GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 61

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 61

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

;

45 geval, haar ten hoogste bevoordeelen. Kon de baatzuchtige neiainsj van onze staatkunde, om

de koloniën voor de kas van den Staat

of'

van

den particulier te exploiteeren, plaats maken voor een staatkunde van zedelijke verplichting; kon de politiek als sociale en oeconomische verhouding in overeenstemming worden gebracht met den eisch der christelijk-historische beginselen kon de vrije ontwikkeling van handel, landbouw en nijverheid worden bevorderd in het belang zoowel van den inlander als van den Europeaan kon met het dusver ten opzichte van den opium gevolgde stelsel worden gebroken kon bij het lager onderwijs het bizonder initiatief van het Europeesch bestanddeel gesteund worden, en bij de inrichting der inlandsche school gelet op wat het volk behoeft alle de Staatskerk in de koloniën opgeheven belemmering voor de vrije prediking van het Evangelie weggenomen kon het beginsel worden aanvaard, dat tegenover het Mohammedanisme het christelijk karakter der natie niet verloochend o, kon dit alles, konden de koloniale toestanden, als met den too verstaf worden omgezet overeenkomstig den eisch onzer beginselen, der Zending zou in onze Indien een vruchtbaren akker zijn toebereid. ;

;

;

,

;

:

Werd

inderdaad zulk een staatkunde in gebracht, aan de predikers van den christelijken godsdienst zou niet, gelijk nu maar al te vaak en met recht geschiedt, het verwijt voor de voeten kunnen worden geworpen, dat de natie zelve, uit wier midden zij zijn

praktijk

gekomen

van

den inlander, in de principen van den Godsdienst, dien zij door den inboorling wenscht aangenomen te zien. ,,Wij wenschen" sprak de oud-Gouverneur-Generaal Duymar van Twist, in de zitting der Eerste Kamer van 9 April 1866 de bevolking van Indië ter

bekeering

lijnrechten strijd handelt

met

de groote zegeningen van het Chris-

tendom deelachtig te maken. Maar is het dan niet vóór alles noodig, dat wy in onze handelingen, zoowel van individuen als van Staatsbestuur, met daden toonen, wat het Christendom is en wat het vermag? Is het dan niet vóór alles noodig, dat wij daar ginds met ome vruchten de voortreffelijkheid toonen van den boom, dien wij er wenschen te planten?" „Herzie uzelf eerst!" Kon dit machtig, scherp»nijdend wapen den Heiden en Mahomedaan uit de hand worden geslagen met een fier beroep op het christelijk karakter der Koloniale Staatkunde de grootste

schadepost voor de Zending zou in haar voordeel zijn omgezet. Gij ziet, M. H., het zijn de lijnen der antirevolutionaire koloniale staatkunde, die ik u daar trok. Gij verlangt natuurlijk niet van mij, dat ik ze opnieuw voor u uitvoerig ga uiteenzetten. De meesterlijke toelichting daarvan is u reeds voor lang bij de ontwikkeling van ,,Ons Program" bekend. Bovendien vertolkten wij u, niet lang geleden, wat ons te wachten staat bij de aanvaarding en toepassing van de antirevolutionaire koloniale staatkunde.

Nevens den eisch eener Christelijke Staatkunde is er meer, dat in het belang der Zending kan worden bepleit. En dan vergeeft ge het mij zeker, dat ik in de tweede plaats noem, wat ik vóór alles had moeten te berde brengen

Het

is

B

e

de verspreiding van onzen

Dat ik daarvan nu eerst gewaag, omstandigheid, dat juist eene koloniale staatkunde den treurigen moed heeft gehad, aan de Bijbelverspreiding hinderpalen in den weg ij

b

1.

ligt in de

leggen. Gij gelooft het wellicht niet, maar de historieschrijver van het jaar 1831 weet u droevige feit te vermelden, dat, toen het te

Bruckner, van Serampore, te Batavia met een aldaar, onder zijn toezicht gedrukte, van zijne hand afkomstige vertaling van het Nieuwe Testament in het Javaansch terugkeerde, door de toenmalige Regeering onmiddellijk beslag op die boeken gelegd, en hem slechts vergund werd, een nietig aantal exemplaren met zich te nemen. En wie de „Reis door den Indischen Archipel" van den Zending-inspector Van Rhijn heeft ter hand genomen, zou u tevens daarbij kunnen verhalen, hoe wijlen deze onze beminde broeder, toen hij in 1846 te Batavia was, die boeken nog zag staan in de groote kasten van de buitenkerk „ten prooi aan insecten en het oplossend klimaat." Welk een schril contrast maakt daartegenover het schoone woord van den Godvreezenden

Baron van Imhoff, waar

Gouverneur-Generaal hij,

in

zijne

Considerations

sur

Cétat

de

Compagnie, als zijn gevoelen uitsprak: „Que si l'imprimerie Batavia et a Ceylon ii

la

était

point de perfection, que les gens du pays püssent y imprimer des Bibles en toutes les langues; aiderait cela beaucoup aux progrès de la Religion. Chacun aurait une ISible en sa propre langue, et 1'avantage de s'instruire des vérités qu'elle renferme." portee

a

ce

Zeer terecht wordt er op gewezen, „dat de Zendeling behoort op te treden met den Bijbel in de hand, evengoed als hij zelf een, niet met inkt geschreven, brief aan den Heiden van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's