GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een anarchistisch blad. Een poging tot verzoening van de moderne theologie.

Hoe streng men met de kerk in Duitschland ook van overheidswege zijn moge; hoe men ook elk minachtend woord voor den keizer straft, er schijnen geen termen gevonden te kunnen worden, om het verschijnen van een anarchistisch orgaan te verhinderen. Der Anarehist heeft hel licht gezien. Het blad zou eerst in Düsseldorf verschijnen, doch men kon daar geen drukker vinden, en daarom heeft de redactie zijn zetel in Berlijn moeten kiezen waar wel iemand gevonden is, die daarvoor zijn pers wilde beschikbaar stellen. Het blad heeft de volgende drie motto's aan den kop ; „Geen God noch Meester! Noch autoriteit noch majoriteit." — „Anarchie is orde, vrijheid en welstand voor allen." — „Noch monarchie noch volksstaat! — Noch privaateigendom noch loonsysteem." Der Anarchist wil volgens zijn program zich er voor spannen, de partijgenooten voor eene op federal ieven grondslag berustende organisatie te winnen, daar volgens de overtuiging van de redactie de anarchie in Duitsch­ land anders geen vasten grondslag krijgen kaft Natuurlijk wil der Anarchist ook ijveren voor de algemeene werkstaking. Ook wordt Reinsdorf, die bij gelegenheid van de onthulling van het Niederwalddenkmal op 28 Sept. 1883 den aanslag op het leven van keizer Wilhelm I voorbereidde en daarom op den yden Febr. 1885 onthoofd werd, in het proefnummer zeer in de hoogte gestoken. „Het graf op het kerkhof van het tuchthuis te Halle, dat het stoffelijk overschot van den onvergetelijken kameraad bevat, zal al la, ng vervallen en onkenbaar gemaakt zijn. Wat doet het er toe ? In het hart van allen, die den eerenaam van anarchist dragen, is hem voor altijd een gedenksteen opgericht."

Opmerkelijk is"' het, dat in Duitschland de aanslag op keizer Wilhelm I oorzaak werd, dat de „simultan" of godsdienstlooze school op den achtergrond werd geschoven en de „confessionsschule" daarna van overheidswege bevorderd werd.

Mocht ook in Nederland de mislukte anarchistische aanslag op de vrijheid van ons volk aanleiding worden, dat de vrije Christelijke school regel en de neutrale openbare school uitzondering werd!

Het schijnt in moderne kringen van Duitschland toch wel wat al te erg geworden te zijn, dat een van de redacteurs der Christliche Welt, het hoofdorgaan der modernen, een scheldbrief aan de Christelijke kerk zond. Wanneer hij dit maar op eigen verantwoordelijkheid gedaan had, dan zou dit niet zooveel opzien gebaard hebben, maar de brief werd verzonden uit naam van de moderne theologie, als om daarmede te kennen te geven, dat alle beoefenaars dier theologie het daarin eens waren.

Het is daarom noodig geacht om op den 2Sten April te Berlijn eene groote vergadering van kerkelijke mannen uit geheel Duitschland saam te roepen, welke over de verzoening van kerk en theologie beraadslagen moesten. De voorbereiding voor deze vergadering was zoo geheim gehouden, dat niemand behalve de ingewijden er iets van geweten heeft. Wat op die vergadering behandeld is, weten wij niet. Wel is ons bekend wat de general superintendent Dr. Frieder (zou dit een pseudoniem zijn? ) uit Gotha gesproken heeft bij de opening der vergadering.

