GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IC.

IIIRGRIETE PIEROME.

Omstreeks het jaar 1593 leefde in het in de geschiedenis der martelaren zoo welbekende Valenciennes een echtpaar, waarvan de man Ambrosius Marchout en de vrouw Margriete Pieronne heette. Van de laatste, geboortig uit het nederige dorp Sansay, in het bisdom Kamerijk, hebben wij hier mede te deelen, hoe de Heere haar verwaardigd heeft een der martelaren zijner kerk te worden. Eenigen tijd had zij in Valenciennes rustig en onopgemerkt met haren God en haren Bijbel voortgeleefd, toen er iets gebeurde, wat haar in eenen bangen strijd bracht, die in haren marteldood eindigde. Zij had namelijk eene dienstbode, die zeer weerbarstig en brutaal was. Eerst droeg zij dit gedrag geduldig, de weerbarstige vermanende van hare zonde af te laten. Toen dit niet hielp zeide zij haar den dienst op. Dat maakte deze zoo woedend, dat zij naar de Jezuïten ging en hare vrouw beschuldigde, dat zij in vele jaren reeds de mis niet had bijgewoond, maar in den bijbel, haar genot en vreugde, veel las.

Margriete werd door de Jezuïten aangeklaagd bij de Overheid. Toen hare vrienden dit vernamen, lieten zij haar vermanen voor eenigen tijd zich te verbergen. Deze boodschap kwam echter niet tot haar, zoodat zij in den kerker was, eer zij goed wist, wat haar ten laste gelegd werd. Voor hare rechters gebracht ontving zij van den Heere eenen vrijmoedigen en Gode gehoorzamen geest, zoodat zij tot den einde volstandig mocht blijven in de belijdenis der waarheid. De rechters vroegen haar: xZoudt gij niet weder naar huis willen gaan bij uwen man en uwe kinderen." Zonder aarzelen antwoordde zij: »0 ja, indien dit Gode mocht behagen." »Welnu, " hernamen de rechters, »wij hebben bij de Paters-Jezuïten zooveel bewerkt, dat gij ontslagen kunt worden indien gij eene kleinigheid wilt doen." Zij was hiertoe bereid, zeide zij, indien die k.leine zaak niet streed »met de eere Gods en de zaligheid harer ziel." »0 neen", , verzekerden de rechters, »hoor slechts. Men zal een schavot oprichten op de groote markt voor het stadhuis, waarop men u brengen zal. Wanneer gij daar zijt, moet gij vergeving vragen aan God en de rechters. Daarna zal men een vuur ontsteken, waarin gij uwen Bijbel tot asch verbranden zult, zonder een woord te spreken!" •

Hierop vroeg de martelares zeer ter snede: »Is mijn Bijbel niet goed ? " Als uit eenen mond was het antwoord: »Ja hij is goed." »Waarom moet ik hem dan verbranden ? " was de wedervraag. En de rechters moesten bekennen, dat alleen op die wijze de Jezuïten verzoend konden worden. »'t Is toch niet anders dan papier", voegden zij er bij, »gij kunt straks weer eenen bijbel koopen." Twee uren lang trachtten zij de vrouw over te halen aan den wensch der Jezuïeten te gemoet te komen, maar Mar­

griete bleef herhalen: »Ik zal dit nooit doen. Wat zou het volk zeggen, als het zag, dat ik mijn eigen Bijbel verbrandde ? Zouden zij niet zeggen : Zie eens welk eene ellendige vrouw, die haren Bijbel in het vuur verbrandt, waarin de leer vïrvat is, noodig tot hare zaligheid. Ik verkies Kever zelve verteerd te worden, dan mijn boek te verbranden."

Op deze woorden beproefden de rechters nog eens haar te vermurwen, door haar in eenen engeren kerker op water en brood op te sluiten. Te vergeefs echter. Even vruchteloos waren hunne pogingen, om haar van den waren godsdienst af te brengen. Zelfs de welsprekende mond van den geestelijke Vibenoijne vermocht niets. Door dat alles was het geduld der rechters uitgeput en werd Margriete Pieronne ter dood veroordeeld.

Den 22en Januari werd zij naar het schavot gebracht, daar zag zij haar Bijbel verbranden, waarna zij zelve aan een paal geworgd werd. Toen zij op het schavot stond bad zij tot tweemalen toe het allervolmaakste gebed, welks woorden zij nog bezig was uit te spreken, toen de beul zijn verschrikkelijk werk aan haar volbracht en zij den geest gaf. Zoo strief een dier begenadigden des Heeren, wier dood kostelijk is in de oogen Gods.

ARNOUD IE NAIRE.

In Delft leefde in de laatste helft der zestiende eeuw zekere Arnoud Le Maire, geboortig van Antwerpen, en naar de Noordelijke provinciën om des geloofswille ver huisd. Hij ivas gehuwd, had kinderen en oefende het bedrijf van kruidenier uit. In het jaar 1597 trok hij voor zaken naar Sevilla in Spanje. Eenigen tijd had hij in deze stad getoefd, zonder dat iemand zijne godsdienstige gevoelens had gemerkt. Zekeren dag echter trachtte hij een twist tusschen twee Spanjaarden, die zeer op elkaar vertoornd waren en elkander uitscholden, te stillen. Een der twistenden werd hierover boos en schold Le Maire uit voor Lutheraan. Ja hiermee was hij niet tevreden want hij klaagde hem aan bij den rechter, die den vreemdeling gevangen liet nemen en onderzocht. Een en andermaal had deze twistgesprekken te voeren met Spaansche geestelijken, nu eens over de heiligen en hunne vereering, dan over den Paus en zijn gezag. Ook kwamen Doop en Avondmaal ter sprake. Arnoud Le Maire handhaafde zijne ^belijdenis met de Schrift en eischle van de rechters, dat zij onpartijdig zouden oordeelen. De bestrijders lieten zich soms zeer ver verleiden. Den gen October X598 o.a. verdoemden zij hem en zijne kinderen tot in het derde geslacht, waar tegenover hij hen vermaande om vergeving te bidden, opdat de vloek hen niet zou treflen. »Ik ben zeer tevreden", zoo sprak hij eens tot zijne rechters, j> dit tranendal te verlaten, om mijn pelgrimstocht te eindigen, want bij Christus zijn is voor mij het beste." De eerste Mei was zijn sterfdag. Op een ezel werd de martelaar naar de strafplaats gevoerd, waar hij zich moedig aan de paal plaatste. Hij werd levend verbrand en zijn asch in de lucht geworpen.

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1892

De Heraut | 2 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1892

De Heraut | 2 Pagina's