GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

N.-Anierika. iets over het schoolwezen in de Vereenigde Staten. De paus en het Katholiekencongres te Chicago. Goederen in de doode hand.

Het »wereld-schoolcongres" dat te Chicago bij gelegenheid van de tentoonstelling gehouden wordt, heeft als van zelf de aandacht gevestigd op het Amerikaansche schoolwezen. '

Wat men in N.-Amerika niet verwachten zou wordt nochtans op schoolgebied gevonden. Terwijl ieder Amerikaan er trotsch op is, dat zijne kerk niet leeft van de gratie der overheid, maar door hare leden onderhouden wordt, zoo is het op het terrein der school juist andersom. De scholen worden van overheidswege onderhouden en heeten bruikbaar te zijn voor alle gezindten. Wil men een bijzondere school stichten — goed — de wet verbiedt het niet, maar dan moeten de stichters ook geheel voor het onderhoud zorg dragen. Het staatsonderwijs wordt geheel kosteloos verstrekt. Men gaat in N.-Amerika uit van de gedachte, dat allen gelijk recht hebben op dezelfde ontwikkeling. De »lagere" school maakt het kind klaar om het onderwijs op de »hooge" school te volgen, welke »hooge" school met onze H. Burgerscholen of Gymnasia op ééne lijn staat. Op de »Hooge" school volgt «de Universiteit." Door elkander blijft een leerling vier jaren op elke school, zoodat in de meeste gevallen een jongeling met zijne universitaire studie gereed is, wanneer deze ten onzent wordt begonnen. Die Staats-Universiteiten zijn echter niet wat zij in de oude wereld zijn. Er worden daar nieuwe talen onderwezen en ziilke wetenschappen die onmiddelijk op de praktijk des levens berekend zijn, maar van de classicke letterkunde wordt al bitter weinig werk gemaakt; wanneer de Jezuïeten er niet waren, dan zou het er in dit opzicht nog erger gesteld zijn. Al heeft Amerika tal van bekwame hoogiceraren, toch kan niet gezegd dat, dooreengenomen, het wetenschappelijk peil der professoren op ééne hoogte staat met dat van Europa. Een soort van eindexamen wordt op de University's niet afgenomen.

Zeker hebben de Amerikaansche scholen voortreffelijke gebouwen tot hun dienst; gebouwen die uit een gezondheidsoogpunt onverbeterlijk moeten genoemd worden; de lagere scholen hebben bovendien ruime speelplaatsen. Er heerscht over het algemeen strenge tucht, zoodat in de Amerikaansche scholen groote, soms onnatuurlijke stilte gevonden wordt; zelfs het laten vallen van een potlood wordt streng

gestraft. De roede wordt om orde te bewaren nooit gebruikt, dit is den vrijen Amerikaanschen burger onwaardig; wel tracht men de jeugd in banden te houden door het opwekken van de eerzucht. Ook verzekert men dat het machinale leeren of instompen van de noodige kennis volgens een bepaald leerboek het doel is van vele onderwijzers. Daarom treedt de persoonlijkheid der onderwijzers op den achtergrond; het leerboek schijnt alles. Daaraan is het wellicht toe te schrijven dat meest vrouwen zich aan het onderwijs wijden. Behalve op de Universiteit, zitten op alle andere scholen meisjes en jongens op dezelfde schoolbanken, zonder dat dit schadelijke gevolgen oplevert. Bij het hooger onderwgs voor meisjes wordt het onderwijs in de kookkunst niet vergeten. Zeer praktisch.

De openbare scholen van N. Amerika heeten geheel neutraal; toch wordt in elke school bij den aanvang der lessen een hoofdstuk uit den Bijbel gelezen. Eene Staatsschool die eene godsdienstige kleur moest vertoonen naar de kerkelijke gezindheid der ouders, zou in Amerika niet kunnen bestaan, in aanmerking genomen het groot aantal kerken en secten.

Met groote kosten worden op vele plaatsen vrije scholen gesticht, zoowel door Protestanten als Roomschen. Sommige dier scholen danken hun ontstaan aan de omstandigheid, dat men voor zijne kinderen niet godsdienstloos onderwijs hebben wil, maar eene school op den grondslag zijner belijdenis. Anderen hebben meer het oog daarop, dat hunne kinderen Duitsch of Holiandsch zullen blijven spreken, waarom zij dan eene Duitsche of Hollandsche school oprichten, daar op de openbare lagere scholen uitsluitend in de Engelsche taal wordt onderwezen, Eene georganiseerde strijd tegen de neutrale godsdienstlooze staatsschool is in N.-Amerika nog niet begonnen; tocli zijn er teekenen, die er op schijnen te duiden, dat men in de toekomst die principieele strijd zal hebben uit te strijden.

