GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het vraagstuk, hoe de

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vraagstuk, hoe de

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vraagstuk, hoe de Zending kan medewerken om de Javaansche Kerken te Institueeren, is zeker van zoo hoog belangvoor de toekomst van Indië, dat daaraan wel de volle aandacht onzer Kerken mag geschonken worden.

Volkomen terecht heeft Ds. W^ers er dan ook op gewezen, dat wat thans te Djocja gebeuren zal, wel door de andere zendingskerken gevolgd zal worden en we hier dus met een principieele bellssing te doen hebben. Amsterdam, dat met zoo krachtige hand den Zendingsarbeid te Djocja aanpakte, dat hier voor 't eerst de vraag opkwam, hoe een Javaansche gemeente geïnstitueerd kon worden, heeft thans reeids een beslissing te nemen; maar de andere Kerken In ons land, die mede aan den Zendingsarbeid in Indië deelnemen, zullen vroeger of Uter voor dezelfde vraag gesteld worden. Volgde hlerb^ elke zendende Kerk haar eigen methode, dan zou dit licht tot groote verwarring kunnen leiden. Daarom is publieke bespreking van dit vraagstuk broodnoodig, opdat onze Kerken behoorlgk worden voorgelicht en er zekere eenparigheid van gedri^sl^n kunne komen. In zooverre heeft Ds. W^ers een goed werk gedaan, met de aandacht van het publiek op deze zaak te vestigen.

Voordat we op de bezwaren van Ds. Wijers nader ingaan, dient echter eerst een vergissing hersteld, waaraan we ons een vorig maal schuldig maakten. Het advies, waarnaar de Amsterdamsche Eerkeraad handelde, was niet, geligk we meenden, uit Indië zelf afkomstig, maar van een Commissie uit Holland, bestaande uit Prof. Dr. F. L. Rutgers, Ds. B. van Schelven, Ds. D. Bakker en Ds. W, Breukelaar. Intusschen doet dit tot de zaak weinig af. Eer zal het feit, dat de namen van deze hooggeachte broeders onder dit advies staan, wel den Indruk versterken, dat dit advit's heusch kerkrechtelijk niet zoo verwerpelijk is, ab Ds. Winers meende. En wie de opmerking zou maken, dat deze Commissie bestaat uit personen, die, hoe uitnemend hun kennis van het Kerkrecht moge wezen, toch minder goed op de hoogte zgn met de eigenaardige toestanden in Djocja, vergeet, dat In deze Commissie ook zitting had Ds. Bakker, die j& ren lang in Djocja heeft gewerkt, beter dan iemand met den toestand daar bekend is en aan wiens voorzichtig en bezadigd oordeel Ieder In Indië en in ons land groote waarde hecht. Al mag nu het gezag van de namen, die onder dit advies staan, voor ons niet beslissen, omdat de uitnemendste dwalen kan, toch voelt Ieder, dat er wel zeer gewichtige en afdoende argumenten moeten aangevoerd worden voordat onze Kerken zouden gelooven, dat mannen als Prof. Rutgers en Ds. van Schelven, die in ons land met woord en gescluift een str^d op leven en dood hebben gevoerd tegen de hiërarchie, thans plotseling zelf veranderd zouden zi^n In aanbidders van de hiërarchie en deze In Indië zouden willen Invoeren, zooals Ds. Winers ons wil doen gelooven.

