GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Medische Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Medische Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Nadat Dr. Elmslie eenigen tijd in Kashmir werkzaam geweest was, schreef hij: „Op eene enkele uitzondering na was het volk zeer kalm en oplettend onder onze toespraken, waarbij wij ons steeds onthielden van het aantasten der dwalingen van het Hindoïsme en Mohammedanisme. Wij meenen dat zulke aanvallen geschikter zijn voor een privaat gesprek dan voor eene openbare toespraak. Desniettemin hebben wij hier veel, dat ons ontmoedigt. Maar de gedachte, dat gedurende de laatste zes maanden meer dan 2000 lijders aan de vreeselijkste ziekten aanvankelijk, velen zelfs geheel hersteld zijn; de overweging, dat de wondervoUe geschiedenis van Gods liefde, die zoo groot is, dat Hij Zijnen eigen Zoon gezonden heeft op de aarde, overal in onze omgeving is bekend geworden onder het in het begin zoo afkeerige volk en eindelijk de innige overtuiging, dat het Evangelie hier en over de geheele wereld zal zegevieren sterkt ons om blijde en vol hoop voort te gaan in het werk, ons door den Christus opgelegd." De Medische Zending heeft, sinds dat woord gesproken is, jaren achtereen haren arbeid in Kashmir trouw voortgezet. Reeds onder Dr. Elmslie kreeg de polikliniek aldaar een goeden naam. Na zijnen dood traden anderen in zijnen arbeid in. Dr. Maxwell, zijnen eersten opvolger, werd het voorrecht van God geschonken het Maharajah hospitaal op te richten. En thans is de roep van dezen arbeid doorgedrongen tot de verst afge­ legen dalen van dit bergachtig land; ja de karavanen hebben zijnen roem tot in Yorhan verbreid.

Ook de omvang van den arbeid is toegenomen. Wie een kijkje in de wachtkamer van den missioneerenden arts op eenen drukken zomerdag genomen heeft, zal niet gemakkelijk den aanblik van die honderden zieken vergeten. Hier ziet men de donkere gelaatstrekken der inlanders, die op de vlakten wonen, naast de lichtergekleurde van de inwoners van Kashmir en de rossige Yarkundi; daar aanschouwt men het woeste gezicht van den Afghaan; daar weer de flinke gestalte van den Sikh. Zeven of acht talen kan men er hooren spreken. Nog grooter dan in ras en taal is hier het onderscheid in kwalen en lijden. Het kind geleidt zijnen blinden vader, de moeder draagt haar lamme dochter, vrienden komen aan met een geraakte op een bed. De misvormde gelaatstrekken van vele melaatschen vervullen er den toeschouwer met afgrijzen en hunne ellendige kleeding en hun vervallen gelaat stemmen het hardste gemoed tot medelijden. Als alle kranken bijeen zijn wordt een lied aangeheven , daarna eenen korte toespraak gehouden. Hun wordt verteld van den God der barmhartigheid en genade; van Hem, die op aarde kwam, in de diepste armoede verkeerde, gesmaad werd van menschen; van Hem, die, in het vleesch zijnde, bedroefden troostte, kranken genas, onwetenden onderwees en voor verlorenen aan het kruis stierf, opdat Hij hen zou verlossen van den vloek des toorns Gods; van Hem, die uit de dooden verrees en nu zit aan de rechterhand des Vaders, waar Hij voor de Zijnen bidt. Allen luisteren oplettend naar al deze dingen en bij het nagebed bidden allen mede. Nu begint 't onderzoek van den dokter. Deze leest den naam op van den patiënt, die binnenkomen moet; een helper brengt de zieken een voor een binnen, twee anderen zijn bezig met het verbinden der wonden, terwijl de inlandsche assistent-dokter er bij staat, om toe te zien, of eene lichte operatie verricht, of een nauwkeurig onderzoek instelt naar een bijzonder ziektegeval. Als de patiënten geholpen zijn gaan zij met hunne medicijnen weg, tenzij ze in het hospitaal opgenomen moeten worden. Nadat de dokter op die manier verscheidene uren met de zieken is bezig geweest en 't hospitaal doorgeloopen heeft, is zijn dagtaak af.

