GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Naar een Christelijke vereniging der standen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar een Christelijke vereniging der standen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

POUTIEK EN SOCIAAL LEVEN

ni.

Tot de ontwikkeling van het Gereformeerde leven, het doel, dat „De Reformatie" zich heeft gesteld, behoort ook, dat wij onze christelijke sociale en economische activiteit, zoals gezegd, laten beheersen door het Woord Gods en daarbij ons laten leiden door onze kerkelijke belijdenis, die er iimners een is voor het gehele leven. Wij duchten het gevaar van een oecumene, die allen, die de Christennaam nog willen dragen tot één grote gemeenschap wil samensmeden. Wie de praktijk van de Christelijke organisaties nagaat, moet constateren, dat deze organisaties in hun werving van leden tegenwoordig eenzelfde ruime begrenzing stellen. Wij komen daartegenover beslist uit met en willen ook niet anders zijn dan een Gereformeerd Maatschappelijk Verbond. Wie ons tegenwerpt, dat dan ons getal klein zal zijn en blijven en dus dienovereenkomstig ook onze macht en invloed, antwoorden wij, dat wat het eerste betreft, dat kleine getal, dit dan is overeenkomstig onze feitelijke, niet opgeschroefde positie in deze wereld. Het is beter zich dit alles nuchter bewust te zijn, dan te leven in de schijnwereld van de grotere getallen met geringe intrinsieke waarde. En wat die macht en invloed betreft, dat geven wij in Gods hand, daar men macht en invloed in deze wereld, Gode zij dank, niet altijd kan afmeten naar getal en maat. Dit hangt, gelijk alles, af van Gods zegen, Die meer dan eens door hetgeen - klein en veracht was hetgeen groot en verheven was heeft willen beschamen.

Juist door deze scherpe, principiële begrenzina- zullen wij onze medeburgers in dit land en ook onze medechristenen onder hen, meer ten zegen kunnen zijn, dan wanneer wij hen en onszelf laten leven in een wereld van 'n zekere algemene, christelijke verbondenheid, diè steeds meer zal blijken op schijn dan op werkelijkheid te berusten en waarvan ook geen reformerende kracht kan uitgaan op hen, die van ons verschillen.

Behalve de in het bovenstaande gegeven motivering van het goede recht van de oprichting van het GE­ REFORMEERD MAATSCHAPPELIJK VERBOND, zouden wij gaarne nog op een ander motief de aandacht willen vestigen, evenzeer van belang o.i.

Weliswaar introduceren ook wij een Gereformeerd Werkgeversverbond en een Gereformeerd Werknemersverbond. Doch wie zou zeggen, dat wij naast elk der beide bestaande christelijke organisaties een eigen, nieuwe hebben geplaatst, zou aan een zeer kenmerkend verschil zijn voorbijgegaan. Het C.N.V. en het Verbond van Chr. Werkgevers in Nederland zijn verschillende organisaties, die elk bepaalde groepen van christenen in hun organisaties willen omvatten. Zij mogen contacten hebben en elkander niet vijandig gezind zijn, zodat men ze nog niet behoeft te kwalificeren, om een woord van Sikkel te gebruiken, als organisaties „tot strijd en tot nijd", toch leven zij elk een gescheiden leven. Merkwaardig is, dat zij samen ijveren voor een gemeenschap in de ondernemingen en in de bedrijfstakken, straks door middel van de op te richten bedrijfschappen en productieschappen als organen van de Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Zij doen dit, omdat zij ijveren voor de idee van de gemeenschap in de arbeid, welke gemeenschap zij dan samen met de humanistische organisatie van werkgevers en werknemers met die van de R.K. volksgroep als protestants christelijke zui.. mede zullen helpen schragen. Nu zijn de lasten wel ongelijk verdeeld, met name wat de werknemersorganisaties betreft, zodat de zaak er scheef en afzakkend bij komt te hangen, gegeven, dat de zuil van het N.V.V. een lengrte heeft van 7, van de K.A.B, van 5 en het zuil-stompje van het C.N.V. maar van 3. Aan ondememerszijde lijkt mij de zaak nog ingewikkelder en moeilijker, als ik mij realiseer, dat per onderneming soms zowel de humanistische, als de R.K. en de Protestants-Christelijke partij vertegenwoordigd is. In tal van gevallen zijn de ondernemingen lid van bepaalde werkgeversorganisaties, terwijl de directieleden, de individuele ondernemers, weer lid zijn van andere organisaties. Hoe die drie zuilen dus aan de ondememerszijde geconstrueerd moeten worden naar recht en bilHjkheid, komt mij voor een ware puzzle te zijn. Doch afgezien daarvan is het merkwaardig, dat men direct maar van wal is gestoken om het maatschappelijk leven naar de idee van de gemeenschap in de arbeid te gaan organiseren en systematiseren, in welke gemeenschap dan naar de hymne: „Alle Menschen werden Brüder" oijdertussen Christenen en niet-Christenen broederlijk vereend zijn, waarbij God als Heer van de arbeid en derhalve als enig Hoofd in de gemeenschap van de arbeid is uitgeschakeld. Merkwaardig is, dat men daarvoor ook ijvert als Christelijke organisaties, en dat men ten opzichte van die gemeenschap in de arbeid, waar het de eigen Christelijke organisaties van werkgevers en werknemers betreft, er zo bitter weinig aan heeft gedaan om die individuele werkgevers en werknemers de gedachte bij te brengen, dat zij als Christenen in het arbeidsleven samen een eigen gemeenschap moeten vormen en vertonen in deze wereld. Niet dat ik van een dergelijk pogen, gesteld het zou worden ondernomen, veel effect zou verwachten. Zo heterogeen als de samenstelling van de afzonderlijke organisaties is naar de belijdenis der leden, zo heterogeen zou ook hun verbondenheid zijn.

