GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLVII,

NICOLAS CLINET

Ia westelijk Frankrijk ligt de voormalige provincie Saintonge, van waar Nicolas Clinet, dien wij nu gaan bespreken, geboortig was. Deze was 60 jaren oud, toen hij Gods Woord als eenigen onfeilbaren jegel voor geloof en leven leerde kennen.

De waarheid, die hij gevonden had, deelde hij aan anderen mede, zelfs aan de jeugd van Saintonge, voor wie hij school hield. Hij werd echter beloond met het loon der wereld, want hij werd vervolgd, uit zijn land verdreven en in afbeeldsel verbrand. Daarom had hij zich naar Parijs begeven, waar hij schoolmeester werd en, na zijne opname in de kerk onder het kruis, het ouderiingschap aanvaardde. In het laatstgenoemde ambt maakte de Heere hem getrouw, zoodat de vijanden__hem opmerkten. Aanvankelijk meenden dezen, dat hij — daar hij ÏOO oud was — een leeraar was. Daarom trachtten zij hem in twistgesprek te brengen met hunne uitnemendste geleerden, in de hoop hem te overtuigen en op die wijze over de leer des Evangelies te zegevieren. Maar zij misrekenden zich in hem, daar hij een man was, sinds lang doorkneed in de Heilige Schrift en de boeken der kerkvaders, en niet onbekend met de nieuwe godgeleerdheid der Scholastieken en van de Sorbonne. Eens tastte hij den leeraar van de Sorbonne met name Maillard, aan en bracht hem, in tegenwoordigheid van den rechter voor burgerlijke zaken, zoo in het nauw, dat die rechter later tegenover anderen moest getuigen, dat hij nog nooit zoo'n knap man gezien had. Het weinige, dat van het geding tegen hem op de kanselarij is bewaard geworden, komt kortelijk hierop neer.

Men vroeg hem, of hij gebiecht had en hij beleed, dat hij dit voor God alleen gedaan had en het bij den " priester niet kon doen, omdat de Heere dat in zijn Woord niet bevolen had. Heeft dan, zoo vroeg men hem weer, heeft dan de priester geen macht, om vergiffenis te schenken, als men bij hem biecht. Hierop zeide hij, dat de bedienaar des Woords macht had de zonden te vergeven, maar dat die macht niet van hem was, maar alleen van het Woord Gods, dat hij verkondigde. sWant niemand vergeeft de zonden dan God alleen door de beloften van vergeving, die zich in zijn Woord bevinden." Gelooft gij dan niet — zoo gingen de vijanden voort — dat het _ lichaam van Christus in de hostie is na de consecratie. Maar hij bekende, dat hij dit niet kon gelooven, daar hij immers wist, dat de Heere Jezus in den hemel was, zooals ook de 12 geloofsartikelen verklaarden.

Ook verwierp hij het toevlucht nemen tot de heiligen en nog andere dwalingen van Rome. Op eenen anderen tijd werd hij geroepen om met Maillard in de gerechtszaal voor burgerlijke zaken een twistgesprek te houden. De strijd liep toen weer over het Avondmaal, waarvan Clinet verklaardde, dat het lichaam van Christus daarin werd ontvangen door de geloovigen, maar op sacramenteele en geestelijke wijze. Vleesch en bloed waren daar echter geenszins aanwezig.

Den 2 7 en September werd Clinet met nog twee andere martelaren ter dood veroordeeld. Nadat hij gepijnigd was, werd hij in de kapel gebracht, waar hij de ure des doods afwachtte. Daar kwamen de geleerden tot hem om hem te kwellen. Maar zij werden wakker beantwoord, zoodat zij wel merkten, dat zijne standvastigheid door hunne redeneeringen en kwellingen niet aan het wankelen gebracht konden worden. Hij antwoordde hun, die hem van zijn geloof afvallig wilden maken, dat hij niets anders dan de waarheid Gods had beleden en verdedigd. En toen hem eens een geleerde vroeg, of hij Augustinus wilde gelooven, zeide hij van ja; trouwens hij had ook niets gezegd, beweerde hij, wat hij ook niet uit Augustinus zoo kunnen bewijzen. Eindelijk kwam de ure van zijn dood. Hij was op een wagen gezeten, toen men hem naar de strafplaats bracht. Steeds hield hij zijne oogen ten hemel, doch zijn gelaat was treuriger dan dat zijner lotgenooten. Dit was misschien een gevolg van zijn hoogen leeftijd. Op de place Maubert stierf de martelaar in de vlammen.

