Gemengd nieuws.

Bij de firma Cotta te Stuttgart is de briefwisseling uitgegeven, die er gevoerd is tusschen Keizer Wilhelm I en Vorst Bismarck. Den volgenden brief willen wij daarvan vertaald weergeven: «Berlijn i Juni 1877. Ofschoon ik u niet gaarne lastig vallen wil, kon ik toch niet zwijgen nu een voorval, ons godsdienstig geloof betreffende, heeft plaats gehad, dat ik niet nalaten kan ter uwer kennis te brengen. De zaak van den predikant Sydow heeft thans na twee jaren de meest giftige vruchten voortgebracht. Hij werd door den Opperkerkcraad tegenover het Consistorium vrijgesproken, om hem niet tot een martelaar te maken, daar hem anders nog meer aanhangers zouden toevallen. Hij liet, van dien tijd af, na om zijn dwaalleer van den kansel en in de catechisatie te leeren, maar vergenoegde zich om haar in private

voordrachten aan duizenden voor te houden. Wat gebeurt nu dezer dagen alhier ? De predikant Hoszbach van de Andreaskerlc wordt uitgenoodigd om een proefpredikatie in de Jacobikerk te houden als candidaat voor de plaats van den gestorven Boekman. In die preek verkondigde hij aan de gemeente, opdat zij goed zou weten wie voor haar stond, dat hij niet tot de Oud Theologen, maar tot de Nieuw-Theologen behoorde, welke besloten zijn om het apostolisch geloof van de sagen en verdichtingen, die slechts menschenwerk waren (de Evangelisten) te ontdoen, evenals hij de gemeente wilde genezen van de gedachte dat de Heiland God-mensch geweest is, daar volgens hem de Heiland een door God begenadigd mensch was en daarom als voortrefielijk mensch zooveel hooger stond, en niet als Gods zoon! Een groot deel van de gemeente verliet bij deze uitlating de kerk, maar dit heeft niet verhinderd dat h gisteren door deze gemeente tot predikant verkozen werd! — Een tweede, geval dat bewijst, waartoe het in onze kerk gekomen is, is de uitnoodiging van de Berliner-Cölner-Stadt Kreissynode om de 5den van deze maand te vergaderen. Onder de i6 punten waarover gediscussieerd worden zal, luidt het 15de: «Voorstel: voortaan leze men bij de Godsdienstoefening en andere kerkelijke handelingen de geloofsbelijdenis niet meer voor»

Deze beide feiten zijn in mijne oogen zoo verschrikkelijk, dat ik niet heb kunnen nalaten om. den minister van eeredienst en den president Herr man zeer ernstig mijn meening te zeggen, hoe het mogelijk is, dat zulke dingen onder de oogen van het kerkbestuur kunnen gebeuren, zonder dat e te rechten tijd maatregelen genomen zijn, en om de vraag op te werpen, of men evenals bij Sydow weer verzuimen zal om een onderzoek in te stellen en voorloopig in de uitoefening van het ambt te schorsen. Wanneer alles zoo doorgaat, en men er bij in aanmerking neemt dat het niet laten doopen en het niet kerkelijk laten inzegenen van huwelijken hand over hand toeneemt, dan moet de ongodsdienstigheid bevorderd worden, en dan is er van de loochening van de Godheid van Christus tot de afschaffing van God en zijn wederinstelling, gelijk in Frankrijk, nog slechts een schrede! Uw Wilhelm.'

Velen zullen het vreemd vinden, dat een vorst aldus in kerkelijke zaken wil ingrijpen, doch men verlieze niet uit het oog, dat Wilhelm I de sum episcopos, (de opperste bisschop) der Evangelische landskerk was, evenals zijn kleinzoon Wilhelm II het nog is.

Eenige Cze< 3ien hebben aan de Heilige Synode van de Grieksch-orthodoxe kerk gevraagd om Jo hannes Huss, den voorlooper der reformatie in Bohème, heilig te verklaren. De procureur van genoemde Synode, de bekende Fobedonoszew, heeft reeds te kennen gegeven dat dit denkbeeld hem toelachte. In de oude liederen der Czechen wordt Johannes Huss als een heilige verheerlijkt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen