GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

John Wesley.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Wesley.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan Spurgeon's nagedachtenis.

IV.

Tot op dit tijdstip toe was hij ondanks de edele reinheid zijns levens, toch steeds een slaaf geweest van twijfel, en had voortdurende vrees hem gekweld. Nu gevoelde hij het innerlijke getuigenis van Gods vergevende genade. In dit gevoelen v/erd hij versterkt door zijn bezoek aan Herrnhütt in Juni 1738. Hij had daar toen een onderhoud met Zinzendorf en Christian David. Het gevoel was echter van voorbijgaanden aard, en zijn eigen zelfvertrouwen ontvlood hem dermate, dat hij in 1739 Eclirijft, dat hij sgecn Christen was" en dat hij noch Gods liefde bezat, noch verheuging vond in den Heiligen Geest, noch den vrede des Heeren deelachtig v/as. In 1747 beschouwde hij de gedachte aan geloof, als een middel tot verlossing, als strijdig rnet het gezond verstand; in 1761 was hij niet langer van oordcel, dat zelfvertrouwen een noodzakelijk kenmerk van den waren Christen is. Toch maakt deze datum van Mei r738 een keerpunt in zijne loopbaan uit. Gedurende de tien daaraanvolgende jaren, preekte hij de noodzakelijkheid van oogenblikkelijke bekeering, de innerlijke overtuiging van verzoening en de zekerheid van genade ten slotte, met zooveel voorbarigheid, dat dit eene tijdelijke afscheiding ten gevolge had van de gevestigde staatskerk. Na verloop van dien tijd wijzigde hij, zoo hij ze zelfs niet geheel en al liet varen, de inzichten, welke vóór dat tijdstip de zijne waren. In dien tusschentijd echter was hij ongemerkt de stichter geworden van het Wesleyaansche Methodisme. j j w j

Van 1739—1747 predikten de Wesleys hunne begrippen omtrent plotselinge bekeering, zelfvertrouwen en genade door geloof, met zooveel kracht en nadruk, dat onder hun gehoor gevallen van godsdienstwaanzin niet zeldzaam waren. In het oog van het beschaafde deel van het publiek, wierpen die gevallen een schaduw van discrediet op de Methodistische beweging zelve. Het moet echter erkend worden, dat de indruk van deze lichamelijke manifestatiën, op de groote onwetende schare geweldig was. Met zijn tot lichtgeloovigheid overhellend temperament, en zijne besliste neiging tot het wonderbaarlijke, moedigde Wesley in het begin deze uiterlijke vertooningen aan, welke hij nu eens aan goddelijke, dan weer aan Satanische invloeden toedichtte. Charles Wesley echter, had zich van den beginne af er tegen gekant, en overreedde ten slotte zijn broeder hem daarin te steunen, en zijne zienswijze daaromtrent te deelen. In 1747 schreef John Wesley: »De bewering, dat geloof een middel tot verlossing is, is strijdig met het gezond verstand". Eene halve eeuw later zeide hij tot Mr. Melville Home, toen hij met dezen een gesprek voeide over het begin-tijdperk van zijne zending op aarde. „ loen, nu vijftig jaar geleden mijn broeder Charles en ik, in den eenvoud onzes harten, het goede Engelsche volk verkondigden, dat tenzij zij wisten, dat hunne zonden vergeven waren, de toorn en de vloek Gods steeds over hun hoofd hingen, toen heeft men ons niet gesteenigd, Melvill, en dat verbaast mij. De Methodisten zullen nu, hoop ik, wel beter weten."

Wesley's succes was gedeeltelijk te danken aan zijn persoonlijk karakter, gedeeltelijk aan de verdooving, waarin het godsdienstig leven, om hem heen lag gedompeld, gedeeltelijk aan de geschiktheid van zijn bijzondere manier van onderwijzen, om te voldoen aan de eischen van den dag; en gedeeltelijk ook, zooals wij nu kunnen gewaar worden, aan de maatschapelijke neigingen van zijn tijd. Onbewust greep Wesley eene machtige beweging aan, op het oogenblik zelf, toen ze een aanvang nam.

De achttiende eeuw is de zaaitijd geweest van industrieelen vooruitgang, Fabriekwezen en landbouv/, en de menschen daarmede, gingen met reuzenschreden, ja met sprongen vooruit. De politieke voorteekenen van de eeuw zijn de opkomst der nieuv/e republiek in Amerika, en de val van de monarchie in Frankrijk.

In Engeland zelf waren de gebeurtenissen, die de maatschappij een nieuw en ander aanschijn gaven van meer vreedzamcn aard, dan deze beide geweldige uitbarstingen. Doch velerlei politieke bewegingen, kleine revolutiën op onderscheiden gebied, de groote uitbreiding aan de beschaving gegeven, door couranten en tijdschriften literatuur, bewezen ook hier. dat het volk uit zijne sluimering was ontvi'aakt. De letteren herleefden; dichters als Cowper Burns, zangers der opkomende democratie, namen de handschoen op voor het volk; warm en hartstochtelijk was hun sympathie voor de verdrukten, en diep drongen hunne woorden door in de harten der lijdenden in de groote dicht bevolkte centra van handel en industrie. Evenzoo werd ook het Methodisme gedragen door de steun zijner voorstanders, en ofschoon het niet aldus door Wesley bedoeld was, werd het door zijn volgelingen beschouwd, als een protest tegen de gevoellooze onverschilligheid der aristocratisch gezinde gevestigde kerk, die er aan gewoon geraakt was, haar met den mijter getooid voorhoofd slechts te vertoonen aan het Hof en in het Parlement. Deze beweging nu greep W'esley aan toen ze begon. Ook is hij niet bepaald de eerste geweest, die deze wedergeboorte van de godsdienst bewerkte.

In Duitschland waren het de Herrnhutters, in Amerika was het Jonathan Edwards; in Wales, Howell Harris; in Schotland Robe of Kilsyth, die reeds voor de Wesley's, hunnen renaissance arbeid hadden aangevangen, Ook had Whitefield gedurende Wesley's verblijf in Georgia, reeds langen tijd zijn hage-preeken gehouden.

En toch wordt Wesley, en terecht, de grondlegger van de beweging genoemd. Gelooven, om te heerschen, met een sterk organiseerend vernuft, en een helderen geest van ordonnantie en bestuur bedeeld, was hij de man, die aan de evengenoemde sporadische en tijdelijke pogingen, kracht schonk en een blijvend bestaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's

John Wesley.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's