Buitenland.

Duitschland. Wat de predikanten moeten prediken.

De Opperkerkeraad te Mecklenburg-Schwerin heeft een schrijven gericht aan de predikanten, waarin een antwoord gegeven wordt op de vraag, wat in deze dagen moet verkondigd worden.

In de eerste plaats is er oorzaak, volgens dat ' Kerkbestuur, dat er gewezen wordt op de vergangelijkheid van al het aardsche: Alle vleesch is als gras." — 2o. Boete. De Kerk mag de oogen niet sluiten voor het treurige feit dat breede volkskrin^en in een afgrond van goddeloosheid verzonken liggen. Onze „oorlog na den oorlog" is de strijd tegen de volkszonden die met bestraffende woorden en reddende daden moet gevoerd worden. In dezen tijd vooral moet de Kerk nadruk leggen op het woord van Salomo dat „gerechtigheid een volk verhoogt, terwijl de zonde de schandvlek der natiën is." Plato zegt „dat men eer een stad in de. lucht bouwt, dan dat men een staat kan grondvesten zonder God." — 3o. Prediking van troost. Als de kerk récht boete predikt „kan zij met een goede concientie ons gekweld, vernederd en uit duizend wonden bloedend volk troosten. Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen." Troost wil zeggen, in plaats van verloren aardsche, hemelsche goederen geven. Zoo is zij alleen bij God te vinden, terwijl zij afhangt van onze gemeenschap met Hem. Hoz. 6:11. „Komt, laat ons wederkeeren tot den Heere, want hij , heeft verscheurd. Hij zal ons genezen.. Hij heeft geslagen. Hij zal ons verbinden." Menigeen kan dien troost niet verstaan en zich niet tot een moedig, krachtigver trouwen op God verheffen. Onder den triumf der vijanden heeft hun geloof schipbreuk geleden; die vijanden zijn, gelijk zij terecht zeggen, ook niet beter dan wij en hebben eigenlijk schuld aan den oorlog. Waarom moest het zoo komen? Hoe kan God zoo onrechtvaardig zijn? Zij spreken als de vrouw van Job. Deze twijfel is met zachtheid en toch met ernst te bestraffen, waarbij boven alles fe wijzen is op het groote raadsel der wereldgeschiedenis, den schijnbaren triumf van de machten der duisternis, toen de door God gezonden Messias als een misdadiger aan het vloekhout hing, waardoor de schijnbare nederlaag, het kruis, tot teeken des heils werd.

Verder is deze twijfel te bestrijden met het antwoord dat de Heilige Schrift geeft in plaatsen als Jes. 40:27; 66 : 8, 9; Joh. 13 : 7; Rom. 8 : 28, 11 : 33; Hebr. 12:5—13.

4o. Nuchterheid in zake de wederkomsYdes Heeren. Het is te verstaan, dat LU alles zoo vreeselijk geschokt is, de geloovigen zich bezig houden met de profetie van de tweede komst des Heeren. Wij mogen het onderzoeken van de profetie niet veroordeelen, maar toch ook daarin leiding geven, opdat de nuchterheid niet verloren ga en geen geestdrijvende beschouwingen opkomen." Wij mogen en moeten ons troosten met Luk. 21 : 28 »AIs nu deze dingen beginnen te geschieden, " zoo ziet omhoog en heft uwe oogen opwaarts, omdat uwe verlossing nabij is"; maar men heeft niet te vergeten dat in Mare. 13 : 32 geschreven staat: Van dien dag en die ure weet niemand". /

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen