GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Het congres van godsdienstgeschiedenis op de Parijsche tentoonstelling.

Op de wereldtentoonstelling te Chicago van 1893, werd een „parlement van godsdiensten" gehouden, waardoor de ergernis gewekt werd van allen die de Christelijke religie belijden. Immers daar werden aanhangers van het Boedisme, het Parsisme enz. beschouwd als evenzeer een „godsdienst" te vertegenwoordigen, als de leden van verschillende Christelijke kerken, die daar ook, helaas! aanwezig waren. Door het houden van dit zg. parlement, werd uitgesproken, dat alle vereering van hoogere wezens, of elk hoog houden van een ideaal, met den naam van „godsdienst" moet bestempeld worden, terwijl de Christelijke religie daarmede op ééne lijn werd geplaatst. Het spreekt wel van zelf, dat daarop scherpe crltick werd uitgeoefend, waarvan het gevolg was, dat, nadat het „parle ment" eenige maanden tot het verleden behoord had, het werd uitgesproken, dat een dergelijke samenkomst wel niet meer zou gehouden worden. Ook waren de Roomsche ambtsdragers, die aan het parlement hadden deelgenomen, door hunne kerkelijke overheid daarover ernstig berispt. Trouwens het feit, dat de kardinaal Gibbons op verzoek van een comité, waarvan een Baptistisch predikant voorzitter was, de samenkomsten van het parlement met gebed opende, moest tegenzin wekken. En daarom verwondert het ons niet, dat men te Parijs geen „parlement der godsdiensten" aandurfde, maar zich bepaalde tot het houden van een „congres van de geschiedenis der godsdiensten." Hoe de geschiedenis der godsdiensten een congres kan houden, is ons niet bekend. Zeker heeft men bedoeld, dat de beoefenaars van de gepchiedenis der godsdiensten zouden samenkomen in een congres. De wereld heeft nu althans niet de voldoening, dat vertegenwoordigers van onderscheidene Christelijke kerken, met aanhangers van verschillende vormen van afgoderij, saamkomen op voet van gelijkheid. Maar hoewel wij ons hierin verblijden, is toch door het jongste congres, dat den aden September geopend werd, de grenslijn opnieuw uitgewischt, die de Christelijke religie van de afgoderijen van het heidendom scheidt. Immers reeds wanneer men het Boedhisme een „godsdienst" noemt en het niet plaatst onder de nibriek van de afgoderijen, doet men onrecht aan de geheel eenige waarde van de Christelijke religie.

Er waren ongeveer 150 deelnemers, die uit alle deelen der wereld afkomstig waren, n.l. uit Zwitserland, Italië, Oostenrijk, België, Nederland, Zweden, Armenië, Indië, Canada en de Vereenigde Staten. Opmerkelijk was het, dat^^if man van het vak, de hoogleeraar Max Muller, niet aanwezig was, terwijl de Nederlandsche hoogleeraar C. P. Tiele door ziekte verhinderd was de openingsrede te houden.

Over hetgeen op het congres verhandeld werd, kunnen wij weinig mededeelen, omdat ons daaromtrent zoo goed als niets werd bericht. Alleen weten wij het een en ander omtrent een voordracht van den heer Sabattier, den deken der faculteit van Protestantsche theologie te Parijs, over „de bijbelcritiek en de wetenschap van de geschiedenis der godsdiensten.”

De Hervorming schreef over die voordracht het volgende:

„Sabatier herinnerde er aan, dat de eerste periode der bijbelcritiek een dogmatisch karakter droeg, en dat het optreden der nieuwere critiek zich vaak kenmerkte door een volslagen gemis aan historischen zin. Met Baur begon een nieuw tijdperk, toen deze poogde de oudste Christelijke gedenkschriften op te nemen ineen algemeene beschrijving der historische ontwikkeling; een methode, die voor het Oude Testament zoo schitterend is toegepast door Reuss, Graf en Kuenen. Wat met den Pentateuch en Daniël geschiedde, moet ook gedaan worden voor de Evangeliën. Daardoor zal het Christendom komen te staan op één lijn met alle andere godsdiensten. In die erkenning ligt de bepaalde beteekenis van het congres. Het deed voor het verleden, wat Chicago deed voor het heden, hoewel noodzakelijk langs anderen weg.”