Metterdaad is hiervan dan ook geen sprake, gelijk we een vorig maal reeds hebbien aangetoond. Indien de Kerkeraad te Amsterdam in werkel^kheid zwanger ging van het booze plan om de Javaansche Kerk te Djocja voortdurend onder haar suprematie te houden, dan zou Ds. Wgers' protest tegen zulk een hiërarchische aanmatiging b^ ons ten volle weerklank vinden. Maar dit is niet zoo. De bedoeling van den Kerkeraad te Amsterdam Is geen andere, dan om op den duur te Djocja een geheel zelfstandige Javaansche Kerk in het leven te roepen, die door haar eigen ambtsdragers zal geregeerd worden en waarover de Kerk te Amsterdam dan niets zal te zeggen hebben. Wat den Kerkeraad te Amsterdam bewoog hiertoe nog niet terstond over te gaan, was dat hij op gezag an degenen die Djocja kennen, betwijelde, of de daar te stichten gemeente hans reeds r^p zou wezen voor zulk en autonomie. En om de gemeente te Djocja nu allengs tot deze zelfstandigheid op te voeden, wordt thans reeds als overgangsmaatregel voorgesteld, naast den isslonairen Dienaar te Djocja enkele uderlingen en diakenen te kiezen, die on­ er leiding en toezicht van de Kerkeraad te Amsterdam te Djocja hun ambt zullen uitoefenen. Zoodra men het besluit van den Amsterdamschen Kerkeraad In dit licht beziet, valt heel het bezwaar van Ds, Wijers weg, alsof de Kerkeraad van Amsterdam zich een hiërarchische macht zou willen aanmati< gen. De zaak staat juist pmgekeerd zóó, dat de Kerkeraad van Amsterdam, die op dit oogenblik nog alle macht In Djocja uitoefent, door enkele ambtsdragers te Djocja te kiezen, reeds een deel van deze macht aan de gemeente van Djocja wil overdragen. Het verwet van hiërarchie is dus even onrechtvaardig als wanneer men een vader, die z^n allengs grooter wordenden zoon zekere zelfstandige rechten gaf, om hem voor te bereiden voor zqn geheele mondigverklarlng, ten laste ging leggen, dat deze vader een tyrannieke macht over zi^n kind usurpeerde. Ook het beroep vanDs. Wqers op Voetius, met wiens zendingsleer hij nader kennis maakte door de uitnemende dissertatie van Dr. van Andel, gaat daarom ten eenenmale feil. Voetius heeft zeer zeker met klem en nadruk verdedigd tegenover de Roomsche juristen, dat een zendende Kerk niet voor goed en altoos over de door haar gestichte kerken een recht van zeggenschap blijft liehouden. Volgens de Roomsche Canonic! zou de zending uit Rome als moederkerk zijn uitgegaan ^en zouden daarom |de verschillende kerken In Spanje, Italië, Frankr^k, Engeland, Dultschland en Nederland voor altoos verplicht wezen, aan deze „moederkerk" gehoorzaamheid te bewgzen. Daartegenover stelt Voetius, dat een Kerk, zoodra ze volledig geïnstitueerd is, volkomen autonoom kan optreden en dat van eenige verdere afhankelgkheid van de moederkerk daarna geen sprake meer Is. Wat heeft nu deze controvers met de Roomsche juristen temaken met het onderhavige geval ? De Kerkeraad te Amsterdam denkt er geen oogenblik aan, uit het fsit, dat z^ de Kerk te Djocja of elders stichtte, een Goddel^k recht te distilleeren, dat deze dochter-kerken bl^vend aan haar gezag, haar belijdenis en liturgie zouden gebonden zi^n. Hij wil op den duur deze dochterkerken juist volkomen zelfstandig maken en deed thans reeds een eersten stap, die tot deze zelfstandlg-verklarlngleiden moet, Het argument aan Voetius ontleend, berust dus niet anders dan op misverstand.