TAURIN GRAVELLE.

Een der lotgenooten van Nicolas Clinet, die met hem denzelfden dag op den brandstapel stierf, was Taurin Gravelle uit Dreux, in het bisdom Chartres gelegen. Te Toulouse had deze martelaar gestudeerd in de rechten, waarna hij zich als advokaat te Parijs vestigde. Daar leerde hij den Heere kennen als zijnen Zaligmaker en voegde zich bij de^ kerk onder het kruis, die hem om zijnen godzaligen wandel tot ouderling verkoos. Toen hij zag, dat. de gemeente gebrek had aan een geschikte plaats voor hare samenkomsten, bood hij haar het huis van zijnen compagnon Barthomier aan, dat hij in bewaring had. Daar werd de gemeente door hare vijanden overvallen. Had Gravelle toen alleen aan zich zelven gedacht, hij zou met de anderen hebben kunnen ontvluchten, maar hij bleef, ten einde van zijne handelingen rekenschap te geven. Op hem waren de tegenstanders het meest verbitterd, maar hij toonde zijnerzijds eene standvastigheid, die onverwinnelijk scheen, toen hij de waarheid Gods verdedigde tegenover allen, die daar waren, doch vooral tegenover Maillard, den beroemden leeraar der Sorbonne, die meer dan de anderen, den arme gevangenen het lastig maakte door zijne twistgesprekken. Gravelle had Maillard vroeger gekend en wist zeer goed, hoe hij thuis handelde met zijne jeugdige knechten en dienaren. Toen dus de leeraar den mond opende, om ieïs». te zeggen tegen de samenkomsten der geloovigen, wist Gravelle hem den mond te stoepen door hem zijne schanddaden te verwijten die hij niet durfde ontkennen, daar de kinderen er van wisten te spreken. Desniettemin durfde deze man voor de overheid te verschijnen, om er de geloovigen aan te klagen van hoererij en bloedschande.

Gravelle beleed voor zijne rechters, dat hij het Avondmaal had gebruikt, ook dat hij de prediking des Woords in zijn huis had toegelaten. Ondervraagd omtrent zijn geloof bekende hij, dat hij noch tot Maria noch tot de andere heiligen riep, al werden zij hem als voorspraak aanbevolen, aangezien hij geen anderen voorspreker behoefde dan Jezus Christus, in wiens naam we God aanbidden mogen. Bovendien zijn wij zeker, dat, indien wij tot God roepen, wij verhoord worden, maar de heiligen baten ons niet." > Hoe denkt ge over de beelden, " vroeg men den martelaar toen, waarop hij antwoordde, dat het afgoderij was, als men hun hulde bewees. Nog vele andere punten werden besproken, waarbij hij nimmer het antwoord schuldig bleef. Met Nicolas Clinet werd hij den 27en Sept. 1558 ter dood veroordeeld. Hij toonde bij het vernemen van zijn vonnis een blij en vergenoegd gelaat. Toen een zijner vrienden hem vroeg, tot welken dood hij veroordeeld was, antwoordde hij: »j[k weet wel, dat ik ter dood veroordeeld ben, maar ik heb er niet op gelet tot welken dood ik veroordeeld ben; want ik ben verzekerd, dat God raij zal bijstaan, hoe ik ook sterve." Toen hij de kapel verliet, riep hij uit »Heere, mijn God, sta mij bij." Toen men hem aanzei, dat het parlement wilde, dat hem de tong zou worden uitgesneden, indien hij zich niet bekeerde, hernam hij, dat dit in zijn vonnis niet bepaald was, waarom hij er zich eenigermate tegen verzette. Doch, als hij vernam, dat het wel in het vonnis bepaald was, stak hij de tong wiUig voor den beul uit. Nadat deze dit werk had volbracht, zeide hij op verstaanbare wijze: »Ik verzoek u bid voor mij!" Gravelle ging daarna biddend op den brandstapel en verheerlijkte God door dezen dood.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's