken dienst van vrije kinderen Gods. Hij is onttrokken aan de heerschappij van den duivel en gezet onder de genadeheerschappij van Jezus Christus. Hij is gered, behouden, zaUg.

Ik herinner me nog zeer goed, dat ik als jong predikant een gesprek had met een gemeentelid over m'n preeken. Hij had wel waardeering, maar miste ook wat. Op m'n vraag, wat hij dan miste, was z'n antwoord: Ik mis in uw preeken de tegenstelling van duisternis en licht, van dood en leven, van verdoemenis en vrijspraak, van hel en hemel, van duivel en God, van verderf en zaligheid.

Hij had, denk ik, wel een beetje gelijk.

We moeten, als we het woord zaligheid, redding hooren, die tegenstelling maar niet vergeten. We zijn van nature kinderen des toorns, maar worden in Christus tot genade aangenomen. We zijn van nature kinderen des doods, maar ontvangen, geloovend in den Heere Jezus, het leven en de zaligheid.

Als we onzen Bijbel kennen, weten we, dat er in het woord zaligheid of redding perspectief zit. Beter kan ik het zoo zeggen: In de zaligheid of redding zelf zit beweeglijkheid, voortgang. De zaUgheid heeft een begin, een voortgang en een voltooiing. Laat ik enkele voorbeelden noemen.

In den brief aan de gemeente van Efeze schrijft Paulus aan voormalige heidenen, die tot het geloof zijn gekomen: it genade zijt gij gered. Ze zijn aanvankeüjk behouden. Ze zijn gezet op den weg der zaligheid (Efeze 2:8).

Maar daarmee is 't einddoel nog niet bereikt. Wat Paulus schreef aan de Filippenzen geldt ook voor de Efeziërs: erkt uw redding uit, brengt uw redding tot voltooiing (Fil. 2 : 12). Dat moeten ze doen, door te strijden tegen de zonde, door zich te ontworstelen aan den greep van den duivel en den invloed van de wereld en de macht van eigen vleesch. Hun redding moet voortgang hebben.

De zaligheid heeft ook een einddoel. Daarvan spreekt de Heiland, als Hij zegt: Maar wie volhardt tot het einde, die zal zaüg of behouden worden (Matth. 24 VS 13). Die zal den hemel ingaan en koninkrijken erven. Hij zal altijd bij den Heere zijn en definitief, volkomen onttrokken zijn aan de macht van den duivel en den dood, om eeuwig te leven.

Verstaan we het, dat het evangelie onze redding bedoelt?

Verstaan we het, dat God niet ons verderf wil, maar dat we leven ?

wil, maar dat we leven ? „Want God heeft zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordeelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden" (Joh. 3 : 17).

Vreezen we het verderf en zoeken we het leven?

Haten we de zonde en is het ons te doen om God^ genade?

Zoeken we de zaligheid, de redding, het leven in Christus Jezus?

Onderzoeken we de Schriften, die ons wijs kunnen maken tot zaligheid?

maken tot zaligheid? Daar staat in 2 Tim. 3:15 hetzelfde woord als in Rom. 1 : 16.

De Schriften kunnen ons wijs maken tot redding, tot behoud, ten eeuwigen leven.

Ik vrees wel eens, dat vele kerkmenschen hier niets meer van verstaan.

Laten we nu maar niet naar anderen kijken, maar naar onszelf.

Hebben we acht op die groote zaligheid, die het evangelie schenkt?

Wijzen we onze kinderen er op, dat ze hebben te kiezen tusschen dood en leven, ondergang en redding, rampzaligheid en zaligheid?

Er is bij velen een ontstellend gebrek aan kennis van het eenvoudige Evangelie. Veler hoofden en harten zijn vol van alles en nog wat, maar het evangeüe is hun geen kracht Gods tot zaligheid.

Het zal Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in den dag des oordeels, dan hun, die wel het evangehe gehoord hebben, maar het niet hebben geloofd.

Maar:

Welzalig zij, die nasLr zijn reine leer, In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen. Die Zions Vorst erkennen voor hun HEER. Welzalig zij, die vast op Hem betrouwen. Ps. 2 : 7.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's