GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Noorwegen, Hoe de Gemeentefaculteit ontstond.

Elk jaar wordt da stroom vreemdelingen die naar Noorwegen vloeit, grooter. Wat trekt hen daarheen? In de eerste plaats, het eigenaardige feit dat men een reis in een bergachtig land doen kan door middel van een gemakkelijk en prachtig ingerichte salonstoomboot. Want dat is het geval. De heerlijk schoone Fjordland schappen zijn berglandschappen. In de tweede plaats vindt men nergens ter wereld zulk een afwisseling in het natuurschoon, zelfs niet in de Alpen, en daarbij is ook de eigenaardige geologische formatie van Noorwegen aantrekkelijk.

Wanneer men de natuur van dit wonderlijk schoone land wilde beschrijven zou men een dichter moeten zijn. En toch kan men er niet geheel van zwijgen, want men moet de natuur kennen om de menschen te leeren kennen en te verstaan. Hoe jammer dat het meerendeel der reizigers dit laatste niet zoekt te doen. Integendeel willen de vreemde bezoekers over het algemeen aan hunne eigenaardigheden in den vreemde vast houden; de Eogelschen gaan daarin voor. Een Duitscher klaagde: „hoe betreurenswaardig, dat een groep onzer landslieden tegenover het Noorweegsche volk staat zonder het te verstaan en het daardoor kwetst en zedelijk bederft."

Zoo dicht als in Noorwegen gletschers en weelderige plantengroei bijeen staan — men plukt vijf minuten van een groote indrukwekkende ijsrots, aan den oever van een ijskoude bruisende gletscherbeek, weelderig groeiende framboozen — zoo dicht bij elkaar vindt men geheel verschillende menschen. De stad Bergen moet men echter uitzonderen. Hare inwoners zijn klein van gestalte en levendig van geest, en kunnen niet tot de echte Noorwegers gerekend worden. Door de overheersching der Hansa kwamen er vele Duitsche elementen, dehavenbewoners, in wereldschen zin een levenslustig volk geworden, dat werkelijk van de andere Noorwegers verschilt, hetgeen uitkomt bij de promenadeconcerten en in het nachtleven. Het toenemend vreemdelingenbezoek werkt op de bevolking zeer schadelijk.

Afgezien van de inwoners van Bergen hebben wij niet alleen een onderscheid te maken tusschen de materialistisch aangelegde stedelingen en de phantastisch aangelegde boeren, maar ook tusschen de gegoede, welgedane bewoners van het Oosten en de menschen die in het onvruchtbare Westen worstelen, en weder tusschen de door hun beroep geharde visschersen de eenigszins gedrukte en gebogen rotsbewoners. Om dit onderscheid te leeren kennen, behoort men de taal van het land te verstaan.

Het meest boezemt ons de vraag belang in, onder welke geestelijke invloeden het volk staat.

Toen in 1536 de Noorweegsch-Deensche koning Frederik I van Sleeswijk-Holstein, Noorwegen, zonder dat er innerlijke behoefte aan gevoeld werd, reformeerde, werden kloosters en prebenden door den Staat genaast. Slechts enkelen schaarden zich om da mannen, die geestdriftige leerlingen van Luther waren, mannen die persoonlijk van den grooten hervormer onderwijs ontvangen hadden. Overigens bleven de Roomsche priesters naar den wensch van het volk hunne ambten uitoefenen. Men wilde ze lang zamerhand laten uitsterven, de superintendenten moesten er voor zorgen, dat zij die door den dood wegvielen, vervangen werden door Luthersche predikanten 1 In 1600 was de laatste Roomsche pastoor verdwenen, maar van den invloed van het Evangelie op het volk was nauwelijks eenig spoor te ontdekken. In de hoogescholen woonden de Theologie van Me^ lanchthon en het oude humanisme vreedzaam naast elkander. Toch nam de streng Luthersche Theologie van lieverlede de geesten in beslag. Onder Christiaan VI (1730—1746) werkten Duitsche piëtistische invloeden. Eerst in Petersen stond een oorspronkelijk Noorweegsch Theoloog op. Wijl hij een schitterend verdediger van de Christelijke religie tegen de vrijdenkers was, zag men over het hoofd, dat hij niet in alle stukken de rechtzinnige leer beleed.

Bisschop Heugh kan men als eén geharnast strijder voor de rechtzinnige belijdenis aanmerken. Nog van zijn ziekbed, dat zijn sterfbed worden zou, getuigde hij met kracht tegen het nieuwe rationalisme. Aanleiding tot den strijd, waartoe Heugh zich aangordde, was Harnack's „Wezen des jChristendoms", dat ook in Noorwegen instemming gevonden had.

Later ontstond de zoogenaamde professorenstrijd om de Sacramentsleer, waarbij de eene partij de wedergeboorte der kinderen in den doop bepleitte en ook de werkelijke lichamelijke tegenwoordigheid van Christus bij het Avondmaal verdedigde, hetgeen door een minderheid werd bestreden.

De derde en laatste academische strijd werd uitgelokt door voordrachten van den predikant Konow te Bergen.