Deze doctor deelde mede, dat de uitwendige aanleiding tot die vergadering was het Jezuïeten vraagstuk, dat opnieuwj aan de orde gekomen was, doch dat men op de vergadering niet behandelen zou. De drang tot het saamroepen der vergadering vond zijn oorsprong echter in de toestanden op kerkelijk gebied. Men was in den laatsten tijd vooruitgegaan, zoodat het plan was geopperd om alle Evangelische landskerken in eene organisatie te vereenigen. Ook kon er met vreugde op gewezen worden, dat de tegenstelling tusschen Luthersch en Gereformeerd aan het verdwijnen was. Doch er waren ook verkeerde dingen, en wel voornamelijk het conflict tusschen religie en wetenschap, kerk en theologie. Daarin moest naar verzoening gezocht worden. Niet dat de moderne theologie water in haar wijn moest doen. Neen, de vergadering behoorde haar onbepaald vertrouwen in haar uit te spreken. Want de bestrijding der theologische wetenschap in naam der wetenschap is „onnuttig, onnoodig en niet recht." De candidaten willen niet langer om de theologie, die zij op de Universiteiten gehoord hebben, gemarteld worden als zij voor de consistoriën verschijnen. Ook moest men de candidaten tot den Heiligen dienst niet volgens de oude manier tot het predikambt toelaten. Deze moesten kunnen volstaan met de verklaring, dat zij de kerk trouw zouden dienen, hare ordeningen onderhouden, voor zooveel het recht is, en hare overleveringen van harte hoog houden; dat zij de Heilige Schrift als bron der Christelijke waarheid ijverig zouden bestudeeren en als levensdoel stellen : de heiliging van Gods naam en de uitbreiding van het rijk Gods.

Met andere woorden: wij willen wel in de kerk blijven en ook als modernen verlangen wij haar wel te dienen, doch de kerk moeten wij naar onze hand kunnen zetten. Het punt waarom het gaat, namelijk of de belijdenis der kerk mag worden bestreden door hoogleeraren die de aanstaaride dienaren der kerk moeten opleiden, werd niet aangeroerd.

Sommigen in Duitschland zien in de vergadering van I April eene poging om de gunst van den keizer voor de moderne theologie te herwinnen. De keizer heeft zich tegen de loochening van de Godheid van Christus door Prof. Delitzsch verklaard; de keizer heeft met den Berlijnschen hoogleeraar Harnack wel niet gebroken, maar de verhouding is toch koeler geworden. De vergadeiing van i April moest de moderne theologie weder „hoffahig" maken. Daarom werd er over de Jezuïeten gezwegen, wijl de rijkskanselier ze weer wil toelaten, en de dienaar des keizers zal die uitlating niet gedaan hebben zonder toestemming van den keizer. Wel is de keizer vóór een aaneensluiting van landskerken, en daarom moest de vergadering zich daarvoor verklaren. Voorts hoopte men den keizer wel te doen gelooven, dat voor „de ontwikkeling der religie" de onbeperkte leervrijheid aan de theologische staatsfaculteiten noodig is. Op die manier betoogt men, dat de Keizer eigenlijk de geheele drijfveer der vergadering was. „Zij die dit aldus stellen, houden den keizer wel voor een oppervlakkig mensch !

Engeland. Eene opene verklaring van den leider der Ritualisten.

In hel Aprilnummer van de Nineteenth Century heeft de leider van de Ritualistische partij in de Anglikaansche kerk, de bekende Lord Halifax, een artikel geschreven, dat aan duidelijkheid en openhartigheid niets te wenschen overlaat. In de beweging die zich in de laatste jaren in Engeland openbaarde, welke strekt om tegen de Romaniseerende richting in de Anglicaansche keik een dam op te werpen, ziet de Engelsche edel-- man slechts het bewijs dat de wereld het Onderwijs Gods verwerpt. Maar hij gaat verder en beweert dat het Protestantisme in de Kerk van Engeland, dat is de Episcopaalsche Staatskerk, slechts een „huurder" (lodger) is, „een anomalie die nauwelijks in haar boezem te verdragen is, die de kerk in den weg staat om de waarheid op eiken hoek te verkondigen. De Engelsche bisschoppen kunnen ook al geen genade vinden in de oogen van Lord Halifax. Zij worden beschuldigd van , , alle gevoel van plicht", welke zij verschuldigd zijn aan het primaat van het Chistendom (den paus) verloren te hebben. Ook wil hij de ordening van Roomsche priesters als zoodanig erkennen, terwijl hij ook beweert dat „de Engelsche Avondmaalsbediening juist op denzelfden grondslag staat als de Roomsche Mis".

Zij die de Engelsche staatskerk liefhebben, weten nu naar welk doel de Ritualisten welbewust heen sturen. Het wordt door sommigen nog wel wat beraanteld, maar na het artikel van Lord Halifax is dit niet meer mogelijk.