In algemeene trekken is die arbeid reeds door Baur (f i860) verricht. Baur heeft een poging gewaagd om het Christendom in zijn oorsprong uit de geschiedenis te verklaren. Maakte het Christendom een deel der wereldgeschiedenis uit, dan, meende hij, moest dit, naar de onveranderlijke wetten van beweging en ontwikkeling die in de geschiedenis gelden, ook uit den voorafgaanden toestand der menschheid en de toen aanwezige factoren, verklaard kunnen worden. Baur vond het eigenlijke grondkarakter van het oorspronkelijk Christendom in het Ebionitisme, waardoor Jezus Christus alleen als godsdienstleeraar wordt beschouwd. Aan den apostel Paulus komt, volgens den Tübinger hoogleeraar, de eer toe, aan het Christendom zijne universalistische strekking gegeven te hebben. Er ontstonden in de eerste Christelijke kerk twee partijen, de Petrinische en de Paulinische, en uit het streven naar verzoening van de beide partijen, wil hij den oorsprong van een goed deel der schriften van den Nieuw-Testamentischen canon verklaren. Deze beginselen heeft Baur toegepast bij zijne critische behandeling van hel Evangelie van Johannes en van de synoptische evangeliën.

De Christelijke kerk, die buigt voor het woord Gods, verwerpt echter zonder eenig voorbehoud al de vondsten van eene wetenschap die de Openbaring Gods wil laten doorgaan voor een natuurlijk proces. Immers zij verstaat, dat de zending van den Zoon in gelijkheid des zondigen vleesches, —de overgave van den Eenig geborene tot in den dood des Kruises, en dat voor dezulken die erkennen moeten, dat zij van nature vijanden Gods zijn, — een daad Gods is, die nooit in de gedachten van een mensch is kunnen opklimmen.

Daarom is het duidelijk, wijl de andere woordvoerders op het congres zich op geen ander standpunt konden plaatsen, dat de samenkomsten te Parijs, die nog wel in de Sorbonne gehouden werden, geen winst konden zijn voor de zaak der Christelijke religie. Het belangrijkste wat dit congres bood, was wel een referaat over - de Statistiek van de aanhangers der verschillende religiën. Wij ontleenen daaraan het volgende:

Europa telt 390 millioen inwoners, waaronder 7 millioen Mahomedanen, 7 millioen Joden en 2 millioen heidenen. In Amerika telt de Griekschorthodoxe kerk geen aanhangers; het zielental van de Roomsche kerk en van de Protestantsche gemeenschappen is ongeveer even groot; de volksstammen die nog niet voor het Christendom gewonnen zijn, tellen ongeveer 2 millioen zielen. Van Afrika is moeilijk een statistiek op te maken. Hetzelfde is het geval met Azië, Toch weet men, dat in Indië op de 300 millioen inwoners 217 aanhangers van het Bhramanisme en van het Hindoisme zijn; het Mahomedanisme neemt sterk toe en telt aldaar 60 millioen zielen. Buitendien zijn er 7 millioen Boedhisten, 3 millioen Christenen.

Op de 370 millioen inwoners in China zijn 900, 000 Roomsch en ioo, ooo(? ) Protestantsch. De meeste Chineezen vereeren hunne voorouders, de Keizer voor zich persoonlijk is een aanhanger van de leer van Confusius. Het getal Christenen is in de laatste 13 jaren van 477 tot SSS millioen gestegen, de Joden kwamen van 7 tot 8 millioen, terwijl ook de aanhangers van het Mahomedanisme sterk toenemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's