De voornaamste strijd ontstond, doordat er een professorale zetel aan de universiteit van Cfaristiania vacant werd. Volgens de gewoonte in Noorwegen solliciteert men naar een professoraat en behoort men met hem, die ook daarvoor in aanmerking komen wil, als het ware op het terrein der wetenschap te concurreeren. Bij dezen strijd over den eerepalm, werd aan Ording de overwinning toegekend, terwijl Bugge beneden hem werd geplaatst. Doch Ording was om zijn afwijkende gevoelens onaannemelijk. Bij een nieuw uitgeschreven strijd behaalde Ording weder de overwinning op zijn concurrent Ihlen, die tot de positieve Godgeleerden gerekend moet worden.

De overheid stelde ten slotte toch Ording als hoogleeraar aan; maar om de tegenpartij te bevredigen, werd ook Ihlen tot hoogleeraar d benoemd.

Ording en Ihlen waren van jongsaf met m elkander bevriend. Aan de Universiteit was Ihlen de meer radicaal-moderne geweest, doch door eene bijzondere leiding Gods in zijn leven, moest hij zijn modern standpunt laten varen en kwam hij lijnrecht tegenover zijn vriend te staan.

In dezen strijd zocht de hoogleeraar Odland de benoeming van Ording te voorkomen, door de verklaring, dat als men Ording benoemde hij zijn professoraat neerlegde. Toch werd Ording de man en Odland ging heen. Ording is een voorstander van de denkbeelden, welke in de Christliche Welt bepleit worden. Menschen die er over oordeelen kunnen, zijn van gevoelen, dat hij te jong hoogleeraar geworden is, en ook niet berekend is voor de taak die hem op de schouders gelegd werd. Daaruit en uit zijn gebrek aan welsprekendheid verklaart men den betrekkelijk geringen invloed, die van hem uitgaat. Jammer dat-Ihlen hem in deze niet overtreft.

Meer kracht gaat' er uit van den predikant Konow te Bergen. Diens program luidt: „Voor het geslacht van dezen tijd moet een nieuwe zedelijk godsdienstige gedachtenwereld gegeven worden, niet door kunstmatige opwekkingen die geen vrucht opleveren, maar door het stille doordenken van het Evangelie". Omdat bijzijn denkbeelden aan de Duitsche modernen als Harnack ontleende, geldt tegenwoordig het woord „Duitsch" voor een smaadwoord in Noorwegen. Evenzoo wordt met „Engelsch" al datgene aangeduid, wat op christelijk terrein zich als ongezond openbaart; het spreken in tongen noemt men in rechtzinnig-kerkelijke kringen uit Engeland en Amerika geïmporteerd. De kerk zag dit verschijnsel met wantrouwen aan; zij bestreed het niet, maar deed alsof het er niet was. Tegenwoodig zijn zij die in tongen spreken, bijna uitgestorven. Doch zij schijnen in het zuiden van het land weer te herleven, maar met gevaarlijke bijverschijnselen.

De strijd dien Konow uitlokte, gaat over de stukken van de geboorte van Christus uit de maagd Maria, en van de lichamelijke opstanding van Christus. Beide heeft de prediker van Bergen geloochend, echter alleen als gevolgtrekking van zijn opvatting van het Christendom. Hij wil er eigenlijk liever niet over strijden, maar zijn bestrijders lokten hem uit zijn tent; in de prediking laat hij er zich niet over uit, dat hij genoemde twee fundamenteele stukken loochent. Hij bestrijdt de orthodoxie alleen, omdat hij meent, dat zij niet meer in staat is, de beschaafden en ontwikkelden te boeien en den afval der arbeidende klasse te verhinderen. De orthodoxie heeft volgens hem het ethische element in het Christendom verwaarloosd en is vastgeroest in zekere denkbeelden van den ouden tijd. Beide kringen zijn van de kerk vervreemd en voor beide wil hij nieuwe banen zoeken.

Zijn partij is onder de Godgeleerden zeer klein; alleen Ording steunt hem. Zijn aanhang onder de beschaafde kringen van Bergen is daarentegen groot. Het kerkbestuuur zou Konow wel willen afzetten, doch alleen de Koning kan dit op voordracht van den minister van eeredienst doen, en deze durft dit niet aan, omdat het parlement er niet vóór is dat iemand om afwijking in de leer afgezet wordt. Toen het kerkbestuur Konow als lid van het schoolbestuur ontsloeg, benoemde de magistraat der stad Bergen hem in datzelfde lichaam als een zijner designaten.

De strijd om de waarheid trad verleden jaar een nieuwe phase in, door de oprichting der „Menighedsfakultet", of Gemeentefaculteit.

Professor Odland had zijn ambt als hoogleeraar aan de Staatsacademie neergelegd, omdat hij meende het niet te kunnen verantwoorden dat hij lid was van een faculteit, waarin een lid gevonden werd, die zich als modernist openbaarde. Daarbij liet hij het niet. Hij doorreisde het land om het volk op te wekken mede te werken tot het oprichten van eene faculteit op den grondslag der Luthersche belijdenis. En zijn werkenbleef niet zonder gevolg. De faculteit kon den 3 den September 1908 geopend worden. Het volk had voor deze instelling 115.000 kronen geofferd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's