The Christian, eén invloedrijk christelijk weekblad in Engeland, meent, dat het Engelsche volk de poging om de nationale kerk weer onder de hiërarchie van den paus te brengen, niet zal verdragen. Wij vreezen dat de uitkomst dit gevoelen zal weerspreken. Al zeventig jaren hebben de Ritualisten in de Engelsche Staatskerk gewerkt om den terugkeer tot Rome voor te bereiden, en... zij hebben in dien tijd kunnen opmerken, dat steeds meerderen voor hunne denkbeelden gewonnen werden. En wij kunnen tot ons leedwezen niet zien, dat binnen de muren der Episcopaalsche kerk een zoodanige ontwikkeling der Gereformeerde beginselen gevonden wordt, waardoor men hopen mag dat de Romaniseerende richting zal overvleugeld v/orden.

Rusland. De Stundisten in nood.

In „Das Reich Christi" vindt men de volgende schildering van den toestand van het Siundtstne \ in Rusland: „De evangelische beweging groeit en verbreidt zich, maar zij is nog oppervlakkig en zonder hel rechte houvast. De broeders hebben geen helder inzicht omtrent de verlossing, kerkgang, wedergeboorte, de Christelijke kerk, de Heilige Schrift enz., daardoor ontstaat sectenmakerij, onvrede, ja zelfs vervolging tusschen de secten (Kan het anders, als het methodisme den boventoon heeft, merken wij op). Het gebrek aan evangelisten is groot, en wanneer daarin niet spoedig voorzien wordt, zal het Russische Christendom in de vreeselijkste geloofswoede veranderen. (Fanatieke dweepzucht is bij het mystiek aangelegde Russische volk gemakkelijk aan te kweeken, wanneer men methodistisch meer op het gevoel dan op de conscientiën der menseben werkt, merken wij op). ledere evangelist dien gij naar Rusland zenden zult, zal als brood voor de hongerigen zijn, want in Rusland heerscht de schrikkelijkste honger naar de ziel... Brood, brood! Wie zal ons het Evangeliebrood brengen ! dat is het roepen der hongerige zielen in Rusland, en dat is niet een droom, maar de schrikkelijkste werkelijkheid. (Het is niet „schreklich", als er honger is naar het woord, maar een verblijdend teeken, merkten wij op). Ik smeek u, lieve Doctor, dit aan de Christelijke wereld te verkondigen en om hulp voor ons te smeeken. Andere menschen zorgen gaarne voor hen die lichamelijk hongeren, maar voor de hongerende zielen moeten de geloovigen • zorgen ! Maar terwijl men zendelingen naar Afrika, China en Australië zendt, heeft zich niemand behalve de Duitsche „Orientmission" over de 130 millioen Russen erbarmd. Men wil ons tegemoet voeren, dat het moeilijk is voor een Evangelist te arbeiden. Dit is wel waar ... maar de tijd van den ergsten tegenstand is in Rusland bijna voorbij. Er is thans meer gevaar van binnen dan van buiten te vreezen. De tijd komt, dat men het Evangelie wel gezind i? . Er zijn wel menschen die als Evangelisten in Rusland willen werken. Men zende ze!"

Zou het waar zijn dat de tijd aanstaande is, dat men in Rusland de vrije prediking van het Evangelie zal toestaan? Wij vreezen dat Dr. Lepsius of zijn correspondent in deze wel wat optimistisch is. Wij voor ons meenen dat de machthebbers in dit uitgestrekte rijk nog steeds van meening zijn, er door de; ' revolutionaire woelingen van den laatsten tijd in die meening versterkt zijn, dat de Grieksch orthodoxe kerk de hechtste steunpilaar voor het Russische rijk is, en dat daarom met kracht moet worden verhinderd, dat secten als die der Stundisten door het maken van propaganda haar afbreuk doen. Men wil wel toelaten dat men van een andere religie is, dan die welke de Russische staatskerk belijdt, doch het is verboden, in het uiterste geval op straffe van verbanning naar Siberië, om leden van de Grieksch orthodoxe kerk tot lidmaten van eene daarvan afwijkende kerkelijke gemeenschap aan te nemen. Voor zoover ons bekend, is met dit stelsel in Rusland volstrekt niet gebroken en is ook in den eersten tijd niet te verwachten dat men daarmede breken zal. Wanneer de wind in Rusland uit een anderen hoek woei, zou men het arme Finland wel op een andere manier behandelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1903

De Heraut | 4 Pagina's