GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Met ons is er meer”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Met ons is er meer”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijt sterk en hebt goeden moed, vreest niet en ontzet u niet voor het aangezicht des konings van Assyrië, noch voor het aangezicht der gansche menigte, die met hem is; want met ons is er meer, dan met hem. 2 Kron, 32 : 7.

De Joden te Jerusalem waren bang voor paarden, en banger nog voor strijdwagens met die geduchte paarden ervoor. Een paard is in den strijd zoo vreeselijk; een raspaard vecht mee. En in Judea had men ze niet. Judea lag in de bergen, en daar laadde men zijn vrachten op 't kameel, liet den ploeg door ossen trekken, en reed zelf op den ezel; daarginds een veel grooter en sterker dier dan bij ons. Met paarden streden de Egyptenaren, en meer nog de machtige legers uit derijken van Syrië, van Assyrië en van Babyion, en juist daarom was men te Jerusalem voor de legers dier gro3te mogendheden zoo bang. Salomo had in de lakte ook wel strijdwagens gebruikt, maar ie lagen in de v/agensteden: en sinds veriep dit corps. Ge weet het: Ook Jezus, als ion's koning, deed zijn zinbeeldigen intocht e Jerusalem niet op een strijdros, maar p het „veulen eener ezelin".

Zoo verklaart het zich, dat toen in Hiskia's dagen de wacht op den muurtoren te Jerusalem, bij het dagen van den morgen, de stadsmuren plotseling omringd zag door het heir van Sanherib, dat door de bergpassen was doorgebroken, den inwoners van Jerusalem de schrik om 't hart sloeg, straks nog verergerd door Rabsaké's hoonende taal.

Kort daarop is dat leger van Sanherib, door een ontzetting van Gods wege, weer van voor Jerusalem v/eggetrokken, en bleek dus de schrik geen grond te hebben. Maar hieraan ging iets vooraf. Jesaja was in Jerusalem; deze profeet had Hiskia in 'sHeeren naam aangegord met heiligen moed; en Hiskia had nauwlijks zelf het vertrouwen op zijn God herwonnen, of hij wist de bezieling, die hem zelf aangreep, ook in het hart van het volk over te storten.

Van een lijdelijkheid, die bij de pakken neerzit, en waant te moeten afwachten, wat de Heere gehengen zou, wist Hiskia niet af. lategendeel. „Zijt sterk, zoo riep hij hel volk, staande in de stadspoort, toe, „zijt sterk en hebt goeden moed, en ontzet u niet voor het aangezicht des Konings van Assyrië, noch voor het aangezicht der gansche menigte, die met hem is." „Want, zoo ging hij voort, „met ons is er meer dan met hem. MQÏ hem is een vleeschelijke arm, maar met ons is de Heere onze God, om voor ons onze krijgen te krijgen".

„En het volk, zoo volgt er dan op, steunde op dit woord van zijn Koning".

Al toog Sanheribs leger uit de Jordaanvlakte ook met paarden en vvagenen tot voor Jerusalem op, de psalmist had immers gezongen : „Het paard feilt ter overwinning en behoudt niet door zijn groote sterkte", en daartegenover: „Gods wagens boven 't luchtig zwerk zijn tien en tienmaal duizend sterk, verdubbeld in getale".

Dit nu keerde in aller hart den schrik in moed om. Sanherib machtig, aardsch zelfs zeer machtig, maar de Heere der heirscharen is hemelsch machtig. Geen geweldenaar op aarde die hem weerstaat.

En daarom, met ons is er meer, want Israël is het volk van Jehovah. Immanuël, God met ons !

Mvi, juist zoo is het nog.

Niet alsof „het volk" juist ónze kring ware. Hypocrieten bergt elke kring en zoo ook de onze, en ver buiten onzen kring, onder alle volk en tot aan de einden der aarde zal de Heere zijn verkorenen wel hebben. Maar een slagorde uit dat volk trekt toch uit en verschijnt in 't veld, zoo dikwijls er, waar ook, een krijg des Heeren wordt gekrijgd, een strijd des Heeren wordt gestreden. En dan merkt men ook nu nog telkens, hoe de schrik in 't hart slaat bij het zien op den geduchten weerstand, op den muur van macht waarop we stuiten.

Jezus vergeleek zijn getrouwen bij een hidde, bij een kleine kudde zelfs, met wolven er omheen. En al moge dit vooral op de benauwing in de eerste eeuw hebben gedoeld, in beginsel ging 't alle eeuwen en gaat 't nog door. Thans, ja, geen vervolgingen meer met het zwaard; en in naam alles Christelijk; heel Europa en Amerika tv/ee gedoopte werelddeelen! Zoo schijnt het. Maar nog altoos zijn ze o, zoo spoedig in elk land en in elke stad geteld, die hun ziel hebben overgegeven voor den Naam des Heeren Jezus. En dan is die kleine schare, log juist als in Paulus' dagen, „niet vele edelen, niet vele aanzienlijken, niet vele wijzen." In 't getal klein en schuilende positie. sociaal van

Zoo was het, zoo is het, en zoo zal 't blijven. We gaan niet onder. Zelfs komen we vooruit. Maar de finale overwinning komt eerst met de wederkomst van onzen Koning. En tot zoolang zal de Overste der wereld alle machtsvertoon tegen ons opstellen, en ons door het overweldigende van zijn dreiging blijven verschrikken.