Ook de beide andere argumenten, door Ds. Wijers aangevoerd, sneden evenmin hout. Het eene argument is, dat volgens ons Gereformeerd Kerkrecht een Kerk een plaatsel^ke openbaring is van het lichaam van Christus, elke gemeente derhalve aan zekere plaatselijke grenzen is gebonden, en ze claarbuiten geen zeggenschap kan uitoefenen. Hiermede hangt dan het tweede argument saam, dat de ouderlingen en diakenen een plaatselijk ambt hebben en bijgevolg een ouderling van den Kerkeraad van Amsterdam niet als zoodanig In een andere Kerk dienst kan doen. Hieruit wordt dan afgeleid, dat de Kerk van Amsterdam derhalve bepaald zou z^n bianen de plaatselijke grenzen van Amsterdam en dat ze noch leden noch ambtsdragers bulten de grenzen dezer plaatselpe Kerk zou kunnen hebben. Sch^nbaar sluit deze redeneering als een bus en Is daarmede het besluit van den Amsterdamschen Kerl^eraad voor de vierschaar der kerkrechtel^ke Gereformeerde beginselen geoordeeld. Intusschen berust ook hier de conclusie weer op een geheel onjuiste opvatting van wat met deze kerkrechtel^ke beginselen, waarop Ds. W^ers zich beroept, bedoeld Is. Wanneer we als Gereformeerden staande houden, dat de Kerk een plaatse-IQke openbaring is van Christus lichaam, die door vaste grenzen bepaald wordt, dan bedoelen we daarmede, dat de Kerk niet een heel de wereld omvattende Kerk is, evenmin een landskerk, maar dat de Kerk op elke plaats optreedt als een zelfstandig geheel. De ambtsdragers, die zulk een plaatsel^ke gemeente aanstelt, hebben dan ook alleen in deze gemeente hun ambt uit te oefenen, en een ouderling of diaken van de Kerk van Amsterdam zou niet ais zoodanig kunnen optreden In de Kerk van Haarlem, om daar de Kerk te regeeren of voor de armen te zorgen. Maar hieruit volgt natuurlijk niet, dat een plaatsel^ke kerk niet buiten de grenzen van haar burgerlijke gemeente leden zou kunnen hebben, of buiten die grenzen niet een zekere actie zou mogen laten uitgaan, of zelfs buiten die grenzen geen ambtsdragers zou mogen aanstellen. Natuurl^'k zou de plaatsel^ke Kerk dit niet kunnen en niet mogen op een andere plaats, waar reeds een gevestigde en geïnstitueerde Kerk was, want dan geldt de regel, dat de Kerken elkanders grenzen hebben te eerbiedigenen de eene Kerk niet over de andere Kerk heerschen mag. Maar geheel anders komt de zaak te staan, wanneer een kerkeraad naar bulten optreedt op een plaats, waar zulk een geïnstitueerde Kerk nog niet gevonden wordt of geheel gedeformeerd is geworden. Dan is het wel degelijk de roeping van zulk een Kerkeraad, om ook bulten de grenzen van z^n eigen gemeente een actie te laten uitgaan, teneinde de geloovigen weer te verzamelen, deze geloovigen onder z^n toezicht te nemen, en desnoods daarheen ambtsdragers te zenden, totdat deze geloovigen zelfstandig kunnen optreden. In de dagen der Doleantie Is dit overal geschied en nog geschiedt dit op meerdere plaatsen in ons land. Men heeft tal van dorpen, waar het nog niet gelukt is de Reformatie tot stand te brengen. De geloovigen op zulk een dorp worden dan geboekt b^' een naburige Kerk, waar ze zoolang inwonende leden z^n, en worden door den Kerkeraad van deze naburige Kerk geregeerd. En zelfs heeft men op meer dan één plaats den goeden maatregel getroffen, om op zulk een dorp uit deze verspreide geloovigen een ouderling te kiezen, die juist omdat h^ midden In het dorp woont, daar mede toezicht kan uitoefenen en toch ouderling Is niet van dat

dorp, maar van de naburige Kerk en In den kerkeraad aldaar zitting heeft. Zoo heeft de Kerkeraad van Leeuwarden enkele verspreide geloovigen te Lekkum onder zijn hoede en is één dezer broeders als ouderling te Leeuwarden gekozen. H^ woont buiten de plaatsel^ke grenzen van Leeuwarden, zou, zoodra de Kerk te Lekkum tot zelfstandige openbaring kwam, tot deze Kerk behooren, maar twkleedt nu toch het ouderlingschap in de Gereformeerde Kerk van LeeuwEurden.

