Aan den emeritus-predikant

Aan den emeritus-predikant Gravemeyer is het voorrecht ten deel gevallen zijn Leesboek over de Gereformeerde Geloofsleer ten einde te brengen.

Reeds op tamelijk gevorderden leeftijd, het was in 1878, begon hij deze uitgave; sinds mocht hij er twaalf jaren aan doorwerken'; en thans in 1890 is deze arbeid in een en twintig afleveringen voltooid.

Zij hem daarmee geluk gewenscht, en dank gezegd, voor het vele goede dat ook hij door deze uitgave tot den voortgang der Gereformeerde beweging bijdroeg.

Want wel brak Ds. Gravemeyer kort na 1886 zijn betrekkingen met de Gereformeerden af; maar voorzooverre ook in zijn latere stukken nog een goede uiteenzetting van de Gereformeerde belijdenis wierd geboden, heeft hij uiteraard toch zonder het te bedoelen de Gereformeerden tegen de Synodalen gesteund.

En nu ligt er wel iets tragisch in, om een man van zijn eerbiedwaardigen leeftijd, van zijn ongemeene kunde en rijpe ervaring nog aan het einde zijns levens voor de Haagsche Synode partij te zien kiezen, op hetzelfde oogenblik dat hij een belijdenis uitlegt, wier innerlijke wezen tegen geheel dat Synodaal bestaan indruischt, maar zulke schrille tegenstellingen bestaan nu eenmaal in het leven.

Men kan, ook blijkens zijn merkwaardig voorbeeld, op de studeerkamer jaren lang genieten in de schoonheid der Gereformeerde Belijdenis, maar zonder den drang te ontwaren, om mede volgens den eisch dier schoone belijdenis te handelen en op te treden.

Of liever dan is het geen belijdenis, maar meer wat Ds. Gravemeyer zelf ten titel koos: Geloofsleer.

Het worden dan veelszins goed gestelde en goed geordende uiteenzettingen van allerlei punten der leer; maar de band die deze leer aan heel het openlijk optreden van den persoon verbinden moest, trekt niet.

Toch zou daarom dit Leesboek voor de Gereformeerden nog zeer goed te gebruiken zijn geweest, zoo Ds. Gravemeyer, die juist in de dagen der Doleantie aan het stuk over de kerk toe was, deze lacus de Ecclesia r.iet, der Synode ten gerieve en ten believe, op onjuiste wijze had voorgesteld.

Door die zonderlinge misgreep heeft hij zijn zoo goed begonnen taak tot een strijdschrift tegen de Gereformeerden gemaakt, en zich daardoor den toegang tot onze kringen gesloten.

Zou het daarom niet geraden zijn, dat de ondernemende uitgever Wiarda te Sneek de aflevering over de kerk eenvoudig overdrukte, en dat Ds. Gravemeyer de moeite nam, om nu zijn kostelijke arbeid voltooid is, uit zijn uiteenzetting over de kerk alles weg te nemen, wat hem destijds door geprikkeldheid tegen de Doleantie of zucht ter goedspreking van eigen houding wierd ingegeven.

Een npologie van ons standpunt vragen we niet.

We vragen alleen een uiteenzetting van de locus de Ecclesia naar Gereformeerde beginselen.

En ontvangt men die, dan ligt er de apologie voor ons streven en de veroor deeling van Ds. Gravemeyers eigen houding vanzelf in.

Ds. Gravemeyer weet toch zoo goed als iemand, dat geen enkele van onze Gereformeerde vaderen ooit kerkelijke gemeenschap zou gehouden hebben met een kerk, die allerlei loochenaars van den Christus Zondag op Zondag dulden bleet als Evangeliedienaars op den kansel.

•KUYPBR.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen