GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXXIX.

HANS TIEREiVS.

Te Renaix leefde in den jare 1571 een vroom man, Hans Tierens genaamd, die door de genade des Heiligen Geestes, met het Evangelie bekend geworden was. Op zekeren dag waagde hij het een priester uit Gent, die in zijne woonplaats gekomen was, om te prediken, te wederstaan en te bestraffen. Natuurlijk kon de priester dit niet goed verdragen, zoodat Hans het geraden vond, zich voor zijnen vijand te verbergen.

Daar de Heere hem verkozen had om zijnen naam niet alleen in woord en wandel te belijden, maar ook om die belijdenis met zijn bloed te bezegelen, bereidde Hij hem ook de martelaarskroon.

Zekeren avond verliet Tierens zijne woning, om zijne broeders en zusters te bezoeken en te vertroosten, toen hem onderweg een beambte ontmoette, die hem herkende en gevangen wilde nemen. Hans liep hard weg, maar de hand van zijnen vervolger kon hij niet ontloopen. Deze greep hem en hield hem vast, totdat zijn baas genaderd was. De gevangene kwam in den kerker en bleef daar, totdat hij, zeven weken later, ter dood veroordeeld werd. Hij moest levend verbrand worden, zeiden de rechters. Tierens sprak hen daarop aan en vermaande hen zich te bekeeren. Deze rede was zijnen vijanden hard, daarom werd een bal in zijnen mond gestopt en hij ter strafplaats geleid op een wagen. Tweemalen viel hem de bal uit den mond; de eerste maal wilde hij spreken, de tweede jnaal zingen. Doch telkens werd hem dit belet.

In de maand Februari 1571 werd hij levend verbrand.

HENDRIK ALEBTSZ.: SCHOUTEN.

Hendrik Alertsz. Schouten, geboortig van 's Gravenhage, was deurwaarder bij den grooten Raad van Mechelen en het Hof van Holland, toen hij^uit den slaap der zonde gewekt werd en begon na te denken over den weg der zaligheid. In de Roomsche kerk'kon], hij dien niet vinden. Toen begaf hij zich tot de Wederdoopers, maar daar hij hunne leer niet in overeenstemming met Gods Woord vond, wendde hij zich tot eenige Gereformeerden, die hem in; fkennis brachten met eenen predikant. Deze overtuigde hem van de schriftmatigheid des kinderdoops en van het overheidsambt, en leerde hem het ware Woord Gods kennen en verstaan. Daar hij dagelijks toenam in het; zaligmakend geloof, werd hij eindelijk benoemd tot ouderling van de kruiskerk te 's Gravenhage. Als zoodanig arbeidde hij in de gemeente, totdat de landvoogdes de vervolgingen, die in 1566 wat gerust hadden, wreeder dan vroeger voortzette. Alertsz. volgde niet het voorbeeld der vluchtelingen naar Embden, ^Engeland of Duitschland, maar verborg zich in het land, in de hoop, dat er spoedig een einde aan de vervolgingen zou komen. Intusjchen daagde de opperschout van 's Gravenhage hem in en werd hij, daar hij niet verscheen, uit den lande verbannen; terwijl zijne goederen verbeurd verklaard werden. Het schijnt, dat Alertsz. daarop begonnen is zich op den koophandel toe te leggen, waardoor hij meermalen buitenslands, zooals te Dantzig vertoefde, maar ook vaak in ons land.

Op zekeren dag ging zijne vrouw, ook eene lidmate van Christus', kerk, die na Alertsz vertrek haar huis beschikbaar bleef stellen voor de geheime samenkomsten der kerk, haren man, die met een schip van Dantzig ergens in een der Noord-Hollandsche havens verwacht werd, te gemoet. Nauwelijks was ook haar vertrek bij den opperschout bekend, of hij daagde haar in en verbande haar toen zij niet verscheen. Alertsz, dit vernemende, haastte zich zijne vrouw en kinderen op te halen en naar Engeland over te brengen. Daar in den vreemde waren vele Hollandsche kerken van ballingen. Bij eene dezer werd hij ouderling. Om zijn brood te verdienen legde hij zich op nieuw op den koophandel toe en kocht zich daartoe een eigen schip in Holland.

Eens gebeurde het, dat hij 16 weken lang in Texel moest blijven liggen door tegenwind. Daar werd hij door zijn eigen stuurman verraden en in de handen van het gerecht overgeleverd. Alertsz's schip werd naar Enkhuizen gebracht en hij zelf naar 's Gravenhage. Niet langer dan tien dagen bleef hij gevangen. Toen werd hij veroordeeld om met het zwaard gedood te worden, omdat hij zijne verbanning getrotseerd en in de Nederlanden gekomen was.

Den i4en December vernomen hebbende, dat hij des anderen daags zou sterven, schreef hij eenen roerenden brief aan zijne vrouw uit de Gevangenpoort van den Haag.

„De barmhartige God en hemelsche Vader van onzen Heere Jezus Christus geve u door Christus, onzen Heere, den Heiligen Geest tot een waren vertrooster in uw lijden en in uwe verdrukking, waartoe God de Heere, naar zijn vaderlijk welbehagen, u heeft geroepen tot eeuwige zaligheid van uwe zielen, zooals toch allen, die God van harte liefhebben, alle dingen ten goede moeten medewerken. Daarom, mijne lieve vrouw, dochter van Meijns Willems, behooren wij ons, volgens Christus leed, in het kruis te verblgden. En ofschoon het in den beginne bitter en zwaar valt, werkt het toch in ons, als wij ons daarin oefenen, eene vreedzame vrucht der gerechtigheid, ja eene bovenmate grootte van de onbegrijpelijke en eeuwige heerlijkheid.''

»Voorts, mijne lieve vrouw, benaarstig u om door handenarbeid in uwe behoeften te voorzien, dan zal de Heere, die de man der weduwen en de Vader der weezen is, u zegenen, zoodat gij geen gebrek hebben zult aan uwe lichamelijke nooddruft." sEindelijk bericht ik u, mijne lieve vrouw, dat mij heden is aangezegd, dat ik morgen den Heere mijne ziel zal moeten opofferen."

Des anderen daags ging ook Alertsz den dood in. Daar hij echter zeer bemind was in Den Haag, werd hij 's morgens vóór achten in de stilte onthoofd. Hij had den loop geëindigd en ontving toen de kroone des overwinnaars, die de Heere voor de zijnen heeft weggelegd.

DE GAAY FORTIIIAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1892

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1892

De Heraut | 4 Pagina's