GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De Kerk gezocht. wordt weder

Het zag er in Duitschland in de laatste jaren op kerkelijk gebied treurig uit. Koude onverschilligheid of bittere vijandschap 'maakten zich„ van de menschen meester, die nog niet officieel met de Kerk gebroken hadden. De dienaren der Kerk spanden wel hunne krachten in om het afbrokkelen van de Kerk des Heeren te stuiten, maar te vergeefs. Er werd door monisten en sociaUsten eene beweging op touw gezet, om de menschen aan te zetten aan de Kerk een scheidsbrief te geven. De uitslag van dit pogen was wel niet in overeenstemming met den grooten opzet, maar toch, het feit was niet te loochenen, dat eene onkerkelijke en aan Christus vijandige geest zich van velen had meester gemaakt. Donker zag menigeen de toekomst van land en volk in.

Daar weerklonk plotsehng de oproep ten strijde door het rijk en door de wereld, en als met één slag zijn alle toestanden en verhoudingen zoo veranderd, dat hetgeen vóór een maand bestond, nu voorkomt lang tot het verleden te behooren. Het geheele leven werd uit zijn voegen gelicht. De eene [oorlogsverklaring volgde op de andere; de wereld stond in vuur en vlam. Er werd in Duitschland gevoeld, dat het de vraag werd van te zijn of niet te zijn.

En welke invloed werd hierdoor uitgeoefend op het kerkelijk leven? Plotseling waren de kerken overvol. De eerste dag der mobielmaking, maakte ook tegelijk een kerkvolk mobiel. Er werd geen onderscheid gemaakt tusschen «geliefde kanselredenaars» en predikanten die niet in trek zijn; het volk ging naar de Godsdienstoefeningen. Men kan echter aan de kerkbezoekers bemerken, dat zij niet gewend zijn de samenkomsten der Gemeente te bezoeken. De predikanten gevoelen ook, dat zij anders moeten spreken dan zij gewoon waren, omdat het grootste deel der kerkbezoekers tot de «onmondigen» in Bijbelschen zin behoort gerekend te worden. Ook werd de Avondmaalsdisch druk bezocht. In de eerste dagen kwamen daar velen die zich onder de wapenen moesten begeven; zij werden dikwerf door familieleden vergezeld. Velen knielden bij het gebruiken van brood en beker neder. Men wischte den mond na het drinken uit den kelk niet meer krampachtig af, alsof men besmetting vreesde.. Zij, die naar het front moesten vertrekken, kwamen nog eerst met hunne kinderen, jongere en oudere, ten doop; liet men te voren gewoonUjk de doopgetuigen de kinderen ten doop brengen, nu kwamen de ouders er zelf mede. Het blijkt, dat de kerk weer een plaats gekregen heeft in het volksleven. Uit verschillende dingen wordt gezien, dat de dienst der zonde en der ijdelheid gefnuikt is. Men hoort ook niet meer den strijdkreet van ongeloovigen en van vijanden der kerk ; verschillende organisaties, die bezield werden door den geest die steeds ontkent, hebben hun arbeid opgeschort, terwijl zich in Christelijke kringen zin voor offervaardigheid openbaart. Ook is het opmerkelijk, dat de breede stroom kerkbezoekers niet alleen in kerken op te merken is die buiten of naast de landskerk staan, maar ook in de landskerk zelve.

Wel kan men van eene vernieuwing van het godsdienstig leven nog niet spreken; maar het volk staat als in den voorhof, nog niet in het heilige. En opmerkelijk: in dezen tijd vannood getuigt een Luthersch blad: „Het Psalmboek deelt weder zijn wonderlijken zegen vol van vertroosting Gods uit en leidt er toe, dat men inkeert tot zich zelven. Gods Woord en Gods handeling met Israël, Zijn volk en erfdeel, stroomt als van zelf in de ziel van ons volk". Ook vindt men bij de menschen de erkenning, dat ook deze oorlog een gericht Gods is, niet alleen voor de vijanden, maar ook voor Duitschland.

In hetzelfde blad vinden wij nog het volgende : „De menschen worden over het algeineen niet gedreven door honger naar gemeenschaj) met God, maar zij verkeeren in het bewustzijn: nu wordt het ernst; de steunsels van het bestaan, de grondpilaren van het gezin worden weggerukt; wij worden niet meer gedragen door onzen stand, niet meer door de verzekeringsmaatschappij, niet meer door de partijorganisatie. De harten zijn vol van vrees en bange zorg. Herinneringen aan 1870, wellicht nog meer aan 1813, komen voor den geest. Daarom gaat men weer naar de Kerk; de handen worden tot gebed gevouwen... Het verlangen naar vrede met God treedt op den achtergrond voor het uitzien naar de vurig begeerde tijdingen van overwinning.... Men zoekt de Kerk meer uit angst, dan dat men ontwaakt is uit den doodelijken slaap der zonde. Maar is niet die angst voor menigeen het begin geworden van den weg des levens? "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 september 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 september 1914

De Heraut | 4 Pagina's