GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

ANNUARIUM der SOCIETAS STUDIOSORUM REFOR-MATORUM. 1916. Rotterdam, 1916, J. H. Donner.

Door verschillende omstandigheden werd de verschijning van dit Jaarboek éenigszins vertraagd.

De Unie van Gereformeerde studenten aan openbare hoogescholen in Nederland, onder den naam SOCIETAS STUDIOSORUM REFORMATORUM, gewijzigde voortzetting van de, op 9 Februari 1886, te LEIDEN opgerichte Unie: HENDRIK DE COCK, is voor de toekomst van het Gereformeerde volksdeel ten onzen een zoo belangrijke vereeniging, dat ik op dit haar vijfde Annuarium tevens een „Lustrumjaarboek", ter nadere kennisneming van allen, die in het Gereformeerde ten onzent belangstellen, volgaarne hier de aandacht vestig.

Weldadig aandoend piëteitsgevoel spreekt uit dat plaatsen van het portret van H. DE COCK, een van de Vaderen der Scheiding en patroon der Unie^ tegenover het titelblad van dit Lustrumjaarboek, hetwelk verdeeld is in twee deelen: VEREENIGINGSLEVEN en BIJDRAGEN.

Uit het eerste deel, meer yan intern belang, wil ik alleen vermelden, dat EERELID der Unie S. S. R. is : PROF. DR. H. BAVINCK; in haar BESTUUR h.t. zitten de heeren H. J. DIRKSEN, E. J. LINZEL, P. R. MICHAEL, J. J. F. V. D. BERGH en M. GERBRANDY, respectievelijk als praeses, ab-actis, fiscus, assessor I"en assessor II terwijl de heer N. KOERS h, t.. als Vaandrig fungeert; dat te AMSTERDAM eenAfdeeling is met ii., te LEIDEN met 17 ; te UTRECHT met 26, te GRONINGEN' met 24 ert te DELFT een met 30 leden; dat over het geheel ook de Unie den invloed der mobilisatie ondervonden heeft; en eindelijk, dat onder de zes no vleten, die tot de Amsterdamsche aldeeling toetraden, zooals het verslag vermeldt, „een novitia was, - -een voorrecht, dat tot nog toe geen der zusterafdeelingen te beurt gevallen is".

Uit het tweede deel: de BIJDRAGEN, wijl ter onderkenning van den geest der UNIE, meer van extern belang, is breeder te vermelden.

Het opent met een IN MEMORIUM FRITS BARENDS. Was reeds in het jaarverslag van de Afdeeling Amsterdam, de uitvaart van dezen commilito niet enkele woorden van deernis herdacht, dit kort IN MEMORIAM met portret, „geeft geen biografie, maar slechts een enkelen trek uit het levea« van den zoo vroeg gestorvene. Het is de trek van onbaatzuchtigheid, hierin uitkomend, dat FRITS BARENDS, de Med. Doctorandus, hoe gaarne hij ook Letteren had gestudeerd; toch en dat terwijl niemand er hem toe dwong, de Medicijnen had gekozen, omdat hij het »zijn roeping achtte als arts voor anderen wat te zijn".

Volgen drie bijdragen van Heeren Reunisten.

PROF. DR. A. NOORDTZU geeft een, met redenen omkleed, ontkennend antwoord op de vraag of het dichtstuk „Enoema elisj", EEN BABYLO­ NISCH SGHEPPINGSEPOS KAN GENOEMD ? Een studie, die inzonderheid voor Theologen en Theologanten, dit Annuarium lezenswaardig maakt.

Maar niet minder lezenswaardig en ook behartigenswaardig acht ik, althans zoo voor sommige hunner als voor vele anderen mijner Geloofs-en Kerkgenooten dit Annuarium om de bijdrage die DR. J. V. D. VALK er voor leverde: AESTHETISCHE WERELDBESCHOUWING. Goed ben ik het met hem eens wanneer hij op het einde schrijft: „Zoo is de aesthetische wereldbeschouwing een eisch van Godswege, een eisch van dankbaarheid' voor de heerlijkheid waarmede Hij de-gansche Schepping bekleedt tot zelfs de leliën en het gras des velds".

U ziet, dat hier de aesthetische-niet treedt in de plaats van, maar onderschikt is aan de rehgieuse wereldbeschonwing.

En eindelijk is dit Annuarium, wat de bijdragen der Reunisten betreft, ook interessant voor wie geen biologen van hun vak zijn, door IETS OVER DE ZWITSERSCHE NATIONALE PARK-EN NATUURBESCHOUWING, wat de heer J.. P. DE GAAY FORTMAN, biol. docts. er in schreef.

Tusschen deze drie stukken der Reunisten, van wijlen Docent A. STEKETEE, uit diens literaire nalatenschap voor het Jaarboek afgestaan, door DR. A. GOSLINGA, een stuk: DE A'REET-WERELD. De auteur werd tot het schrijven van dit stuk bhjkbaar geïnspireerd door het bekende slot van SCHILLER'S gedicht: DIE WELTWEISEN :

Einstweilen, bis den Bau der Welt Philosophie zusammenhalt, Erhalt sife das Getriebe . Dtirch Hunger mid durch Liebe.

Ik ben de gebroeders GOSLINGA nog altijd dankbaar dat zij mij, met hun uitgave van een deel der, door hun oom nagelaten geschriften dezen christen-denker nader gebracht hehben.

STEKETEE is mij, ook om zijn levensomstandigheden, maar vooral om zijn denkrichting bijzonder sympathiek, en voor nu twee jaren heb ik aan dit mijn medegevoel dan ook hier in de HERAUT uiting gegeven. Maar al parelt ook in VREETWERELD telkens en telkens weer zijn fijne geest; al doet hij mij hij wat ik zou willen noemen het licht der wijsbegeerte van de Openbaring zien, dat niet eenmaal zal saamhouden maar nu reeds saamhoudt, den wereldbouw iets veel hoogers dan de „wereldwijsheid"; al doet hij mij bij dat licht in VREETWERELD ook zien, dat achter de twee het wereldbeweeg in-stand-houdende natuurdriften van den „honger" en de „liefde" nog iets veel machtigers zit; toch moet mij van 't hart, dat ik onder het lezen van andere stukken van STEKETEE meer genoten heb dan bij de lezing van VREET­ WERELD.

En nu wat het extern belang van dit Annuarium van Gereformeerde studenten betreft, ter onderkenning van den geest der Unie nog grooter: de bijdragen van de Heeren Studenten zelf.

Deze bijdragen, drie in getal, staan in het teeken Van de kunst.

Eerst, DE SCHILDWACHT door J. SABOT.

Up to date.

Lang niet onverdienstelijk rijmloos vers, dat het zelf doorvoelde van den jongen man, die staat als schildwacht in winterwind aan onze grens

„waar tegen grauwe lucht de donk're boomen lijnen",

zóó in wordt medevoelen. uitgezongen dat ge het gaat

Dan twee proza-stukken.

Het eerste is van den heer D. M. J. P. C. BREEBAART, Candidaat in de Ned. Letteren te Amsterdam. Isz. QUERIDO'S JORDAAN ALS NATU-RALISTISCH-EPISCH KUNSTWERK.

Ik ben mijn lotgenoot op het stuk van vijf voornamen dankbaar voor déze, onder-Gereformeerden zeldzame waardeering van dit kunstwerk. In zijn fijn gestileerde en bezonken critiek er op, die ik met evenveel genot heb gelezen als vroeger de, ook door BREEBAART „prachtig" genoemde beoordeeling der JORDAAN door H. VV. VAN CAMPEN toont zich deze jonge man een even goed gereformeerd christen als goed estheticus. Ik heb mijn redenen om er hier nog maar alleen van te zeggen, dat met wat hij in dit . stuk ter rechtvaardiging van de naturalistische kunst in het algemeen en over DE JORDAAN in het bijzonder schrijft, ik het van harte eens ben en ik dan ook eiken passus in zijn stuk zou " kunnen onderschrijven. Ook dezen passus waarin hij het heeft over „de geestelij k-onvol wassenen, de aesthetisch-totaal-imbecielen en sensueel-laagstaanden en dan zegt: „Er zijn ook jongeren, wien ge het boek niet geven moet, zooals ge met al het schoone en verhevene voorzichtig moet wezen tegenover hen, die, nog niet in staat het goede en verreinende te beseffen, dit tot eigen verderf misbruiken zouden."

Het tweede proza-stuk : DE IDEE DER MUZIEK door JAC. BROUWER, . Werktuigkundig student te DELFT, wekte bij lezing, oni de groote kennis der geschiedenis van de muziek en het wijsgeerig inzicht in het wezen dezer kunst mijn bewondering.

Ten slotte het, met de beeltenissen veler eestgenooten verluchte Verslag van het laatst, p 9 Februari te AMSTERDAM, gevierde lustrum er S. S. R.

Een verslag waaruit mede blijkt, dat deze ereeniging haar doel: de organisatie van stuenten van Gereformeerde belijdenis aan openare hoogescholen, zoowel door haar leden te teunen in hun Geloofsovertuiging, als door et bevorderen van het gezelligheidsleven, met og even onverzwakte energie nastreeft als toen ij vóór 30 jaar werd opgericht.

Nu ik dit boek wil dichtslaan, valt mijn oog nog eens op hét portret van HENDRIK DE COCK.

Zeker de leden van S. S. R. zien er, voor zoover ik ze ken, wel éenigszins anders uit dan deze Calvinist, blijkens dit portret, er heeft uitgezien. Zij zijn naar het uiterlijk kinderen van onzen tijd, gelijk hij'het was van den zijnen. En ook ziet, gelijk uit dit ANNUARIUM blijkt, ook de peripherie van hun innerlijk leven er anders, wijl breeder uit, dan naar ik uit DE COCK'S levensbeschrijvingen weet, die van het zijne er uitzag, maar toch blijkt uit dit Annuariiim, dat de Vereeniging die-eens zijn naam koos, niet anders wil, dan dat haar leden in het centrum van hun innerlijk leven niet anders zullen zijn en bÜjven dan overtuigde, trouwe Calvinisten. geUjk hij er een was.

Hierin ligt, gelijk ik in den aanvang schreef, de groote beteekenis van de S. S. R. voor de toekomst van het Gereformeerde Nederland.

P. S. Mag ik aan de H. H. Uitgevers beleefd, maar dringend verzoeken, boeken ter bespreking n de HERAUT, gedurende de maanden Juli en Augustus niet aan mij, maar aan het Bureel van de 'STANDAARD, WARMOESSTRAAT 96 te Amsterdam, te zenden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juli 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juli 1916

De Heraut | 4 Pagina's