GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

In 2 Kor, 12:2 wordt door den apostel Paulus gesproken van een derden hemel. Wat kan dit beteekenen, daar er toch maar één hemel is?

De tekst hier bedoeld luidt: „Ik ken een mensch in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zoodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel.”

De steller van deze vraag vergeet, dat het woord „hemel" — 't welk eigenlijk overdekking of dak beduidt — in de Schrift en ook in hetgewone leven meer dan één beteekenis heeft. Als ik zeg: „de hemel ziet rood", gebruik ik het woord in een geheel anderen zin, dan als ik lees: „Onze God woont in den hemel”.

Men onderscheidde den hemel der wolken, den sterrenhemel en eindelijk den hemel der hemelen, den hoogsten hemel, de plaats waar de Heere God Zijn troon gevestigd heeft, 't Is die hemel, welken Paulus den derden noemt. (Als we in de Openbaring lezen van een „eersten hemel", dan beduidt dit den voor ons zichtbaren en nu bestaanden, die eens vergaan zal en in wier plaats God een nieuwen scheppen zal.

Kan men ook, zoo vraagt W. G., eenigszins nagaan, hoe groot de bevolking van het Joc^sche land in oude tijden is geweest, b.v. in vergelijking met een land van onzen tijd?

Het zou natuurlijk eerst noodig zijn aan te geven welken tijd men bedoelt. Immers het

maakt een groot verschil of men Israel bedoelt tijdens Jozua (1450 v. Cbr.), onder David (1050) of tiidens Nehemia (450).

We weten dat David het volk liet tellen, althans bijna het geheele volk. £r bleken toen te zijn 1.300.000 strijdbare mannen. Volgens de gewone berekening der bevolking zou dan heel Israel meer dan 5 millioeu zielen sterk zijn geweest. Daar nu het Joodsche land ongeveer zoo groot was als Nederland, moet het toen ook nagenoeg even dicht bevolkt zijn geweest als nu ons vaderland. Thans telt Palestina vermoedelijk nog geen millioen inwoners.

Was, vraagt H. R, te N. P., de Moorman genoemd in Hand. 8:27 zwart?

Moet men dien Moorman tot denzelfden volkstam beschouwen te behooren als de Mooren, die zeÜs later tot Spanje toe doorgedrongen waren?

Wij lezen in Hand. 8:27: En hij stond op en ging henen; en zie, een Moorman, een kamerling, een machtig heer van Canddcé, de koningin der Mooren, die over al haren schat was, welke was gekomen om aan te bidden te Jeruzalem".

Het land der Mooren was Ethiopië, ongeveer wat thans Nubië en Abessynifi heet. Het ligt ten zuiden van Egypte, waarheen de kamerling dan ook zijn weg richtte. Candace was de titel die alle vorstinnen der Mooren droegen. Van deze Mooren lezen we vaak in de Schrift, als van een zeer talrijk en strijdbaar volk. Zij waren zwart, zeer zwart zelfs, gelijk mede uit den Bijbel blijkt. Ook de kamerling zal een zwarte huidkleur gehad hebben.

De naam Mooren werd ook later toegepast op de bewoners der geheele Noordkust van Afrika, die men Muritanië d. i. Moorenland noemde. Thans heeten deze streken Tripoli, Algiers, Marokko, et^. Na den dood van Mohamed drongen de Arabieren in Egypte en N. Afrika door, en veroverden het. Nog later staken zij uit Afiika over naar Spanje en namen ook dat in bezit. Daar zij nu uit Moorenland kwamen noemden de Spacjaarden de vreemde indringers Mooren, schoon het eigenlijk Arabieren waren. Natuurlijk kunnen er ook tal van Mooren in hun leger zijn geweest.

Doch op de tweede vraag hier gedaan moet het antwoord luiden: hoogstwaarschijnlijk niet. Abessynië, het eigenlijk Moorenland, is zelfa nu nog, althans in naam, een christelijk rijk, dat zich tegenover de Mahomedaansche Arabieren heeft weten staande te houden.

De naam „Mooren” voor de bewoners van Noord'Afrika is door vele tolken overgenomen. Als onze vaderen van de Mooren spreken be doelden zij veelal de bewoners van Algiers of van Marokko.

Wat beteekent het, vraagt S. te R. als men in de bladen van Turkije leest, en er wordt gesproken van het Vaandel van den profeet? Is dat de Tark: che vlag?

Het „Vaandel van den profeet" heet eigenlijk „het edele vaandel" (Sandjak Sherif). Volgens de Turken is het afkomstig van den profeet Mohamed en het wordt als iets bijzonders eu heiligs ieder j^ar in de maand der vasten, Ra madan, dat is de 9e maand van het Tuiksche jaar, aan het volk vertoond.

Men hecht aan dit vaandel groote beteekenis. Wanneer de Godsdienst of het Rijk in zeer groot gevaar verkeeren, moet het vaandel in het leger worden gebracht. Geschiedt dit dan is elk Mahomsdaan in het Rijk, die de wapens kan voeren, verplicht op te komen tot den strijd voor land of geloof. Dit komt natuurlijk slechts zeldec voor. Het moet in den loop der eeuwen nog slechts éénmaal gebeurd zijn, en wel in 159S onder Sultan Moerad. Toen bracht echter dit vandel niet veel heil, daar de Turken de nederlaag leden. Zelfs was het heilige vaandel bijna verloren gegaan.

We sluiten hier met de vraag van onzen lezer D. N. die gaarne weten wil waarom zekere vruchten „komkommers" heeten. „Dit zal toch wel niets met kommer hebben uit te staan”.

Neen zeker niet, al kan de „komkommertijd" sommigen menschen wel eens kommer brengen.

„Komkommer” is afkomstig van het Latijnsche woord cucumis, dat in de verbuiging een r krijgt. Dat er een m is ingeslopen is iets wat bij meer woorden voorkomt in onze taal, die voor het gemak in de uitspraak soms letters invoegt. Zoo zeggen we ook komfoor, schoon dat woord gcormd is van het Fransche «^^«Zfoir, (d. i. een warmtoestel) en dus geen m moet hebben. Ia de platte uitspraak hoort men ook vaak pampier voor papier, enz.

CORRESPONDENTIE.

Voor de beantwoording der vragen van H, te K. is in dit nummer geen plaats meer. Ze komen weldra aan de beurt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's