Vrije Universiteitsblad 1934-1935 - pagina 96

271 afzwering van den koning van Spanje werd herhaald, en Willem Lodewijk van Nassau tot stadhouder verkozen, is deze dochter van geloof en vrijheid, gelijk zooveel, in het tijdperk der Revolutie aan valschen vrijheidszin ten prooi gevallen. Kon bij het eerste eeuwfeest met trots worden vermeld, dat in die honderd jaar meer dan tien en half duizend academieburgers in het album der Hoogeschool waren ingeschreven, bij het tweede eeuwfeest was de Academie reeds zoozeer in verval, dat men zich reeds verheugde toen kort daarna het getal der studenten toch weer tot 8 0 was geklommen. En van den bekenden, later Leidschen hoogleeraar J. H. Scholten, verhaalt Prof Kuenen, dat hij in 1840 mede daarom het professoraat in Franeker aanvaardde, omdat hij bij het gering en meer en meer slinkend getal der studenten daar zooveel tijd voor studie had. Academische voorlezingen zijn dan daar ook wel door hem aangekondigd, maar wegens gebrek aan toehoorders nooit gehouden. Napoleon hief in 1812 de School maar op, en in 1843 verging hel aldus bij K.B. ook zoo met het Rijksatheneüm. dat bij het herstel der Onafhankelijkheid voor de Academie was in de plaats gekomen (1815). Toch beteekent dit volstrekt niet het einde van den wetenschappelijken zin van ons Friesche volksdeel. Dit kunnen de talrijke „leenen leeren, die de kostbare studie voor begaafden, maar onbemiddelden mogelijk maken. Evenals ook de namen der Friesche geleerden, die tot onzen tijd toe onzen Nederlandschen hoogescholen, ook onze Vrije Universiteit tot een sieraad zijn. Ook het in 1827 in het leven geroepen Friesch Genootschap met zijn museum is een bewijs, dat dan echter in het bijzonder de bevordering van de Friesche geschiedenis en oudheid- en taalkunde beoogt. W a t onze Gereformeerde wetenschap betreft mag het in 1922 in de Schrans bij Leeuwarden gestichte Gereformeerde Gymnasium worden genoemd, en de plaats der eere, welke deze voorbereidingsschool zich in zoo korten tijd heeft weten te veroveren, en de belangrijke toevloed van leerlingen, waarin het zich van meet af heeft mogen verheugen. Met bijzondere waardeering moge hier echter wel bovenal een woord aan onze openbare bibliotheken worden gewijd. Als schathuizen der wetenschap bezit de hoofdstad der provincie er drie '). die elk als „eenig ' in haar soort, en een „voorbeeld" voor andere worden geprezen. ') Van de meer populair bedoelde in 1904/5 geslichte Openbare bibliotheek en Leeszaal zwijgen we hier, hoewel ook in haar boekenschat reeds menig populair wetenschappelijk werk is te vinden. Een Chr. openbare Leeszaal en Bibliotheek is in 1933 in hef gebouw voor Chr. Belangen Bagijnenstraat 57 geopend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen