GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dnitschland.Droeve kerkelijke toestanden in Berlijn.

Aan de rechtzinnige leden van de 13de Brandenburgtche Provinciale Synode werd op het eind van het vorige jaar een verzoek gericht door de positieve „Parochial-vereine" van vijf gemeenten in Berlijn en een gemeente in Cbarlottenburg, om „de noodige stappen te doen teneinde de rechten der geloovige minderheid te verzekeren, aangezien het theologische radicalisme niet enkel door Ttaub en Jatho voorgestaan wordt, maar onder de predikanten in de gemeenten zeer verbreid is". Dit verzoek wordt op de volgende wijze gemotiveerd. In de Tiiniteitsgemeente is, nadat de predikant Andreae verplaatst werd, geen leeraar meer aanwezig, waarin het geloovig deel der gemeente vertrouwen stelt. In de Adventsgemeente zijn de drie predikanten de liberale richting toegedaan. De Zwingli-gemeente is door liberale gemeenten omgeven. Nadat de predikant Romberg, deeenige geloovige predikant van de genabuurde Andreasgemeente, Berlijn verlaten heeft, verloor het geloovige deel dier gemeente de eenige gelegenheid om bij een rechtzinnig predikant ter kerk te gaan. De twee predikanten dier gemeente knnnen ben, die nog prijs stellen op de belijdenis hunner kerk, niet stichten. Men was genoodzaakt voor he.t houden van godsdienstige samenkomsten een zaai te huren; welke bijeenkomsten druk bezocht worden. In de Marcusgemeente heeft men dit voorbeeld gevolgd, en in andere gemeenten zal men hetzelfde gaan doen. Maar dezen weg bewandelt men alleen noodgedrongen en daardoor wordt in de behoefte aan catechetisch onderwijs niet voorzien. De predikant Sylvester van de Pfingstgemeinde schreef:

„Aan den ondergeteekende werd sedert jaren i door ouders uit de Adventsgemeente verzocht e hunne kinderen catechetisch onderwijs te geven. s Een moeder zeide daarbij: „Het is niet te gelooven, welke denkbeelden mijn jongen door bet catechetisch onderwijs van den heer N. N. mede naar huis brengt". Een andere mosder voerde bij haar verzoek aan: „ik heb twee tonen door een liberaal predikant laten inzegenen, nu wil ik tenminste mijne dochter laten onderwijzen in de leer, waarin ik opgevoed ben", In het geheel zijn zo dergelijke verzoeken uit de Adventsgemeente tot mij gericht. Mijn mbtsbroeder Weiszenborn verkeert in hetzelfde geval als ik, en ik verneem hetzelfde van positieve predikanten van de Immanuel-en de Birtbolomeuskerk. Dit alles bewijst dat ouders, die op den bodem der belijdenis staan, in hooge mate bezwaard zijn door het feit, dat in naam en op autoriteit van de Kerk, het geloof der Kerk, waarin de ouders hunne kinderen willen opvoeden, den kinderen ontnomen wordt. Of voor het catechetisch onderwijs geloovige bulppredikers moeten gezocht worden, of dat men andere middelen zoeken zal om in de e wh bestaande behoefte te voorzien, laat ik vol ertrouwen aan hoogere beslissing over".

De positieve fractie van de 13de Brandenburgsche provinciale Synode heeit dit verzoek „ernstig" besproken, en daarop besloten het iet aan de Synode over te brengen. Het argument at daarbij aangevoerd wordt, is, dat, indien en de geloovige minderheden in eene liberale emeente wil beschermen, men om der gerechigheid wille ook voor de liberale minderheden n geloovige gemeenten hetzelfde moet doen, n dit zou een gevaar voor de landsketk pleveren! Alsof in de Kerk des Heeren aan geloof n ongeloof, belijdenis en bestrijding van hetgeen en Christen dierbaar is, gelijke rechten moeten worden toegekend

Ten slotte wordt de raad gegeven, op den a weg van „zelfhulp" voort te gaan; men moet, n o en deele met hulp van de Berlijnsche Stads­ b ending, er voor zorgen, dat de geloovige n inderheden in kleine kringen samenkomen, erwijl vooral het houden van huisgodsdienstefecingen warm aanbevolen wordt.

Het komt ons voor, dat de rechtzinnige leden er Provinciale Synode de Kerk niet zouden chaden, wanneet zij op die vergadering met llen nadruk den eisch lieten hooren, dat de emeente tegen de ondermijning van haar geloof oet beschermd worden.

Chiaa. Een wonderdadige eer.