Is er wel eens beweerd, dat de vrije burgers der Amerikaansche Unie geen leerdwang of leerplicht noodig hadden, feitelijk is het waar dat die dwang of plicht reeds in zes Staten is ingevoerd. De kinderen motten in die Staten van 14 tot lójarigen leeftijd eene school bezoeken. Door elkander genomen verlaat het kind van een Amerikaan op elfjarigen leeftijd de school.

Het spreekt wel van zelf dat de jongelieden die op een of ander kerkelijk Seminarium opgeleid worden voor het predikambt, niet op iSjarigen leeftijd afgestudeerd zijn.

Er mo2t te Chicago ook een »Katholiek congres" gehouden worden, bij gelegenheid van de tentoonstelling te Chicago. De bekende kardinaal Ledockowski zond het program van bedoeld voorgenomen congres naar den paus, met verzoek het goed te keuren. Leo XIII zond het terug met de opmerking, dat twee zaken in het program gemist werden, die door de Roomschen van Amerika tot hiertoe te zeer verwaarloosd werden, en dat wel: . de sociale quaestie en de onafhankelijkheid van den Heiligen Stoel. De paus beweert namelijk dat hij niet vrij genoeg is in zijn doen en laten, wanneer hij niet in bezit is van den z. g. kerkdijken staat om daarover ook als wereldlijk 'souveiein den scepter te zwaaien.

Nu kan men zich wel voorstellen dat de Roomschen in N.-Amerika zich niet zeer warm maken voor het vraagstuk der wereldlijken macht van het hoofd der Roomsche kerk, en dit deed kardinaal Ledockowski Leo XIII dan ook weten. Maar de paus antwoordde hem: »Het is noodig dat in Amerika even als elders deze levensquaestie wordt besproken en bepleit, en het is uw plicht mijnheer dekardi-. naai, om nauwkeurige instructiën te geven omtrent de wijze waarop de discussie zal geleid worden, en de rosolutiën aan te duiden die genomen moeten worden. Op die manier zullen ook de Amerikanen een blik wenden naar de wereldlijke macht.''

Het valt echter te betwijfelen of de Roomsche Amerikanen zich er warm voor zullen maken, dat de Paus nog altijd niet in bezit hersteld is van den kerkelijken staat. Ofschoon wij de daad van Victor Emanuel, toen hij het wereldlijk gebied van den Paus onder zijn scepter bracht, moeten afkeuren, kunnen wij niet verstaan dat de overigens zoo scherpzinnige Leo XIII de quaestie van het bezit van zeker grondgebied de levensquaestie der Roomsche kerk noemt. Wij willen wel gelooven dat de luister van het pausdom in het oog der wereld veihoogd wordt, wanneer het hoofd der Roomsche kerk ook gebieder is van een staat, doch dat het regeeren als een aardsch vorst over een stuk land, eene levensquaestie voor de Roomsche kerk, is eene bewering die in lijnrechten strijd is met de feiten.

Dat Leo XIII, trots zijn hoogen ouderdom, de eischen van den tijd waarin wij leven goed verstaat, blijkt wel uit de omstandigheid, dat hij in de eerste plaats wilde dat door de Roomsche Amerikanen het maatschappelijk vraagstuk onder de oogen gezien wordt.

De Vereenigde Staten van Noord-Amerika hebben geen algemeene wetten die de kerken betreffen; elke staat heeft hare eigene bepalingen daaromtrent. Bijna eiken staat heeft bepalingen gemaakt om te voorkomen, dat de goederen in de doode hand al te zeer vermeerderen. In New-York geldt als wet, dat, wanneer iemand sterft die eene vrouw of kinderen nalaat, hij slechts de helft van zijn vermogen aan kerken of kerkelijke instellingen vermaken mag. Eene erfstelling is slechts geldig wanneer het testament minstens twee maanden voor den dood van den erflater gemaakt is. Zouden er ook niet wetten te maken zijn, waarbij aan het opeenstapelen van millioenen dollars in één hand belet werd. Ons dunkt dit is nog grooter gevaar voor de maatschappij dan het vermeerderen van goederen in den dooden hand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 september 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 september 1893

De Heraut | 4 Pagina's