Gemengd Nieuws.

Moaernisme op het xendingsveld. De (Ameri^ kaansche) Wachter deelt mede, dat Indische predikanten over de drieste openbaring van het ongeloof schreven: siDeze dingen hebben ontroering veroorzaakt onder de Indische Christenen en hebben ook aan niet-Christenen .aanleiding gegeven om te gelooven, dat de Christenen tot de slotsom gekomen zijn, dat htm eigen opvatting van den persoon van Christus niet veel verscheelt van die der Unitariërs en der Prathana Samojisten.

Het uiteengaan der kerk in verschillende kerk^ groepen, die in de belijdenis van sommige leerstukken zeer van elkander verschillen, moet op wie eerst met het Christendom in aanraking kwam, wel ietwat verwarrend werken. Maar dit is als niets vergeleken met het besliste ongeloof, dat door zendelingen der kerk in de heidenwereld wordt binnengedragen. Wanneer zendelingen het fundamenteele stuk van de Godheid «van Christus loochenen en van den Christus niets weten te verkondigen waardoor Hij onderscheiden is van de godsdienstige helden der heidenen, dan is er in het Evangelie dat zij brengen, niets dat de heidenen tot het 'Christendom kan trekken.

Mevrouw Eddy, stichtster van de z, g. Christian Science, heeft bij testament ongeveer drie millioen dollars vermaakt aan de sEerste kerk van Christian-Scientist* te Boston, welke som moet gebruikt worden voor de verbreiding van hare leer. Nu is de heer G. W. Glover, te Ledd in South Dakota, ais zoon van Mevr. Eddy in verzet tegen dat testament gekomen, en dit op grond dat het legaat niet bestemd is voor een weldadig doel, maar voor de uitoefening van een beroep om daarmede winst te behalen. Hij beweert, dat hetgeen zijn moeder voorstond geen godsdienst is, maar een beroep om zich te verrijken, en wel tot nadeel van de menschen die er gebruik van maken.

De Oden van Salomo. Onder de geschriften van zeer ouden datum, die in den laatstentijd ontdekt werden, moet een bijzondere plaats ingeruimd worden aan de «Oden van Salomo*, een verzameling hofzangen in het Syrisch, die ons verplaatsen in de gedachtenwereld van de Christelijke kerk der eerste eeuwen. Denkelijk wil de titel alleen te kennen geven dat iets van den geest van Salomo in de gedichten te bespeuren is.

Nadat deze gedichten in het licht gegeven werden door Dr. Rendel Harris, werden zij door vele geleerden onderzocht, o.a. door Dr. J, H.Bernard, bisschop van Ossory, die beweert dat zij gezongen werden om uitdrukking te geven aan de geestverrukking van pasgedoopte Christenen. Dr. Bernard is van gevoelen dat de »Oden van Salomo* in den tijd tusscben 150 tot 200 jaar na Christus gedicht werden. Om den geest dien deze gedichten ademen te leeren kennen, deelen wij het volgende strofen mede:

„Ik heb den Beminde lief, en mijn ziel mint Hem, en waar Zijn rust is, daar ben ik ook; ik zal geen vreemdeling zijn, want bij denAUerhoogsten en genadigen God is geen wangunst. Ik ben met hem vereenigd geworden, omdat ik liefde tot den Geliefde vind, en wijl ik Hem liefheb die de Zoon is, en ik zelf een zoon mag zijn. Want hij die met Hem vereenigd wordt Die onsterfelijk is, zal ook zelf onsterfelijk worden, en hij die aangenomen is in den Eenig Levende, zal levend worden. Dit is de Geest des Heeren, die niet liegt, welke de kinderen der menschen leert Zijn wegen te kennen.«

Wanneer wij in aanmerking nemen dat deze uitdrukkingen van vast vertrouwen en innige blijdschap gehoord werden in een tijd, toen het ver van gemakkelijk was den Christus te belijden, dan krijgen deze gedichten uit dea oud-Christelijken tijd hoogere waarde, '

Verminderd kerkbezoek. Het dagblad de Liverool Post deed een onderzoek instellen naar het kerkbezoek in die stad. Daaruit bleek, dat vergeleken met een telling die 10 jaar geleden plaats had, er 17000 menschen minder ter kerk waren, schoon het aantal kerken en plaatsen van samenkomst sedert dien tijd met honderd vermeerderde. Dit geeft te denken, vooral nu er maar al te veel reden is om te gelooven, dat éen vermindering van kerkbezoek over geheel Engeland te betreuren is. Opmerkelijk is het dat in Liverpool het aantal Roomsche kerkgangers in tien jaren met 4000 vermeerderde. Men moge daarvan zeggen, gelijk een Engelsch blad doet, dat onder de Protestanten menigeen de godsdienstoefeningen verzuimt omdat hij elders den eenof anderen Christelijken arbeid te verrichten heeft, het blijft een veeg teeken, dat het aantal personen die Protestantsche bedehuizen bezoeken, in tien jaar met 17000 verminderde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen