GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Anders denken” een beletsel voor „hereniging”?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Anders denken” een beletsel voor „hereniging”?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

lemand schreef mij of ik naar aanleiding van enige vragen zijnerzijds nog wat nader wilde ingaan op de kwestie der z.g. hereniging.

Met alle genoegen

M'n correspondent heeft begrepen, dat ik hereniging onmogelijk zou achten, ook indien de leerbesluiten en de schorsingen en afzettingen voor zover dat nog mogelijk is, zouden worden ingetrokken, omdat, zo schrijft hij, in synodale kringen anders over kerkregering gedacht wordt dan bij ons en er verschillende andere frontverschuivingen zijn aan te wijzen.

Anders gedacht over de kerkregering.

We moeten even weten, wat daaronder te verstaan is.

Ik meen, dat er in de gereformeerde kerken geen twee predikanten zijn, die precies, tot in bizonderheden, gelijk denken b.v. over 't Verbond. Zal de een de ander daarom lastig vallen? Niemand die 't zal aandurven zoiets ook maar te beweren. Niemand heeft daartoe 't recht, als de ander niet in strijd komt met Schrift en Belijdenis.

Stel nu echter, dat van twee ambtsdragers de een , , anders denkt" dan de ander over, noem nu maar op: Christus' Godheid, en iemand daarover denkt en spreekt op modernistische wijze; of over Christus' voldoening, en oordeelt, dat ze aanvulling behoeft door onze goede werken; of dat iemand ontkent de eenmaligheid van Christus' offerande; of de Schriftinspiratie loochent, en daardoor dus met Schrift en Belijdenis in strijd komt — zeggen we dan: nu ja, de een denkt wat anders dan de ander?

Zo staat het nu inderdaad met de kerkrechtelijke theorie, die in de gebonden kerken tot norm werd verheven en diensvolgens werd toegepast.

Een synode met eigen macht en staande boven de kerkeraden. Daarom: z w ij g e n, kerken en kerkleden, als de synode gesproken heeft — aan allen past loyale medewerking bij de uitvoering van het beslotene. Iemand is overtuigd: wat de synode besloot, gaat in tegen Gods Woord ? Dan mag hij (zwijgend) een gravamen indienen bij de volgende synode, maar stemt ze met de ingediende bezwaren niet in, dan past alléén maar onderwerping. Voorts: zwijgen, zwijgen; alleen toen de synode niet langer tegen de stroom op kon, werd de bestraffing van de overtreding van het zwijgverbod niet meer toegepast. Maar nog steeds wordt officieel geëist: onderwerping, minstens de facto, aan hetgeen de synode eenmaal geliefde te besluiten. Dus: ook al zou een synode flagrant ingaan tegen Schrift en Belijdenis, men moet altijd beginnen zich te onderwerpen.

Dit is niet een kwestie van „anders denken", waarbij men na enig praten wel tot overeenstemming kan komen.

Hier is de Heilige Schrift in geding, en de Belijdenis, en de Kerkorde.

Beginnen ons aan mensen-uitspraak te onderwerpen? Dit is rechtstreeks in strijd met het eerste gebod van Gods wet. Boven alle mensenwoord staat Gods Woord; alle mij bevelend mensenwoord heb ik aan dat Woord te-toetsen. Ons wordt door Christus bevolen eerst (vóór alles) te zoeken in heel het leven en met alle krachten Gods Rijk en Gods recht i'Matth. 6 : 33). Alle dagen van de week. En elk uur van elke dag. En bij alles, dat mensen ons opleggen.

Om 9 uur morgenochtend moet ik bij alle ding, dat om beslissing vraagt, eerst zoeken Gods Rijk en Gods recht. En om kwart over 9 precies zo. En om 7 uur 's avonds niet anders. Wat van God is, heeft voorrang. Al wat van mensen is, komt op de tweede plaats. Daarom nooit beginnen met onderwerping aan mensenwoord. Eerst toetsing van mensenmening aan Gods Woord. Vóór de tweede tafel van Gods wet (verhouding tot de naaste) staat nog steeds de eerste tafel (verhouding tot God). Eerst komen in 't Onze Vader Gods Naam, Rijk, Wil; dan pas komt onze nooddruft. Eer ik mensenwoord gehoorzaam, moet ik weten, wat de Here zegt, of Hij mij toestaat, dat mensenwoord te aanvaarden en er voor te buigen.

En blijkt 't, dat mensenwoord strijdt met Gods Woord, dan mag ik niet zwijgen. Allerminst in Gods kerk. Dan ben ik gehouden een meerdere vergadering, die tegen Gods Woord in opstand gekomen is, daarop te wijzen en haar te vermanen, haastig van haar boze weg terug te keren. Maar tevens de kerken, die door zulk een vergadering verleid worden tegen God op te staan, te waarschuwen geen ogenblik de gehoorzaamheid aan mensen te stellen boven de gehoorzaamheid aan God. Is dat revolutie? Dat is kinderplicht. Dat is kinderlijke vreze en kinderlijke gehoorzaamheid jegens onze hemelse Vader, en tevens broederliefde.

De echo van deze Schriftuurlijke taal geeft onze Geloofsbelijdenis in artikel 7; de oudste Nederlandse druk van 1562 heeft daar, als Psalm 62 : 10 geciteerd is: en aan haar (d.i. der mensen) w ij s h e i d kan God niet onderworpen worden. Zo is het. En daarom hebben wij deze menselijke hoogmoed en tyrannie met alle kracht te weerstaan. — Gelijke taal spreekt ook art. 32 der Ned. Geloofsbelijdenis (Christus, onze enige Meester) en art. 31 (Jezus Christus, de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd der Kerk).

En deze gedachte is voor het kerkelijk samenleven vastgelegd in art. 31 K.O., waarvan het tweede deel door de gebonden kerken volkomen ontkracht is. De , z i n is bij haar geworden (las men ooit zulke o n - zin? ): je moet aan alle besluiten van de synode gehoorzaam zijn, tenzij deze ze intrekt. En dat noemt men dan: juiste interpretatie, dat schoonschijnend verleidingswoord van onze dagen, waardoor men klare uitspraken precies het tegenovergestelde laat zeggen van wat er staat.

Van dat tweede deel van art. 31 zeide Prof. Rutgers: dat is een van de beide grondpijlers der Reformatie. Neem ik die pijler dus weg, dan valt daarmee de Reformatie; dan zijn de kerken, die deze sloping toelaten, geen gereformeerde kerken meer.

De synode opper-kerkeraad ? Zodat ze allerlei kerkelijke zaken gaat behandelen en beslissen zonder daartoe door de kerken gemachtigd te zijn? Zodat zij, rechtdraads tegen art. 79 K.O. in, ambtsdragers gaat schorsen en afzetten? En ten slotte zegt: U kunt er zich maar bij neerleggen, want wat de synode besloten heeft, dat hebben de kerken besloten?

Moeten we nu nog over deze dingen gaan praten? Om dan, in 't allergunstigste geval, te horen; Hé ja, nu U 't zegt, nu zien wij het ook!? Dingen, die al honderd keer, neen wel honderden malen, de gebonden kerken voorgehouden zijn — en daarover nog eens praten ? Een compromis is hier niet mogelijk. Er is geen vergeUjk mogelijk tussen het „ja!" van de

Schrift en het „neen!" van de mens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

„Anders denken” een beletsel voor „hereniging”?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's