Dan rolt het goud tegenover uw armoe, Uit posten van macht of eer verdringt men u. In uw bedrijf beloopt ge scha. Tot uw kinderen toe moeten 't meê ontgelden. Pamflet en Pers raast tegen u. De machthebbenden, hoe ook onderling gedeeld, zijn 't hierover eens, dat 't „fijne" gebroedsel teniet moet. De geleerdheid en wijsheid der wereld belacht u. En durft ge u nog in gemeene samenkomsten vertoonen, dan öl uw KTuisblazoen onder den mantel verborgen, of men overrompelt u met de macht van 't woord. Goud, gunst, genie, het keert zich alles tegen u. Ge moet dood verklaard tot ge zwijgt, tot ge u niet meer roert, tot 't gewapper van uw Kruisbanier niet meer wordt vernomen, endan, ja, zal 't „pais en vree" voor u zijn. Eer niet!

Dit verbijstert, en dan deinzen o, zoo velen. Immers men kan ook in stilte zijn God zoeken, dat niemand er van hoort. Zijn geloof kan men ook uitwerken in een teeder, liefdevol leven. Men kan in het weldoen der behoeftigen zijn eere zoeken. Eenzaam, met zijn God gemeenzaam, In 't hoeksken met 't boeksken. En dan trekt de brieschende leeuw, die omgaat, de nagels van zijn klauw in. Dan houdt de razernij van den drijver op. Dan worden, wat u aangaat, de paarden van Sanherib op stal gezet. En al wat „beschaafd" is, wijst op u als op een exemplair soort Cnristen.

Maar Jezus getuigde: „Wie mij belijden zal", is mijn. De eerste bede van het Onze Vader is: „Uw Naam worde geheiligd". En het Evangelie geeft dit als waarmerk : „Ze hebben mij vervolgd, ze zullen ook u vervolgen".

En daarom, voor dien Naam houden de getrouwen stand. Zij weten het, belijden kan men niet in 't eenzame en stille. Alle belijden moet overluid tegen de wereld ingaan. Maar het machtsvertoon, de dreiging, de slagorde waartegenover trouwe strijders staan, is zoo overweldigend. Nu vooral, nu die afgedeinsde Christenen aan den kant der ( wereld hun stand kiezen, soms zelfs dan als 't er op aankomt, om de Gideonsbende te verdenken in de oprechtheid van haar heilig bedoelen.

Daardoor krimpt hun getal dan nóg in, en het wordt voor wie stand houden nog banger, tot het geloof zijn gouden glans weer over hen doet opgaan, en het zwijgen van den angst zich weer in de jabeltaal oplost : „Met ons er is meer, want onze hulpe staat in den Naam des Heeren HEEREN." En dit niet, om als in de dagen van Sanherib op een wonder te rekenen. Die soort vronderen hoorden bij de Openbaring, en het verloop der Openbaring is thans voleind. Maar wel dit, dat ook nu de strijd op deze aarde slechts een uitvloeisel is van den strijd die, buiten deze aarde, in de geestenwereld wordt gestreden, door satan met zijn demonen als trawanten, tegen Christus met de heirscharen zijner engelen. En daarvan nu geldt het: Met ons is er meer! Of gij al gewond wordt en onderUgt, brengt de beslissing niet. Zoo sneuvelt de krijgsman op het slagveld, en wuift nog stervend zijn victorie behalenden veldheer tegen. En of wij si verschrikken voor de dreiging en het geweld, tegen Christus en zijn heirscharen is geen macht van demonen bestand. Hij feilt niet ter overwinning. En zoo lang we zijn kruisteeken op de borst dragen, weten ook wij, dat onze zaak in het eind zal en moet triomfeeren.

Mits, en daar hangt 't aan, mits u geen valsche lijdelijkheid bekruipe.

Het is zoo, het eindverzet tegen Babyion heeft de profeet afgekeurd. Voor eens, en omdat het eedbreuk was. (2 Kron. 36:13). En dit was een rechtstreeksch bevel van den profeet, gelijk er nu geen gebod meer komt. Wee daarom over hen, die dit woord toepassend op 'tgeen waar 't niet bij hoort, ook nu in lijdelijkheid wegzinken, en smalend den strijd hunner broederen aanzien!

Veeleer omgekeerd moet de geloofstaal: Met ons is er meer! in ons den moed, de geestdrift, de bezieling, tot op het hoogste aanvuren. Van de dagen van Jozua af, gaat aldoor in de Schrift tot Gods volk dit wachtwoord uit: Zijt sterk.

Zoo riep, op last van Jesaja, ook Hiskia het zijn volk toe: „Ztjt sterk, en hebt goeden moed. Vreest niet en zij er geen ontzetting, "

De engelen Gods, die onder Jezus strijden, strijden rusteloos door, blijven nooit stil, zijn altoos sterk, hebben altoos goeden moed, en die geest uit den Hooge moetHn ons varen. Vader, uw wil weschiede door ons op aarde, gelijk ze in den hemel door uw engelen geschiedt!

Slap zich aanstellen, zwak zijn, 'vreezen en sidderen is bezwijking van uw geloof.

Wie gelooft, en, zoolang hij geloolt, zijn geloof laat werken, is altoos sterk, vreest nooit en deinst nimmer.

Het geloof maakt wie zwak in zichzelf is, tot een held.

„Zoo ik niet had geloofd, ik ware vergaan. En daarom: Wacht op den Heere en zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken. Ja, wacht op den Heere!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1907

De Heraut | 2 Pagina's

„Met ons is er meer”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1907

De Heraut | 2 Pagina's