GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOR EN NA EEN WOELIQEN PAASCHDAG.

III.

OP APRIL ZES, VERLOOR ALVA ZIJN FLESCH I

Zoo spreekt de heer Van Erpt en een man uit den hoop, niet bijster wel bij het hoofd, vraagt hem: „Mag er een vaatje bier af, zoo ga ik een stuk geschuts van den wal afsteken en onder de schepen boren 1" Dadelijk geeft Van Cuyck hem twee daalders en wenscht hem goed geluk. Door menigeen gevolgd beklimt de zwakzinnige het bolwerk, doch het kanon aldaar is vernageld I Velen slaan thans met hem de hand aan het werk en maken het zware stuk, dat op het Ronddeel staat schietvaardig, anderen loopen intusschen om kruit naar het tuighuis, doch vinden dit goed gesloten. Geen slot of grendel is evenwel bestand tegen de krachtige slagen van moker en bijl, houweel en stang, in allerijl uit werkplaats of woning gehaald; de opengerammeide deur geeft spoedig gelegenheid het stuk met kruit en kogel te laden en 't wordt, onder luid gejuich der dicht opeengepakte menigte, op de schepen gelost.

De kogel slaat in het water, dat schuimende tot halverwege de masten opspat en over een schip heenslaat.

Zulk een welkomst viel den Spanjaard nog nergens te beurt 1 Angelo, de bevelhebber, weet niet hoe hij het heeft, doch beveelt de zeilen te strijken, en door het vallende water belet terug te keereu, zendt hij een soldaat zwemmend naar land, om te vernemen wat er gaande is.

Men laat den zwemmer aan wal komen, zegt hem, dat men geen Spacjaarden in de stad wil hebben en brengt den man, dis verklaart, dat Angelo, als het water in den namiddag weer wast, zal afzakken, in een roeiboot naar zijn boord terug.

Het volk ging dus niet in arrenmoede te werk, zooals men het wel doet voorkomen. Neen, men luisterde naar de mannen van beleid en gezag, die zich onder de menigte bevonden. Werkelijk zakten de schepen met het wassende water naar Middelburg af.

Een aanzienlijk bezoeker brengt het namiddaguur te Vlissingen. Terwijl Jan Alman zijn rapier haalt en de meeste burgers zijn voorbeeld volgen door zich te wapenen, strekken enkele foeriers, begunstigd door de beroerte, de poort uit en begeven zich naar Middelburg, waar zij den gouverneur van Zeeland, heer Anthonie van Bourgondië van Wackené-Capelle, melden wat er in Vlissingen gaande is. — Nogdenzelfden Paaschzondag luidt de klok van het Raadhuis en wordt de burgerij van Vlissbgen opgeklept, om naar geen burgemeester, schout, baljuw, noch schepen te komen luisteren, maar naar den heer gouverneur in eigen persoon.

Grooten dunk heeft heer Anthonie van zijn welsprekendheid. In een rederijkskamer zou die ongetwijfeld veel indruk hebben gemaakt, maar zij miste beden voor dit gehoor haar uitwerking.

„Poorters en inwoners van Vlissingen, maakt uw dwaasheid ongedaan, laat de afgezonden vendels nog binnenkomen; de Hertog zal tevreden zijn en Z. M. zal uw onbezonnen daad u niet ten kwade duiden, hij is toch de goedertiereaste vorst der Christenheid" ...

„Daarom liet de Koning Egmond en Hoorne, zijn trouwe dienaars onthoofden", zoo viel Van Cuyck den gouverneur in de rede.

„De Koning zal rekening er mee houden, dat gij u tot oproer hebt laten verleiden en u zeer genadig behandelen"....

„Getuige al de vonnissen van den Bloedraad 1" klonk het nu luide over het marktplein.

Door deze uitvallen van Jan van Cuyck aangevuurd kwamen meer tongen los en werden Anthonie's spitsvondigheden telkens weersproken.

„In Vlissingen heeft men u altijd zeer genadig behandeld, nooit vergeten dat gij vrije poorters zijt en u die vrijheid in alles gegund, zelfs op het punt der Nije Leer...."

„Daarom , werd de eerzame Dirk Mieuwesz verleden jaar hier op deze zelfde markt levend verbrand, heer Anthonie".

Luide bijvalskreten bemoedigden denlaatsten spreker en beletten den heer gouverneur soo dadelijk zijn rede te hervatten.

„Maar VJissingers, zoudt gij om dien éenen man in uw verderf loopen ? Bedenkt u wel, de Walen, die hier liggen, hebben u geen overlast aangedaan, waarom zouden de Spanjaarden zulks doen? "

„Ze moordden en brandden na Jemgum, overal in de Ommelanden, waarom zouden ze het hier laten ? "

„Maar poorters ik, uw gouverneur, ik sta u borg, dat gij niets zult te lijden hebben als gij....

„Luistert niet naar zijn lammeren tong om u aan de wolven over te leveren, mannen 1" riep Van Cuyck met kracht hierop uit.

„O poorters, burgers, mannen, gij allen 1" (riep ten laatste de teleurgestelde redenaar uit, die zich al minder verstaanbaar kon maken), „Vlissingers, gij weet niet wat gij doet. Uw bloed zij op uw eigen hoofd, de verantwoordelijkheid op uw eigen harten, voor de vuren die uw stad ïuUen verteren, voor de verwoesting die het geheele eiland zal treffen, ik hebu..."

Zijn: „gewaarschuwd", was niet.meer te verstaan; de geheele menigte brak los in allerlei kreten en uitroepen; men jouwde hem uit en heer Anthonie van Bourgondië verliet beschaamd en bevreesd den hoogen stoep van het Raadhuis, en zocht langs een omweg zijn toevlucht op een der schepen op de ree, waarmee hij Middel­ e burg bereikte.

De gouverneur had de gelegenheid goed benuttigd om te zien, dat de Vlissingers vast besloten, van wapenen voorzien en niet gemakkelijk te leiden waren. Toch beoogde het volk geen regeeringloosheid, noch wilde het zich verrijkeii; de leiders verlangden niet te regeeren; neen! niets van dit alles; men verlangde alleen: geen onderdrukking, geen buitenlandsch geweld, geen vernietiging van elks bestaan door het heffen van den tienden penning. Men eischte slechts het handhaven der door Filips bezworen privilegiën en geregeerd te worden door diens wettig aangestelden stadhouder, den prins van Oranje.

Jacob de Zwijger, Jan de Moor, Jacob Langestrate en Gelein, Gillisz. Leest, worden dienzelfden namiddag tot burger-kapiteinen benoemd; en vóór de schemering valt onder hun aanvoering met het slechten der citadelmuren begonnen, waarvan de bouwstoffen behoorlijk opgeborgen worden, nadat men een gedeelte tot herstelling van den afgebroken muur bezigde. Ook Ui men dienzelfJen Paaschzondag een klein oorlogsvaartuig als wachtschip op de Schelde, en toen had men alles verricht wat tot voortzetting van de bevrijding der stad kon dienen en waardoor men tegen een eersten aanval zooveel doenlijk gedekt was.

Heel Vlissingen legde zich, nadat de wachten bezet waren, ter ruste met een gevoel van veih'gheid en vrede, terwijl velen God dankten, die in zijn genade onverwacht verlossing schonk van de gedreigde komst der dienaren van den Spaauschen Farao.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 augustus 1911

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 augustus 1911

De Heraut | 2 Pagina's