Daartegenover nu stellen wij en kunnen wij stellen, dank zij de gemeenschap aan één Avondmaalstafel, dank zij de eenheid van Woord en Sacrament, die bij ons voorop gaan, dat patroons en werklieden, werkgevers en werknemers, met hen, die in zelfstandige

beroepen arbeiden, niet maar beginnen om lid te zijn van een eigen aparte organisatie. Primair is dan ook, dat men één is in liet Gereformeerd Maatschappelijk Verbond. Terwille van de noodzaak van de praktijk, waar b.v. de wetgever in ons land alleen rekent met afzonderlijke organisaties van werknemers en werkgevers, brengt dit gemeenschappelijk lidmaatschap vervolgens nu met zich, een aansluitend lidmaatschap in het Gereformeerd Werkgeversverbond en het Gereformeerd Werknemersverbond. Maar ieder lid begint om lid te zijn of te worden van het Gerefornieerd Maatschappelijk Verbond. Hiervoor nu zijn wij dankbaar, daarvoor danken wij God, dat Hij dat mede als eerste vrucht van de arbeid in het Gereformeerd Sociaal en Economisch Verband, waar velen elkander hebben mogen ontmoeten, heeft willen mogelijk maken: De vereniging der standen, de doorbreking van de jarenlange aan de klassenstrijd herinnerende figuur van de gescheiden organisaties van werkgevers en werknemers. Patrimonium als Verbond van Werklieden, moge in de zeventiger jaren van de vorige eeuw reeds getracht hebben, iets te grijpen van dit ideaal, door naast de werklieden als gewone leden ook de patroons als buitengewone leden in haar organisatie op te nemen, tenslotte was de één toch maar gewoon en de ander buitengewoon lid. In ons GMV kennen wij alleen gewone leden, en erkennen wij als zodanig patroons zowe! als arbeiders.

En nu is voorts • daarbij ook dit een gelukkig en even merkwaardig verschijnsel, dat terwijl dit zo is, wellicht niemand meer dan wij gekant zal zijn tegen die ontwikkeling onzer dagen, waarbij men de „gemeenschap-in-de-arbeid" in de plaats wil gaan stellen van de patroon of de ondernemer! Als leden van het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond willen wij, patroons en werklieden, werkgevers en werknemers, niets weten van die vorm van medezeggenschap, die in de ondernemingen het medebeslissen van de arbeiders wil indragen. Wij laten de patroon en de ondernemer op de plaats, hem door God gewezen, onaangetast staan. Onze hand wil niet grijpen in zondige begeerte naar hetgeen van hen is, wij weigeren hen te ontroven, wat God hun heeft gegeven, het rentmeesterschap over het hun toebetrouwde deel van de eigendom Gods. Met evenveel klem en vuur ijveren wij voor de vrijheid van de arbeider, om zijn roeping van Godswege naar Gods Woord ongehinderd te vervullen, waartoe behoort, dat hij als mens Gods, die deel heeft, z ij n deel aan de cultuurtaak, die God zijn schepselen te verrichten heeft, ook mag en moet hebben een zeker inzicht en uitzicht, een blikveld voor zijn ogen op zijn arbeidsveld, dat meer omvat en verder reikt dan zijn eigen begrensde taak, zijn eigen werkobject, zodat hij de verbanden van arbeid en leven kan zien en zo zijn God in zijn arbeid ook kan gaan verheerlijken. Daarvoor moet de patroon en ondernemer als de man, die de verbanden der onderneming in zijn handen heeft en het geheel kan overzien, naast de werknemers in zijn onderneming, zijn medewerkers in de volle zin van het woord, gaan staan, om hen tot dat doel niet deelgenoot te maken van zijn zeggenschap, (God beware ons voor deze revolutionaire gezagsondermijning!) maar wel m e d e w e t e r, zover als zich verdraagt met hun positie in de onderneming en voor zover ook geboden is om die medewerkers als medearbeiders in de dienst Gods, in welke positie zij evenzeer staan, als de patroon en de ondernemer, hun ere te geven, zodat ook zij hunnerzijds God daarin eren en kunnen getuigen: Wij zien Uw werk groeien. Here God, het cultuurwerk, dat Gij de mensenkinderen te doen hebt gegeven, o Here, onze Here, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Hoe talrijk zijn Uw werken, o Here, Gij hebt ze alle

met wijsheid gemaakt!

Rectificatie. In ons vorig artikel moet de op 6 na laatste zin luiden: '

(Wij zeggen tot allen) in onze kerken die enig maatschappelijk beroep uit(oefenen):

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Naar een Christelijke vereniging der standen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's