Elf jaar geleden werd geheel Noordelijk China edegesleept in den opstand van de Boxers, en u worden opnieuw de fundamenten van het hineesche rijk geschud door een revolutionaire eweging, waarvan niet met zekerheid kan geegd wordea waartoe zij leiden zal, al wordt et steeds waarschijnlijker dat de Mantsjoe-dyastie zal verdrongen worden door een repulikeinschen regeeringsvorm.

Maar bij al de verwarring en onzekerheid pringt één feit in het oog, namelijk, dat sedert 1900 de Chineezen de vreemdelingen met geheel ndere oogen zijn gaan bezien,

In 1900 scheen het, dat alle krachten van het hineesche volk werden ingespannen om alle onnectie met de Westersche volken af te snijden, lle buitenlanders te verdelgen en datgene wat reemdelingen tot stand gebracht hadden, te ernietigen, In die dagen moesten in de stad ai-yuan-fu zes en veertig Europeanen en Ameikanen hun leven voor de zaak van Christus verliezen, terwijl het door hen gestichte en beiende hospitaal en andere gebouwen met den rond gelijk gemaakt werden, en over geheel ooid-China hst geroep van moord en vervolging werd gehoord. Dit wai in 1900, en hoe Is het nu?

iriirittlit In de maand December had weder in Talyuan fa een vreeselijke moord plaats, doch toen daarbij vier Europeanen, tegen den wil der opstafdelingen, werden verwond, brachten de rebellen dezen naar het hospitaal om goed verzorgd te worden. Welk een verbazende verandering 1 Etiropeanen en een Zendingshospitaal te zamen onder de bescherming der ie sutgenten!

Dit is van den Heere geschied en het is wonderlijk in onze oogen. Kennelijk is de groote verandering in China te danken aan de verhooring van het gebed van vele Christenen die gevoelden van welk uitnemend belang het zijn zou, als het reusachtige Chineesche rijk doortrokken worden kon van de leer van het Evangelie, Wie had ooit kunnen denken, dat in zulk een onbegrijpelijk korten tijd in het schijnbaar onbewegelijke Hemelsche rijk zulk een ommekeer zou kunnen plaats hebben, dat er öf een constitutioneele monarchie, öf een republiek door staat geboren te worden.

Rusland, Uit Lij f land.

Uit het jaarverslag van den Generaal Superintendent van Lijflznd blijkt het, dat sedert de Staat het monopolie van het fabriceeren van brandewijn tot zich heeft getrokken, het gebruik van dit vocht van jaar tot jaar is toegenomen. Een verblijdend teeken is, dat de werken der barmhartigheid vermeerderden, terwijl ook de kerkelijke collecten toenaven.

De vraag wordt in het verslag gesteld, hoe men arbeiden moet om de led%é kerken weder gevuld te zien. De Generaalsuperintendent geeft daaromtrent de volgende wenken: „Ledige kerken moeten ons brengen tot gebed en tot een ernstige voorbereiding tot de prediking. Het is zeker de rechte weg, dat de predikanten, bij hun pogingen om tot verbetering te geraken, bij zich Zelven aanvangen en zich daarbij .afvragen, waarin zij zelf zijn te kort gekomen en hoe zij voortaan anders en beter zullen doen. In dit opzicht is het leerrijk wat een predikant mededeelt omtrent den weg dien hij insloeg om de menschen weer naar de kerk te lokken. In de dagen na de revolutie had hij zich beijverd zijn preeken een moderne tint te geven, door de vraagstukken van den dag op den kansel te bespreken. Hij hoopte op die manier hen die van de kerk vervreemd waren, weder te winnen. Maar het begeerde gevolg bleef uit. Toen heeft hij zijn moderne preekmanier laten varen, hij begon weder op de oude manier te prediken en de gemeente datgene te bieden wat het zosdaarshart noodig heeft, en ziedaar, de kerk werd weder gevuld en is tegenwoordig even propvol als voor de roode dagen".

Uit het verslag omtrent de verhouding tot andere kerken is te zien, dat bijzondere conflicten met de Staatskerk niet voorgekomen zijn. „Was men aanvankelijk zeer benieuwd, welke gedaante de in het Keizerlijk manifest toegezegde godsdienstvrijheid door de behandeling n de Doema zou krijgen, men is nu deels in de stemming van rustig afwachten, deels in die van zekere berusting gekomen. Inmiddels hernneren bijzonder gecompliceerde gevallen, die en niet onder rubrieken van de voorloopig eldende regelen brengen kan, en toch in een zin en geest daarin gedrongen worden, welke n strijd is met het Keizerlijk manifest, dat en zuivere regeling der confessioneele vraagtukken nog op een wettige regeling wacht".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's