Het werk is zeer groot en de patiënten talrijk. Dit geldt ook voor Dr. Downe te Gulinare en Dr. Neve met zijn' heilper. Laatstgenoemde beschrijft ons een voetreis, door hem afgelegd. Verleden jaar hebben wij al predikende en zieken bezoekende vele kleine steden des lands bezocht en daar het heerlijk Evangelie van Gods genade aan zondaars gebracht, 't Belangrijkste is misschien wel wat te Bawer voorviel. Daar omringden dagelijks honderden mijne tent en sprak ik van den Heere, die eene fontein geopend heeft tegen de zonde.

Dr. Somerville van Beawor schrijft aangaande de Medische Zending, van hem uitgaande : „Het is steeds onze wensch, dit volk te toonen dat onze reUgie eene religie van bar-mhartigheid is, omdat zij zich ontfermt over het lichaam en over de ziel. In 't zendingshospitaal wordt oplettend geluisterd naar 't Evangelie en velen stemmen het met hun verstand toe, enkelen zijn zelfs diep getroffen in hun hart door hetgeen zij hooren. Het hospitaal te Wallajapeh wordt op hoogen prijs gesteld en velen stroomen er dagelijks heen, waardoor menige goede gelegenheid zich voordoet, om het goede zaad des Woords te zaaien. Men is niet verplicht bij de verkondiging des Woords te blijven. Toch gebeurt het slechts zelden dat iemand heengaat.

Dat dezen arbeid niet ongezegend is blijkt hieruit, dat niet weinigen, die m het hospitaal gelegen hebben, daar tot bekeering kwamen. Wordt de medische zending door alle vrienden op haren rechten prijs geschat? Wij vreezen van neen. Onzes inziens zou ieder arbeidsveld een medische zending moeten hebben. Dat is echter op verre na nog niet het geval. God geve echter, dat dit niet lang meer zal duren.

Wij kunnen dit korte overzicht van den arbeid der medische zending door de zendingvereenigingen buiten ons vaderland niet beter besluiten dan met de getuigenis van eenen geleerden Brahmien, gegeven in tegenwoordigheid van omstreeks 200 andere Brahmienen: „Ik heb, " zeide hij, „de zendelingen reeds lang gadegeslagen met de bedoeling, om te weten, wat zij voor menschen zijn. Wat zijn zij hier komen doen? Wat noopt hen hunne bloedverwanten, hunne vrienden en hun land te verlaten en naar dit voor hen zoo ongezonde klimaat (Indië) te komen ? Geschiedt dit om voordeel te zoeken ? Sommigen onzer, die in dienst van het gouvernement zijn ontvangen grooter salaris dan zij. Komen zij herwaarts om een gemakkelijk leven te leiden ? Ziet hen werken en antwoordt mij dan! Ziet dezen zendeling. Hij kwam eenige jaren geleden hier heen, alles verlaten hebbende tot ons bestwil. Hij werd hier koel en met wantrouwen ontvangen, men ontliep hem, men behandelde hem slecht. Hij beproefde met ons te spreken over wat hij van het hoogste belang acht te zijn voor onze ziel, doch wij wilden niet luisteren. Hij liet den moed niet zakken. Hij opende een hospitaal. Wij zeiden: dat is goed voor de Pariah's. — Doch in tijden van ziekte waren wij zeer blijde, dat wij naar hem mochten gaan. En hij heette ons dan hartelijk welkom. Heeft hij er geld meê verdiend? Zelfs de medicijnen hebben wij niet betaald. Wat noopte hem zoo te handelen? Zijn Bijbel. Dien Bijbel heeft hij ons ook verklaard. Wij hebben hem tegengestaan._ Mag dat langer zoo? Immers neen, want de Bijbel is het eenige middel dat ons en ons land kan opheffen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1899

De Heraut | 4 Pagina's

De Medische Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1899

De Heraut | 4 Pagina's