GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eeu gevaarlijke vijand.

De warme landen mogen in sommige dingen boven het onze verkieslijk zijn, ze hebben ook zeer veel, dat ver van aangenaam is.

Daartoe behooren wel allereerst velerlei gedierten, die iemand het leven lastig maken, of zelfs wel beproeven 't hem te ontnemen. De mensch vindt er allerlei vijanden, van de kleine muggen of muskieten af tot de groote tijgers toe en de nog grooter krokodillen. Hoe gevaarlijke dieren dat zijn wil ik u eens vertellen of liever niet ik, maar een reiziger die bij ervaring kan meespreken.

De eerste maal, zoo zegt hij, dat ik een krokodil aan den Nijl zag reisde ik alleen, bijna 400 mijlen ver naar de oorsprong der rivier in de binnenlanden van Afrika. Ik dacht niet zoo spoedig een dezer monsters te ontmoeten en was slechts gewapend met een pistool en een dolkroes Het dier lag aan den oever in een moeras op een beschaduwde plek onder de palmboo men, daar de avondzon op de rivier scheen Het water was modderig, en half verborgen scheen hij te drijven. Zijn grijze oogen glinsterden en hij zwolg met open muil den voorbij uitvlogienden stroom in, terwijl hij nu en dan met zijn staart heen gn weder slgeg, Onverstandig genoeg begaf ik mij naar beneden aan den modderigen oever om nader bij hem te komen, en mij aan eenige dunne biezen vasthoudende, naderde ik hem totdat mijn pistool bijna zijn kop raakte. Op dit oogenblik bogen de biezen, ik struikelde en het geruisch T an mijn vil maakte, dat de grijze oogen en de heen en weder slaande staart verdwenen. De jacht was mis.

De heden aan de spijstafel in het logement te Kaïro spraken voortdurend van krokodillen.

Zij, die den Nijl waren afgevaren, noemden het aantal, dat zij hadden gezien en ho-jveel van deze monsters zij hadden geschoten. Nu en dan had een gelukkige jager er een gedood en de geheele geschiedenis van zijn dood werd honderden malen herhaald aan de jonge reizigers, die nog aan het begin hunner reis op de rivier waren. Geen wonder dus, dat men geprikkeld werd tot navolging en alles in het werk stelde om zulk een ontmoeting te zoeken. Echter overvalt u spoedig een minder aangenaam gevoel, als gij ondervindt hoe gevaarlijk deze dieren zijn door de troepen waarin zij bij de rivier samenscholen, en verneemt hoeveel menschen ieder jaar door hen worden gedood en opgegeten.

Eens kwam ik een grooten troep zwarte vrouwen tegen, luid jammerende over het verlies van vier geiten, die juist door de krokodillen waren opgegeten, welke in de biezen in hinderlaag lagen. Op een plaats, Sivot genaamd, zag ik een reusachtigen krokodil, ruim 300 voet lang, tegenover de stadspoort opgehangen. Dit monsterachtige dier had een schaap opgeslokt, dat aan de rivier was komen drinken. Toen hij na den maaltijd op den oever lag te slapen, kwam de geheele bevolking van de plaats en viel hem aan. Eén slag van zijn staart doodde twee mannen en wierp een jongen in de rivier, terwijl nog een man door hem gedood werd, eer hij geheel onschadelijk was gemaakt.

Op zekeren nacht, het was omstreeks 12 uur, voer onze boot langs den modderigen oever. De maan scheen helder. Plotseling werd ik gewekt door een luid geschreeuw van de vijftien Egyptenaren, die de bemanning uitmaakten. Ik snelde uit mijn hut en zag dat een verbazend groote krokodil bij zijn poging om uit ons vaarwater te blijven in de boot was gedrongen. Er ontstond een groot geplas en geschreeuw, doch de geschubde leviathan was evenzeer geschrokken als wij allen, en maakte van de verwarring gebruik om op de een of andere wijze over boord te komen.

Toen wij het land dieper inkwamen, waar deze dieren meestal eiken dag woiden gezien, verspilde ik meermalen de lading van mijn geweer met dubbelen loop op hen, doch zij schenen er om te lachen. De kogels troffen dikwijls hun kop, staart of zijde, maar kaatsten in de lucht terug of vielen met een doffen klank in het water.

(Slot volgt.)