Reeds uit dit voorbeeld kan blaken, dat de door Ds. Wijers gestelde regelen, zooalsze door hem z^'n omschreven en toegepast, niet juist z^n. H^ vergat, dat deze regelen wel gelden ten opzichte van plaatsen, waar reeds een geïnstitueerde kerk gevonden wordt, maar niet waar zulk een kerk nog ontbreekt en ze nog in het leven moet geroepen worden. En waar men hier in Nederland nu reeds leden z^'ner Eerk heeft buiten de plaatselijke grenzen en zelfs ambtsdragers uit deze leden kiest, daar geldt ditzelfde nog In veel sterker mate van Indië, waar de zending nog tot Kerkstichting leiden moet. Heel de actie van de plaatselijke Kerk richt zich hier op een terrein, dat buiten hare grenzen ligt. De Kerkeraad moet daarom wel lieginnen met een staf van personen naar dat zendingsterrein te zenden, die daar lid z^'n en blieven van de zendende Eerk. Niet alleen de missionaire Dienaar des Woords, maar ook degenen die verbonden zi^n aan de school en het hospitaal zijn daarom als leden van de Amsterdamsche Kerk geboekt; hielden ze op leden van die Kerk te z^'n, dan zou daarmede ook hun zendingsmandaat vervallen. Het zendingsmandaat rust toch niet in hunne personen, maar In de Kerk, die hen als liaar organen gebruikt en dit niet zou kunnen doen, indien ze geen lid van de zendende Kerk waren en bleven. En eveneens zal het nu duidelgk wezen, waarom de ouderlingen, die aanvankel^k op het zendingsterrein gekozen worden om den missioneren dienaar bij te staan in z^n arbeid, dit dan ook doen moeten als hulpouderlingen van de zendende Kerk. Dat zulk een ouderling of diaken niet in Amster dam woont en van de Amsterdamsche Kerk in engeren zin nooit lid is geweest, behoeft daarvoor geen beletsel te wezen. Indien de Kerkeraad van Amsterdam aan het hospitaal een doctor benoemde, die nooit in Amsterdam gewoond had, zou hi^ toch, door die benoeming aan te nemen en in den dienst der zending over te gaan, een orgaan worden van den Amsterdamschen Kerkeraad, onder toezicht van dien Kerkeraad komen te staan en dus ook als lid dezer Kerk moeten geboekt worden. Het zendingsterrein is. Indien men zoo wil, een koloHÜ der Christelijke Kerk, die zoolang onder toezicht van de zendende Kerk blijft, totdat de gemeente ' der geloovigen daar r^p Is geworden om zich zelfstandig als Kerk te openbaren.

Indien deze beginselen juist z^'n — en we meenen dat ook Ds. Wgers hiertegen geen bezwaren zal kunnen inbrengen — dan zal ook het besluit van den Amsterdamschen Kerkeraad daardoor genoegzaam gerechtvaardigd wezen. Het mag bij het eerste hooren ietwat bevreemdend klinken, dat de Kerkeraad van Amsterdam in Djocja ouderlingen en diakenen laat kiezen, maar de analogie uit ons eigen kerkelijk leven, waarop we wezen, en de aard van den zendingsarbeid zelf zal het duidel^'k maken, waarom deze maatregel volstrekt niet zoo zonderling is als hij sch^'nt. Want natuurlijk maakt het principieel geen het minste verschil, of de Kerkeraad van Leeuwarden een ouderling kiest uit het naburige Lekkum, of dat Amsterdam dit in Djocja laat doen. In beide gevallen, al mag het verschil in afstand nog zoo groot z^'n, treedt een ouderling op, die niet binnen de grenzen der plaatselgke Kerk woont, maar buiten die plaatselijke Kerk zgn woonplaats en arbeidsveld heeft. Normaal Is dit natuurlijk niet, maar de abnormale toestand wettigt abnormale maatregelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Het vraagstuk, hoe de

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's