Thaiemban, de boning-der Fidsclii-eilanden.

Onder de bewoners der Zuidzee-eilanden, behoorden die der Fidschi-groep tot de ruwste en wildste, en tevens tot de meest afgodische.

De eerste zendelingen, die dit beruchte volk bezochten, waren zelf bekeerden uit het Heidendom, inboorlingen van de Vriendschaps eilanden, die vrijwillig alle gevaar trotseerden voor het overbrengen van de boodschap des heils. Eenigen tijd daarna werden zij gevolgd door twee Europeesche zendelingen. Hunt en Caivert geheeten, wier jarenlange gevaarlijke en moedige arbeid door den Heere met een heerlijke overwinning werd bekroond.

De koning der eilanden, Thakembau geheeten, was een man van buitengewone bekwaamheid, maar tevens van groote wreedheid.

Hij kreeg echter een diepen indruk door het reine en zelfopofferende leven van den zendeling Hunt, en vooral door diens smeekingen en gebeden, die hij stervende tot God opzond, »Ik zag", zeide de koning dikwerf daarna, »ik zag hoe groot belang hij in mij stelde; en dat maakte mijn hart week. Doch dit was niet voldoende. God moest mijn hoogmoedig hart vernederen."

Spoedig overvielen hem zware rampen. Er brak een oproer uit en van Thakembau, werd nadat hij aan boord van een Amerikaansch oorlogschip gelokt was, geëischt, voor de schade die zijn oproerige onderdanen hadden aangericht, een vergoeding te geven, die hem zelf geheel arm maakte. Tevergeefs bracht hij daartegen in, dat zijn volk in openlijk verzet was tegen zijn gezag, — de bevelhebber van het schip had daar geen oorsn naar.

»Gij zijt de koning", zeide hij, „en derhalve verantwoordelijk, en als gij dit papier niet teekent, hangt gij binnen twintig minuten tijds aan de ra."

»Zoo dan", gelijk Thakembau later zeide, »nam ik mijn kruis op, en gevoelde mij hulpeloos. Mijn goden konden mij niet redden; toen dacht ik bij mij zelf: de schepen der blanken zijn wonderbaar: de bijlen der blanken zijn krachtig; de kanonnen der blanken zijn zwaar — misschien is de God der blanken krachtig en de ware".

Hij deelde nu zijn twijfelingen mede aan Lydia, de voornaamste van zijn honderd vrouwen, die reeds een Christin was, en zond om den zendeHng Calvert. De eens zoo trotsche wilde werd weldra deemoedig als een klein kind, en diep terneer geslagen over zijn zonden.

Weken lang had hij geen hoop of vrede. Veel werd ook onder zijn volk voor hem gebeden. Hij liet een afzonderlijk huis voor zich bouwen, sloot zich daarin op, en hield zich met niets anders bezig dan met het zoeken naar verlossing. Eindelijk liet hij zijn volk bijeen roepen en staande voor duizend van zijn onderdanen — voor zulken, wier zonen hij vermoord en wier huizen hij verwoest had — beleed hij zijn zonden, en verzocht hun om vergeving en dat zij voor hem zouden bidden» Zijn stem werd dikwijls gesmoord door het snikken en de uitboezemingen der vergadering. De vrede daalde neder in zijn ziel; en zijn verder leven en zalig sterven bewezen de waarachtigheid van zijn bekeering. Later droeg hij vrijwillig zijn gezag over aan de Engelsche Koningin Victoria, en deze heeft nu 120, 000 onderdanen die Christenen zijn op de Fids'chi-eilanden.

De Christelijke kerk aldaar heeft geen geldelijke ondersteuning van elders meer noodig.

Doch dit niet alleen: zij zelf wordt gedrongen om ook anderen te prediken. Zelfs zijn niet minder dan vijftig Christen-Fidschiërs onlangs als zendelingen vertrokken naar Nieuw-Guinea — het groote eiland, dat voor een deel aan Nederland behoort.

CORRESPONDENTIE.

J. de R. te A. - Mej. E. P. W. W. te K.-P.

Het gezondene ontvangen; het krijgt een beurt. Alleen is het niet onnoodig te bedenken, dat «rekbaarheid"' niet behoort tot de xalgemeene eigenschappen" der dingen, o. a. ook niet van ons blad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's